22. März / Kapitel 5 Essen / Grammatik

Lernziel

  • Aan het einde van de les ken je de bezittelijke voornaamwoorden in het Duits.
  • Aan het einde van de les kun je de bezittelijke voornaamwoorden in het Duits in een opdracht gebruiken.


Programm

  • Wiederholung ein, eine, kein, keine
  • instructie bezittelijke voornaamwoorden
  • oefenen (üben)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lernziel

  • Aan het einde van de les ken je de bezittelijke voornaamwoorden in het Duits.
  • Aan het einde van de les kun je de bezittelijke voornaamwoorden in het Duits in een opdracht gebruiken.


Programm

  • Wiederholung ein, eine, kein, keine
  • instructie bezittelijke voornaamwoorden
  • oefenen (üben)

Slide 1 - Tekstslide

die Hausaufgaben
Gemacht zu Kapitel 5
  • Aufgabe 21 zu E Grammatik
Gelernt zu Kapitel 5:
  • Wortschatz N-D und D-N
  • Grammatik E
Gelernt zu Kapitel 4:
  • Grammatik E






















































Gemacht worden von:
Luuk, Tim, Carinne, Lieke, Meyar, Farbod, Celine, Nikki, Chanel

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Aufgabe
Arbeitet zu zweit. 
Stellt abwechselnd Fragen (rechts) und beantwortet sie.
Beispiel:
A: Brauchst du ein Messer? B: Nein, danke. Ich brauche kein Messer.




1 Möchtest du eine Suppe?
2 Suchst du ein Messer?
3 Brauchst du eine Gabel?
4 Trinkst du auch eine Cola?
5 Ist das ein gutes Restaurant?
6 Kaufst du ein Brot beim Bäcker?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Das ist (mijn) .......... Löffel (m)
A
meine
B
mein
C
sein
D
seine

Slide 9 - Quizvraag

Ich mag (geen) .............. Eis (o)
A
eine
B
ein
C
keine
D
kein

Slide 10 - Quizvraag

(Onze) ............ Koch ist heute krank.
A
euer
B
eure
C
unsere
D
unser

Slide 11 - Quizvraag

Wer das beste Gericht vorschlägt, kann (zijn) ........
oder (haar) ........ Rechnung zurückgewinnen!
A
sein, ihr
B
seine, ihr
C
seine, ihre
D
seine, ihr

Slide 12 - Quizvraag

Aufgabe:
Was? Mache die Aufgaben 26 und 27 zu E Grammatik Kapitel 5
Wie? Zu zweit überlegen, alleine notieren.
Online oder im Buch A
Ergebnis: >70%
Fertig? 
- slim stampen K 5
- slim stampen Grammatik E Kapitel 4

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

die Hausaufgaben
Gemacht zu Kapitel 5
  • Aufgabe 21 zu E Grammatik
Gelernt zu Kapitel 5:
  • Wortschatz N-D und D-N
  • Grammatik E
Gelernt zu Kapitel 4:
  • Grammatik E






















































Gemacht worden von:
Luuk, Tim, Carinne, Lieke, Meyar, Farbod, Celine, Nikki, Chanel

Slide 15 - Tekstslide