3A2 - H3 - 3.5

Programma
  • aanwezigheidscontrole
  • 3.5
  • teruggave SO
  • Opgaven maken 
Programma
Pak je 
schrift, boek en pen
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programma
  • aanwezigheidscontrole
  • 3.5
  • teruggave SO
  • Opgaven maken 
Programma
Pak je 
schrift, boek en pen

Slide 1 - Tekstslide

Aanwezigheidscontrole

Slide 2 - Tekstslide

 Leerdoelen
     bij f(x) = a(x-d)(x-e) berekenen van:
  1. nulpunten  (= snijpunten met de x-as)
  2. de top van de grafiek
  3. snijpunt met de y-as
  4. de formule kunnen opstellen

Slide 3 - Tekstslide

 Leerdoelen
f(x) = a(x-d)(x-e)
1. nulpunten (= snijpunten met de x-as)

Slide 4 - Tekstslide

3.5 
f(x)=2(x+3)(x6)
f(x)=a(xd)(xe)
bijvoorbeeld:

Slide 5 - Tekstslide

3.5
f(x)=2(x+3)(x6)
Wat is het voordeel om de parabool zo op te schrijven?
f(x)=a(xd)(xe)
bijvoorbeeld:

Slide 6 - Tekstslide

3.5 
f(x)=2(x+3)(x6)
f(x)=a(xd)(xe)
bijvoorbeeld:
 je ziet meteen de nulpunten
Wat is het voordeel om de parabool zo op te schrijven?

Slide 7 - Tekstslide

3.5
f(x)=2(x+3)(x6)
f(x)=a(xd)(xe)
Nulpunten:
x=3
V
x=6

Slide 8 - Tekstslide

3.5
f(x)=2(x+3)(x6)
f(x)=a(xd)(xe)
Nulpunten:
x=3
V
x=6
(-3,0)                     (6,0)

Slide 9 - Tekstslide

 Leerdoelen
f(x) = a(x-d)(x-e)
2. de top van de grafiek

Slide 10 - Tekstslide

3.5 
f(x)=2(x+3)(x6)

Slide 11 - Tekstslide

3.5
f(x)=2(x+3)(x6)
x van de top: precies tussen  nulpunten 

Slide 12 - Tekstslide

3.5
f(x)=2(x+3)(x6)
x van de top: precies tussen  nulpunten 
2(3+6)=121

Slide 13 - Tekstslide

3.5 
f(x)=2(x+3)(x6)
x van de top: precies tussen  nulpunten 
2(3+6)=121
f(121)=2(121+3)(1216)

Slide 14 - Tekstslide

3.5 
f(x)=2(x+3)(x6)
x van de top: precies tussen  nulpunten 
2(3+6)=121
f(121)=2(121+3)(1216)
=4021

Slide 15 - Tekstslide

3.5 
f(x)=2(x+3)(x6)
x van de top: precies tussen  nulpunten 
2(3+6)=121
f(121)=2(121+3)(1216)
T(121,4021)
=4021

Slide 16 - Tekstslide

3.5 
f(x)=2(x+3)(x6)
x van de top: precies tussen  nulpunten 
2(3+6)=121
f(121)=2(121+3)(1216)
T(121,4021)
=4021

Slide 17 - Tekstslide

 Leerdoelen
f(x) = a(x-d)(x-e)
3. snijpunt met de y-as

Slide 18 - Tekstslide

 3.5
Snijpunt met de y-as.
Waar moet je aan denken?
f(x)=2(x+3)(x6)

Slide 19 - Tekstslide

 3.5
Snijpunt met de y-as.
Waar moet je aan denken?
f(x)=2(x+3)(x6)
x = 0

Slide 20 - Tekstslide

 3.5
Snijpunt met de y-as.
Waar moet je aan denken?
f(x)=2(x+3)(x6)
f(0)=2(0+3)(06)
x = 0

Slide 21 - Tekstslide

 3.5
Snijpunt met de y-as.
Waar moet je aan denken?
f(x)=2(x+3)(x6)
f(0)=2(0+3)(06)
x = 0
f(0)=36

Slide 22 - Tekstslide

 3.5
Snijpunt met de y-as.
Waar moet je aan denken?
f(x)=2(x+3)(x6)
f(0)=2(0+3)(06)
x = 0
f(0)=36
(0, -36)

Slide 23 - Tekstslide

 Leerdoelen
f(x) = a(x-d)(x-e)
4. de formule kunnen opstellen

Slide 24 - Tekstslide

 3.5

Slide 25 - Tekstslide

 3.5
y=a(xd)(xe)

Slide 26 - Tekstslide

 3.5
y=a(xd)(xe)
(1 , 0) en (9 , 0) zijn nulpunten

Slide 27 - Tekstslide

 3.5
y=a(xd)(xe)
(1 , 0) en (9 , 0) zijn nulpunten
y=a(x1)(x9)

Slide 28 - Tekstslide

 3.5
y=a(xd)(xe)
(1 , 0) en (9 , 0) zijn nulpunten
y=a(x1)(x9)
door (-1 , 16)

Slide 29 - Tekstslide

 3.5
y=a(xd)(xe)
y=a(x1)(x9)
16=a(11)(19)
(1 , 0) en (9 , 0) zijn nulpunten
door (-1 , 16)

Slide 30 - Tekstslide

 3.5
y=a(xd)(xe)
y=a(x1)(x9)
16=a(11)(19)
(1 , 0) en (9 , 0) zijn nulpunten
door (-1 , 16)
16=a210

Slide 31 - Tekstslide

 3.5
y=a(xd)(xe)
y=a(x1)(x9)
16=a(11)(19)
(1 , 0) en (9 , 0) zijn nulpunten
door (-1 , 16)
16=a210
16=20a

Slide 32 - Tekstslide

 3.5
y=a(xd)(xe)
y=a(x1)(x9)
16=a(11)(19)
(1 , 0) en (9 , 0) zijn nulpunten
door (-1 , 16)
16=a210
16=20a
a=54=0,8

Slide 33 - Tekstslide

 3.5
y=a(xd)(xe)
y=a(x1)(x9)
16=a(11)(19)
(1 , 0) en (9 , 0) zijn nulpunten
door (-1 , 16)
16=a210
16=20a
a=54=0,8
y=0,8(x1)(x9)

Slide 34 - Tekstslide

 3.5

Slide 35 - Tekstslide

 3.5
y=0,8(x1)(x9)
y=ax2+bx+c

Slide 36 - Tekstslide

 3.5
y=0,8(x1)(x9)
y=ax2+bx+c
omschrijven in de vorm:
haakjes wegwerken

Slide 37 - Tekstslide

 3.5
y=0,8(x1)(x9)
y=ax2+bx+c

Slide 38 - Tekstslide

 3.5
y=0,8(x1)(x9)
y=ax2+bx+c
y=0,8(x29xx+9)

Slide 39 - Tekstslide

 3.5
y=0,8(x1)(x9)
y=ax2+bx+c
y=0,8(x29xx+9)
y=0,8(x210x+9)

Slide 40 - Tekstslide

 3.5
y=0,8(x1)(x9)
y=ax2+bx+c
y=0,8(x29xx+9)
y=0,8(x210x+9)
y=0,8x28x+7,2

Slide 41 - Tekstslide

 3.5
Dus:  omschrijven in de vorm
→ haakjes wegwerken

Slide 42 - Tekstslide

Uitwerkingen van de opgaven
Van de uitwerkingen leer je veel
  • maak eerst de opgaven
  • lukt het niet? Kijk bij de uitwerkingen
  • alles af? Kijk na met de uitwerkingen.

Slide 43 - Tekstslide

teruggave SO

Slide 44 - Tekstslide

Opgaven maken

Opgaven voor dinsdag
 § 3.5 

      Donderdag in classroom: 
      3.4 + 3.5

Slide 45 - Tekstslide