3.1 Stoffen en stofeigenschappen

3.1 Stoffen en stofeigenschappen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

3.1 Stoffen en stofeigenschappen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de paragraaf weet jij:
 Je weet wat een stof is
 Je weet wat stofeigenschappen zijn en kan hier voorbeelden bij noemen
 Je kent het verschil tussen een mengsel en een zuivere stof
 Je kent de verschillende veiligheidspictogrammen en hun betekenis

Slide 2 - Tekstslide

Stoffen
Je hoort het overal; stoffen. 

Maar wat zijn stoffen?

Denk aan papier, hout, aluminium, lucht, aardgas, water

Als je iets maakt van een stof noem je het een materiaal. 

Slide 3 - Tekstslide

Geef 3 voorbeelden van stoffen

Slide 4 - Open vraag

Stofeigenschappen
Stofeigenschappen: De eigenschap van een stof. 
Hier kan je een stof dus aan herkennen

Voorbeelden zijn: Geur, kleur, brandbaarheid, kookpunt, smeltpunt, smaak, brandbaarheid, oplosbaarheid 

Hoe meer eigenschappen je van een stof kent, hoe beter je de stof kan bepalen. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

dat water vloeibaar is bij kamertempratuur is een stofeigenschap van water
A
Waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Benoem twee stofeigenschappen van water

Slide 8 - Open vraag

noem 3 stofeigenschappen van goud

Slide 9 - Open vraag

de smaak van een stof is een stofeigenschap
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

zuivere stof of mengsel?
Wat is een zuivere stof?
Wat is een mengsel?

Slide 11 - Tekstslide

een zuivere stof
Een zuivere stof is een stof die bestaat uit 1 soort molecuul. 
Denk aan zuiver goud: in zuiver goud zitten alleen goudmoleculen. Verder zitten er geen moleculen van andere stoffen in.

Slide 12 - Tekstslide

mengsel
Een mengsel is een stof die bestaat uit meerdere soorten moleculen. Denk bijvoorbeeld aan water:
In water uit onze leidingen zitten water moleculen, daarnaast zitten er ook verschillen ijzermoleculen in en verschillende ionen. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Goud is een zuivere stof
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

ijzer is een mengsel
A
Waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

slootwater is een mengsel
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

kraanwater is een zuivere stof
A
Waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

zand is een zuivere stof
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Maakwerk
Maak nu opgave 1 t/m 6 in je boek op blz 65

Slide 20 - Tekstslide

Pictogrammen
Sommige stoffen hebben gevaarlijke stofeigenschappen. 

Denk aan spiritus mensen maken hiermee schoon. Maar dit is heel brandbaar.

Fabrikanten zijn verplicht gevaren op het etiket van een product te zetten. 

Slide 21 - Tekstslide

Leer deze uit je hoofd!

Slide 22 - Tekstslide


Op een fles alcohol staat een picogram dat waarschuwt dat deze licht ontvlambaar is.
Welk pictogram staat op de fles.
D
C
B
A
A
pictogrammen A
B
pictogram B
C
pictogrammen C
D
pictogrammen D

Slide 23 - Quizvraag

Tekst
Pictogrammen
Corrosief bijtend
Giftig
Explosief
Milieu gevaarlijk
Schadelijk
Brandbaar

Slide 24 - Sleepvraag

Combineer de pictogrammen met de juiste betekenis

Schadelijk

Bijtend

Explosiegevaar

Brandbevorderend

Brandgevaar

Houder onder druk

Giftig

Lange termijn gezondheidschade

Milieugevaar

Slide 25 - Sleepvraag

Op een fles verfverdunner staat:
Licht ontvlambaar. Schadelijk bij opname door de mond en aanraking met de huid.
Welke twee pictogrammen horen op de fles verfverdunner te staan?
A
pictogram A
B
pictogram B
C
pictogram C
D
pictogram D

Slide 26 - Quizvraag

Maakwerk
Maak nu opgave 7 t/m 14 uit het boek op blz 67

Slide 27 - Tekstslide