5.1 Eenheden van lengte - deel 2

5.1 Omtrek

Wiskundespullen + Chromebook + Plenda op tafel
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

5.1 Omtrek

Wiskundespullen + Chromebook + Plenda op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Planning
- Voorkennis H5 + 5.1 Lengte-eenheden
- Theorie: 5.1 Omtrek
- Zelfstandig aan het werk

Slide 2 - Tekstslide

Planning

Slide 3 - Tekstslide

Planning + Periodeplan
Maandag
5.1 Omtrek
Dinsdag
Leerhuis
Woensdag
5.2 Oppervlakte
Vrijdag
Proefwerk TW2 inzien

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk + Plenda
Maandag 14 feb
wi  m  5.3
wi  m  nakijken 
Dinsdag 15 feb
wi  m  RB3 1 + 2
Maandag 7 feb
wi  m  5.1 + 5.2
wi  m  nakijken
Dinsdag 8 feb
wi  m  RB2 2.5 + 2.6

Slide 5 - Tekstslide

Voorkennis H5 
Grootheden en eenheden

Slide 6 - Tekstslide

Inhoud is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 7 - Quizvraag

hectometer is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 8 - Quizvraag

lengte is een
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 9 - Quizvraag

Voorkennis 5.1: 
Eenheden van lengte

Slide 10 - Tekstslide

Welke lengte eenheid is het grootst?
A
centimeter
B
millimeter
C
decameter
D
decimeter

Slide 11 - Quizvraag

Van groot naar klein
Km
dam
cm
mm
m
hm
dm

Slide 12 - Sleepvraag

Lengte-eenheden

Welke ezelbruggetje ken je hiervoor?

Slide 13 - Tekstslide

800 mm = .........cm
A
80 cm
B
8 cm
C
8.000 cm
D
80.000 cm

Slide 14 - Quizvraag

0,2 dm + 25,9 dm =
A
26,1 cm
B
261
C
261 dm
D
261 cm

Slide 15 - Quizvraag

Theorie 5.1: Omtrek

Slide 16 - Tekstslide

Omtrek
Wat is de omtrek?
  • Als je ergens om heen loopt, die afstand is de omtrek.
  • De omtrek van het vierkant hiernaast is: 5 + 5 + 5 + 5 = 20 cm

Slide 17 - Tekstslide

De omtrek van deze rechthoek is .. cm
A
35
B
50
C
70
D
300

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel meter is de omtrek?

Slide 19 - Open vraag

Wat is de omtrek van deze tuin?
A
12 m
B
13 m
C
19 m
D
18 m

Slide 20 - Quizvraag

Zelfstandig aan het werk

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat?
5.1: 9, 10, 11, 13 (blz. 230)
Hoe?
Zelfstandig of in tweetallen
Hulp?
- Theorie in boek
- Buurman/Buurvrouw
- Docent
Klaar?
Nakijken!
Ga verder met opgaven uit 5.2

Slide 22 - Tekstslide