herhaling NOVA H1 stoffen

Herhaling H1 
stoffen en hun eigenschappen

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhaling H1 
stoffen en hun eigenschappen

Slide 1 - Tekstslide

H1.1 STOFFEN IN HUIS

Slide 2 - Tekstslide

Stoffen kun je het beste sorteren op....
A
Kleur
B
Toepassing
C
Verpakking
D
Smaak

Slide 3 - Quizvraag

timer
1:00
Welke
Stofeigenschappen
ken je?

Slide 4 - Woordweb

Stofeigenschappen
Eigenschappen waaraan je een stof kunt herkennen:
  • geur
  • kleur
  • smaak
  • brandbaarheid
  • dichtheid
  • smeltpunt
  • kookpunt

Slide 5 - Tekstslide

Betekenis van dit gevarensymbool?
A
Opletten
B
Schadelijk
C
Pittig
D
Irriterend

Slide 6 - Quizvraag

Betekenis van dit gevarensymbool?
A
Ontvlambaar
B
Schadelijk
C
Pittig
D
Irriterend

Slide 7 - Quizvraag

Betekenis van dit gevarensymbool?
A
Ontvlambaar
B
Corrosief (Bijtend)
C
Schadelijk
D
Irriterend

Slide 8 - Quizvraag

Betekenis van dit gevarensymbool?
A
Pas op voor de Paashaas
B
Pas op voor de docent
C
Pas op voor Sinterklaas
D
Pas op voor de Kerstman

Slide 9 - Quizvraag

H1.2 ZUIVERE STOFFEN EN MENGSELS

Slide 10 - Tekstslide

Zuivere stof en mengsels
Zuivere stoffen bestaan uit 1 soort deeltjes
Mengsels bestaan uit meerdere soorten deeltjes

Soorten mengsels:
- Oplossing
- Suspensie

Slide 11 - Tekstslide

Hoe kun je een oplossing herkennen?

Slide 12 - Open vraag

Hoe kun je een suspensie herkennen?

Slide 13 - Open vraag

Filtreren

Extraheren

Slide 14 - Tekstslide

Je gaat thee zetten. Wat is je oplosmiddel?
A
Heet water
B
Theeblaadjes
C
Theezakje
D
Thee

Slide 15 - Quizvraag

Je hebt net thee gezet. Waar zit het residu?
A
In de thee
B
In het theezakje
C
Die verdampt

Slide 16 - Quizvraag

Bij het theezetten werkt je theezakje als filter. Wat is het filtraat?
A
De thee
B
Het theezakje
C
De theeblaadjes in het theezakje

Slide 17 - Quizvraag

H1.3 MASSA EN VOLUME

Slide 18 - Tekstslide

MASSA
  • massa zegt iets over hoe zwaar iets is
  • de eenheid van massa is kilogram of gram
  • massa meet je met een weegschaal

Slide 19 - Tekstslide

De eenheid van
massa kan zijn...
A
Liter
B
centimeter
C
gram
D
kilo

Slide 20 - Quizvraag

Massa bepaal je met een ...
A
liniaal
B
geodriehoek
C
weegschaal
D
maatcilinder

Slide 21 - Quizvraag

Welk symbool hoort
bij massa ?
A
M
B
V
C
m
D
G

Slide 22 - Quizvraag

VOLUME
  • volume zegt iets hoeveel ruimte een voorwerp inneemt 
  • volume wordt ook wel eens inhoud genoemd 
  • de eenheid van volume is (milli)liter of kubieke (centi)meter
  • volume kun je berekenen:  lengte x breedte x hoogte
  • of bepalen met de onderdompelmethode

Slide 23 - Tekstslide

Het symbool van
volume is ...
A
V
B
L
C
v
D
cm3

Slide 24 - Quizvraag

Welke eenheid
hoort bij volume?
A
kilo
B
Liter
C
gram
D
seconde

Slide 25 - Quizvraag

Wat is een ander
woord voor volume?
A
oppervlakte
B
maat
C
inhoud
D
grootte

Slide 26 - Quizvraag

1000 mL = ...
A
0,001m3
B
1 L
C
1000cm3
D
1dm3

Slide 27 - Quizvraag

De formule voor volume van
een rechthoekig voorwerp is ...
A
lbh
B
vm
C
pv
D
l+b+h

Slide 28 - Quizvraag

h = 2 cm
b = 1 cm
l = 5 cm
Volume = ?
A
8cm3
B
100cm3
C
20cm3
D
10cm3

Slide 29 - Quizvraag

h = 1 dm
b = 15 cm
l = 1 m
Volume = ?
A
15cm3
B
150cm3
C
1500cm3
D
15000cm3

Slide 30 - Quizvraag

ONDERDOMPELEN:
beginstand = 15 mL
eindstand = 24 mL
Volume = ?
A
24cm3
B
15cm3
C
9cm3
D
39cm3

Slide 31 - Quizvraag

H1.4 DICHTHEID

Slide 32 - Tekstslide

Omschrijf in je eigen
woorden wat dichtheid is
timer
0:45

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Video

Slide 35 - Tekstslide

welke vloeistof heeft de ...
laagste dichtheid
hoogste dichtheid

Slide 36 - Sleepvraag

Uitreken van dichtheid
dichtheid=volumemassa

Slide 37 - Tekstslide

Als je het aantal gram deelt door het aantal cm3 dan bereken je...
A
de massa
B
het volume
C
de dichtheid
D
de lengte

Slide 38 - Quizvraag

De eenheid van dichtheid is ...
A
cm3g
B
3cm3
C
cm2g
D
gcm2

Slide 39 - Quizvraag

=
dichtheid
formules!
timer
0:45
volume
massa
/
*

Slide 40 - Sleepvraag

De massa = 10 g.
Het volume = 5 cm3.
Wat is de dichtheid?
A
105=0,5cm3g
B
510=2cm3g
C
510=50cm3g
D
10+5=15cm3g

Slide 41 - Quizvraag

TOP GEWERKT!
HOE GOED DENK JE DAT
JE DE STOF BEGRIJPT?
A
HEEL GOED
B
GOED
C
REDELIJK
D
NIET GOED

Slide 42 - Quizvraag

De massa = 15 g.
De dichtheid = 3 g/cm3
Bereken het volume.
A
315=5cm3
B
153=0,2cm3
C
153=45cm3

Slide 43 - Quizvraag