MRN H8 §6

Pak:
      Boek
      Pen / etui
      Papier
      Rekenmachine
     
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Pak:
      Boek
      Pen / etui
      Papier
      Rekenmachine
     

Slide 1 - Tekstslide

Welke weten jullie al?







.
Inboedel
Opstal
Immateriële schade
Materiële schade
Premie
Verzekerde waarde
Verzekering
Aansprakelijkheid
Bonus-malus
Eigen risico
Assurantiebelasting
Onderverzekerd
Poliskosten
Promille

Slide 2 - Tekstslide

Doel van vandaag
Je leert 2 franse woorden (of kende ze al).
Je de premie berekenen met een promillage.  
Je weet wat WA, all risk en casco betekenen.

Slide 3 - Tekstslide

C'est combien?
Vertaal in het Frans:
100
1000






.

Slide 4 - Tekstslide

Procent en promille







.
Procent
       100



Promille
       1000

Slide 5 - Tekstslide

Procent en promille







.
Procent
       100

6% = 0,06
want 6 / 100=0,06


Promille
       1000

6‰ = 0,006
want 6 / 1000=0,006

6‰ = 0,6%

Slide 6 - Tekstslide

Waarom promille?
Een verzekeraar rekent met heel grote en heel kleine getallen, vooral als het om huizen of gebouwen gaat.

De kans op schade is heel KLEIN, het bedrag bij schade is juist heel GROOT.

Slide 7 - Tekstslide

Een voorbeeld
Stel er staan 10.000.000 huizen in Nederland. Er gaan er elk jaar 2.500 in vlammen op.
Wat is de kans dat een huis afbrandt in een jaar?
2.500 / 10.000.000 = 0,00025  --> makkelijker is: 0,25 ‰

Slide 8 - Tekstslide

Een voorbeeld
Als een verzekeraar een huis verzekert met als premie 0,25 ‰ van het verzekerd bedrag, dan maakt dekt hij alle schade.
(maar niet de kosten en maakt geen winst!)
Als een huis gemiddeld 400.000 euro kost, is de premie gemiddeld 0,25 / 1000 x 400.000 =  100 euro per jaar.
In werkelijkheid: hoger promillage + poliskosten + assurantiebelasting

Slide 9 - Tekstslide

Gebouwen of huizen
Opstal
een gebouw (een huis)

Inboedel
alles wat erin zit




.

Slide 10 - Tekstslide

Genoeg verzekerde waarde?
Stel je huis brandt helemaal af. Het huis had je voor € 300.000 gekocht en is nu zelfs wel € 350.000 waard. Het kost € 250.000 om deze weer neer te zetten.

Je opstalverzekering was 1,2 promille per jaar, wat gelijk staat aan € 22,50 per maand. Wat is dan de verzekerde waarde?
Ben je onderzekerd

Slide 11 - Tekstslide

Aansprakelijkheid
Als jij iemand anders schade aandoet kan deze persoon jou aansprakelijk stellen voor die schade.
Jij (of jouw verzekering!) moet dan betalen voor schade aan iemand of iets dat niet van jou is.

Slide 12 - Tekstslide

1

Slide 13 - Video

00:00
bglj

Slide 14 - Open vraag

Vervoermiddelen
WA = wettelijke aansprakelijkheid

Casco = auto / scooter / bestelbus

All risk alles is verzekerd (WA + casco)




.

Slide 15 - Tekstslide

Oefenen!
  • Maak voor jezelf opgaven 1,2,3,4 en 7 van § 6
  • Je loopt alleen door de klas als je klaar bent
  • Klaar = laten nakijken. Ik bepaal of het echt klaar is.
  • Echt klaar = leren voor de toets.
  • Binnen 30 minuten moet het AF
  • Iedereen klaar = les afronden

Slide 16 - Tekstslide

Afronding
Toetsweek
  • Check classroom!
Keuze-uren
  • Nu staan 12, 19 en 20 juni, 9e uur
  • Ook bij meneer Van der Ven

Slide 17 - Tekstslide

Afronding
HUISWERK
  • Alle stof leren: oefentoets!
Volgende week laatste les:
  • 2e deel is facultatief als ik vind dat je
    goed meedoet, je huiswerk goed maakt
    en het snapt

Slide 18 - Tekstslide