TL3 bijvoeglijk naamwoord (vorm en plaats)
Bijvoeglijk naamwoord
(nederlands)
(nederlands)
1 / 28
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Bijvoeglijk naamwoord
(nederlands)
(nederlands)
Slide 1 - Woordweb
Wat weet je van het bijvoeglijk naamwoord in het Frans?
Slide 2 - Open vraag
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Welke vorm is goed?
Le _______ garçon.
Le _______ garçon.
A
petits
B
petit
C
petite
D
petites
Slide 5 - Quizvraag
Welke vorm is goed?
Les ________ filles.
Les ________ filles.
A
jeune
B
jeun
C
jeunes
D
jeuns
Slide 6 - Quizvraag
Welke vorm is goed?
La ________ dame.
La ________ dame.
A
vieux
B
vieuse
C
vieille
D
vieil
Slide 7 - Quizvraag
Welke vorm is goed?
Les ________ écoles.
Les ________ écoles.
A
grandes
B
grands
C
grand
D
grande
Slide 8 - Quizvraag
Welke vorm is goed?
Une ________ maison.
Une ________ maison.
A
belle
B
beau
C
beaux
D
belles
Slide 9 - Quizvraag
Welke vorm is goed?
La prof ________.
La prof ________.
A
heureux
B
heureuse
C
heureus
D
heureuses
Slide 10 - Quizvraag
Welke vorm is goed?
Les pantalons _______?
Les pantalons _______?
A
gris
B
griss
C
grise
D
grises
Slide 11 - Quizvraag
Snap je de vorm van het bijvoeglijk naamwoord in het Frans nu?
A
Ja, ik snap het helemaal
B
Ik snap de basisregel, maar moet de uitzonderingen nog even leren.
C
Ik snap het wel, maar kan het nog niet zelf toepassen.
D
lk snap er nog niet veel van en ga alles nog een keer bekijken
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Slide 15 - Video
Wat is de juiste volgorde?
A
Une dame vieille
B
Une vieille dame
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de juiste volgorde?
A
Les jeunes filles
B
Les filles jeunes
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de juiste volgorde?
A
Un petit garçon
B
Un garçon petit
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de juiste volgorde?
A
Un bleu jean
B
Un jean bleu
Slide 19 - Quizvraag
Maak een goede zin.
Une _______ table _______ (noir)
Une _______ table _______ (noir)
Slide 20 - Open vraag
Les ________ voitures ________ (nieuw)
Slide 21 - Open vraag
Des ________ chaussures ________ (rood)
Slide 22 - Open vraag
Une ________ montagne _______ (hoog)
Slide 23 - Open vraag
La ________ fois_______ (eerste)
Slide 24 - Open vraag
Les _________ filles ________ (engels)
Slide 25 - Open vraag
Welke bijvoeglijk naamwoorden moeten VOOR het zelfstandig naamwoord?
Slide 26 - Woordweb
VOOR
ACHTER
joli
grand
long
dernier
jaune
hollandais
amoureux
heureux
Slide 27 - Sleepvraag
Hoe goed ken je de regels van het bijvoeglijk naamwoord nu?
A
Ik ken de vorm, maar de plaats nog niet
B
Ik snap de plaats, maar de vorm nog niet
C
Ik snap de vorm en de plaats allebei!
D
Ik snap er nog niet veel van...
