Vlogger eet dat snoep meestal niet voor niks

Vlogger eet dat snoep meestal niet voor niks
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Vlogger eet dat snoep meestal niet voor niks

Slide 1 - Tekstslide

Vraag 15: onderwerp van de tekst
A
aanprijzen dure merkproducten door vloggers
B
bewust negeren reclameregels door vloggers
C
geld van voedselfabrikanten voor vloggers
D
reclame voor ongezond voedsel door vloggers

Slide 2 - Quizvraag

Welke manier wordt in alinea 1 gebruikt en welke manier in alinea 2?

Slide 3 - Open vraag

Vraag 17: Welk kopje geeft het beste de inhoud weer van alinea 3 en 4?
A
Reclameadviesbureau Youngworks
B
Reclameregels voor ongezonde producten voor kinderen
C
Verschijnen rapport voedingsreclame
D
Vlogs voor kinderen op YouTube

Slide 4 - Quizvraag

Vraag 18: Citeer een zin uit alinea 3 of 4 die de reden geeft waarom de overheid geen strengere regels zal opstellen.

Slide 5 - Open vraag

Vraag 19: Waarom mag er geen reclame voor ongezond voedsel gemaakt worden voor kinderen jonger dan 12 jaar?

Slide 6 - Open vraag

Vraag 20: Welke zin uit alinea 6 of 7 geeft hetzelfde weer?
A
Kinderen kijken .... als betrouwbaar.
B
Daardoor is .... invloed hebben.
C
Volgens het .... als reclame.
D
Aan het .... heeft gevraagd.

Slide 7 - Quizvraag

Vraag 21: Wat is één van de problemen bij de hashtag?
A
Wordt niet altijd door iedereen begrepen.
B
Wordt nooit door vloggers gebruikt.
C
Amusement en reclame zijn te veel met elkaar verstrengeld.
D
Gemaakte afspraken zijn onbekend.

Slide 8 - Quizvraag

Vraag 22: Citeer het zinsgedeelte waarin Knol aangeeft dat hij het niet precies weet.

Slide 9 - Open vraag

Vraag 23: Moet Knol rekening houden met de afgesproken regels? Licht je antwoord toe met een argument.

Slide 10 - Open vraag

Vraag 24: Welk tekstverband zie je in deze zin?
A
conclusie
B
opsomming
C
tegenstelling
D
verklaring

Slide 11 - Quizvraag

Vraag 25: Citeer een zin uit alinea 9 waarin de kritische houding van de interviewers blijkt.

Slide 12 - Open vraag

Vraag 26: geef een voorbeeld uit alinea 10 waaruit blijkt dat Knol zich niet zo veel aantrekt van die invloed.

Slide 13 - Open vraag

Vraag 27: Wat is het tekstdoel?
A
aansporen
B
informeren
C
enthousiasmeren
D
waarschuwen

Slide 14 - Quizvraag