Wereldoriëntatie 5/6 - Ik wil meer weten! - Klimaten in Europa

• Wereldoriëntatie
• Basisschool
• Groep 5,6

Introductie

Digibordles

Ik wil meer weten!

Ik weet welke drie klimaten Europa heeft.

Ik weet welk klimaat Nederland heeft.

Ik kan kenmerken noemen van de drie klimaten in Europa.

Bekijk de titel van het artikel, maar lees de tekst nog niet.

1. Wat valt op aan de kopjes, de titel en de plaatjes?
2. Wat is dit voor een tekst denk je?
3. Hoe ga je deze tekst lezen?
4. Waar denk je dat het over zal gaan, waarom denk je dat?
5. Wat weet je er al van?
6. Wat wil de schrijver bereiken met deze tekst?

Deze vragen beantwoorden we door te dobbelen!

 Schrijf je vragen op een post-it (één vraag per blaadje) en plak ze op de

vragenmuur.

Heb je vragen als je naar de tekst kijkt? 

Woordenschat:

klimaat (klimaten), terwijl, plenzen, gort-droog, bakken (lig je te bakken), grofweg, kachel, loodrecht, evenaar, gematigd, temperatuur, verkoeling, vochtig, seizoen.

De leerkracht doet het voor.

Woordenschat:

seizoenen, loofbomen, aanpassen (je kunnen aanpassen)

We doen het samen.

Kleur de Europese landen in met een gematigd zeeklimaat.

Tekstgerichte vragen:

Welke drie klimaten hebben we grofweg in Europa?

Hoe zorgt de Noordzee ervoor dat het in de winter niet te koud wordt en in de zomer niet te warm?

Wat is het verschil tussen een gematigd zeeklimaat en een mediterraan klimaat (Middellandse Zeeklimaat)?

Wat hebben boomsoorten te maken met klimaatsoorten?

Blader in je werkschrift door de schema’s (pg. 14- 58). Welk schema zou jij gebruiken om de informatie in dit artikel samen te vatten? En waarom?

Markeer de antwoorden in de tekst met de kleur van de vraag.

 Antwoord gevonden op je vraag? Schrijf het antwoord op een andere kleur post-it en plak deze bij de vraag op de vragenmuur.

Zijn er nieuwe vragen ontstaan? 
Schrijf ze op post-its. 

Heeft de schrijver het beoogde doel bereikt en waardoor?

Tot de 

volgende keer!