4.1 Getallen



● Leerdoelen bespreken
● Voorkennis:
● Uitleg: 4.1
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij wiskunde
bij
bij
TELEFOON thuis of 
in de kluis.

LAPTOP in je tas.
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
timer
1:00
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les



● Leerdoelen bespreken
● Voorkennis:
● Uitleg: 4.1
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij wiskunde
bij
bij
TELEFOON thuis of 
in de kluis.

LAPTOP in je tas.
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Beginpagina met timer

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.
Leerdoelen

Je kunt van een getal zeggen welke waarde elk cijfer heeft.

Je kunt decimale getallen op volgorde zetten.

Je weet wat veelvouden en delers zijn.

Je kunt even en oneven getallen herkennen.

H4: GETALLEN
4.1 Getallen
4.2 Grote getallen
4.3 Afronden
4.4 Afronden in praktische situaties
4.5 Procenten
4.6 Verhoudingstabellen

Slide 2 - Tekstslide

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.
Welke optie is een cijfer?
                            0,3 
                             3 
                            3,1 
                             31 

Slide 3 - Tekstslide

Welke van deze zijn getallen? (Allemaal)
Waarde van het cijfer in het getal 2024
2                      0                    2                4
0 x 100 = 0
2 x 10 = 20
4 x 1 = 4
2 x 1000 = 2000

Slide 4 - Tekstslide

Welk getal staat hier?
Welke waarde heeft het cijfer 4 in dit getal? (4) Het staat eronder
Welke waarde heeft het eerste cijfer 2 in dit getal? (2000)
Hoe noemen we in het algemeen de cijfers die op deze plek staan in een getal? 
Als ik zeg tientallen, waar zou je die dan plaatsen in deze rij van 4?
Waarde cijfers
2                      0                    2                4
0 x 100 = 0
2 x 10 = 20
4 x 1 = 4
2 x 1000 = 2000

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarde van het cijfer in het getal 2305,67

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarde cijfers

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarde cijfers

Slide 8 - Tekstslide

Waarom heet dat tienden en honderdsten?
Als ik 10 tienden heb, heb ik weer 1 eenheid.
Heb ik 100 honderdsten, heb ik ook weer 1 eenheid. 
Decimale getallen
Ik koop een zak snoep bij het Kruidvat. 
De zak weegt 248g en hij kost €2,85. 

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel decimalen heeft het getal 2,85?

2,85 noemen we een decimaal getal
We hebben ook hele getallen, is 248 een geheel getal of een decimaal getal?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
timer
5:00
Theorieblokken doorlezen!
Maken:
Vanaf blz 195: opdrachten 5, 6, 12, 14, 21, 22, 26, 34
extra uitdaging: 18, 
Nakijken via SOM:
Alles!
Snap je het niet?
Lees de theorie vanaf blz 195 in je boek!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen behaald?

Je kunt van een getal zeggen welke waarde elk cijfer heeft.

Je kunt decimale getallen op volgorde zetten.

Je weet wat veelvouden en delers zijn.

Je kunt even en oneven getallen herkennen.

H4: GETALLEN
4.1 Getallen
4.2 Grote getallen
4.3 Afronden
4.4 Afronden in praktische situaties
4.5 Procenten
4.6 Verhoudingstabellen

Slide 13 - Tekstslide

Onderbouw

Paragraaf die besproken wordt in het blauwe vak dikgedrukt maken.