M&M Oorlog en vrede - Blok 4

Thema oorlog en vrede
Blok 4: 
De Tweede Wereldoorlog
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema oorlog en vrede
Blok 4: 
De Tweede Wereldoorlog

Slide 1 - Tekstslide

Waar gaat dit blok over?
In 1939 begon Duitsland weer een oorlog. En weer werd er over de hele wereld gevochten. In de Tweede Wereldoorlog zijn in totaal 55 miljoen mensen omgekomen. De helft daarvan was soldaat. Wie waren de andere slachtoffers? De oorlog eindigde in 1945.

Slide 2 - Tekstslide

Les 1
  • Uitleggen dat de afspraken van het Verdrag van Versailles slecht waren voor Duitsland.
  • Uitleggen wat inflatie is.
  • Vertellen wat propaganda is.
  • Uitleggen waarom Hitler en de nazi’s aan de macht kwamen.




Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Waar gaat dit blok over?
In 1939 begon Duitsland weer een oorlog. En weer werd er over de hele wereld gevochten. In de Tweede Wereldoorlog zijn in totaal 55 miljoen mensen omgekomen. De helft daarvan was soldaat. Wie waren de andere slachtoffers? De oorlog eindigde in 1945.

Slide 5 - Tekstslide

Hitler schreef na WO1
Als jongen, en later als jongeman, wilde ik mijn nationalisme met daden bewijzen. Ik heb vaak uit volle borst het Duitse volkslied ‘Duitsland boven alles’ gezongen. Ik wilde niet voor Oostenrijk vechten, maar ik wilde mijn leven geven voor mijn eigen volk.

Slide 6 - Tekstslide

Politicus 
Hitler baalde dat Duitsland zich na WOI overgaf. Er waren veel Duitse soldaten gestorven. Meer mensen in Duitsland ervaarde het als verraadt van de overheid om op te geven.  Hitler geloofde de regering niet en wilde deze ‘verraders’ laten boeten voor hun daden.

Slide 7 - Tekstslide

Politicus
hij wilde dat het Duitse volk weer trots was op hun land -> werd politicus bij de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP). Het nationaalsocialisme (nazisme) was een extreme vorm van nationalisme. De nazi’s geloofden dat een sterke leider Duitsland weer groot en machtig kon maken.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is geen kenmerk van het nationaalsocialisme?
A
Racistisch
B
Democratisch
C
Totalitaire staat
D
Nationalistisch

Slide 9 - Quizvraag

Verdrag van Versailles 
Na de Eerste Wereldoorlog had Duitsland het Verdrag van Versailles getekend. Door dit vredesverdrag moest Duitsland gebieden met veel grondstoffen en industrie afstaan aan Frankrijk en Polen. Bovendien moest de Duitse regering de oorlogsschade van de overwinnaars betalen. Door deze afspraken kon Duitsland geen geld verdienen. Het land kwam in een economische crisis.

Slide 10 - Tekstslide

Wat stond niet in het Verdrag van Versailles
A
Dat Duitsland een leger van max. 1 miljoen soldaten mag hebben
B
Dat Duitsland herstelbetalingen moest doen aan Fr.
C
Dat Duitsland grondgebied moest inleveren
D
Dat Duitsland geen leger meer mocht hebben in het Rijnland

Slide 11 - Quizvraag

Economische crisis 
Om die schulden toch te kunnen betalen, drukte de Duitse regering papiergeld bij. Zo kwam er meer geld, maar er werden niet meer producten gemaakt. Met het extra geld kon je dus niet meer kopen. Het geld werd daardoor minder waard. Dat heet inflatie. Het geld werd per minuut minder waard. Een brood kostte 233 miljard mark.

Slide 12 - Tekstslide

Inflatie
A
De geld pers gaat aan
B
Geldt behoud altijd zijn waarde
C
Het geld wordt meer waard
D
Het geld wordt minder waard

Slide 13 - Quizvraag

Economische crisis 
De Verenigde Staten besloten om Duitsland te helpen om de schulden af te betalen. Daardoor ging het iets beter met de Duitse economie. Maar in 1929 stortten in New York de aandelenkoersen in. Alle aandelen waren in één klap niets meer waard. Bedrijven gingen failliet en er was wereldwijd grote werkloosheid. Ook in Duitsland.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Sterke leiders 
Dat wilde Hitler ook. In 1924 probeerde hij met geweld de macht in Duitsland te grijpen, maar dat mislukte. Hij moest het daarom op een andere manier proberen. Hitlers politieke partij, de NSDAP, moest de grootste partij van Duitsland worden met Hitler als Führer (leider). De NSDAP maakte veel propaganda: met posters, films en radioberichten verspreidde de nazipartij haar ideeën.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat is propaganda?
A
Reclame maken voor jouw politieke idee
B
Reclame maken voor jouw bedrijf
C
Reclame maken voor oorlog
D
Reclame maken voor de nieuwste smartphone

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Sterke leiders 
Door de grote werkloosheid waren veel Duitsers heel ontevreden over hun regering. Ze luisterden naar de toespraken van Hitler. Zijn manier van vertellen maakte een diepe indruk op de mensen. Hitler gaf de Duitse regering de schuld van de grote werkloosheid. Hij beloofde de mensen werk en dat Duitsland weer een machtig land zou worden. Bij de verkiezingen in 1932 werd de NSDAP de grootste politieke partij en in 1933 werd Hitler rijkskanselier (soort president). 

Slide 21 - Tekstslide

Noem oorzaken waardoor Hitler aan de macht kon komen.

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Video