Nederlands Strux H16 Woorden met -eeuw en -ieuw aan het einde

Gedragsverwachtingen
We zitten op onze eigen plek.
We luisteren naar elkaar en laten elkaar uitpraten.
Wil je iets zeggen of vragen? Stille vinger en wachten tot je de beurt krijgt.
Werken in het werkboek doen we fluisterend.

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Gedragsverwachtingen
We zitten op onze eigen plek.
We luisteren naar elkaar en laten elkaar uitpraten.
Wil je iets zeggen of vragen? Stille vinger en wachten tot je de beurt krijgt.
Werken in het werkboek doen we fluisterend.

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les:
We hebben woorden geleerd met: 
-aai, ooi en oei aan het einde en 
hoe je ze in lettergrepen moet verdelen.
haai
haaien   haai-en

Slide 2 - Tekstslide

Doel van deze les
Je leert woorden schrijven met -eeuw en -ieuw aan het einde
en je leert ze in lettergrepen te verdelen.

Slide 3 - Tekstslide

Typ een woord met -eeuw of ieuw aan het einde.

Slide 4 - Woordweb

lettergrepen
meeuw   meeuwen   meeu-wen
De w gaat dus naar de andere kant.

Slide 5 - Tekstslide

Welk woord is goed in lettergrepen verdeeld?
A
vernieu-wen
B
ver-nieu-wen
C
ver-nieuwen
D
ver-nieuw-en

Slide 6 - Quizvraag

Verdeel in lettergrepen:
meeuwen

Slide 7 - Open vraag

Vul het goede woord in met -eeuw of ieuw.
In de winter ligt er soms witte ....

Slide 8 - Open vraag

Vul een woord in met -aai, -ooi of -oei aan het eind.
Ik ..... elke maand 1 centimeter.
(langer worden)

Slide 9 - Open vraag

Vul het goede woord in met -aai, ooi of oei aan het einde.
Een ... is een zwarte vogel.

Slide 10 - Open vraag

Welk woord is goed geschreven?
A
splinterniew
B
splintternieuw
C
splinternieuw
D
splintenieuw

Slide 11 - Quizvraag

Maken
H 16
blz. 70 t/m 72
Opdracht: 1, 2, 3, 4 en 5

Slide 12 - Tekstslide