Introductie

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

ECONOMIE KLAS 4

Jaarplanning 22/23

(SE1: afgerond in klas 3)

- SE2: H3 + H4                                   (SE-week oktober)

- SE3: H5 + H6 + H7 (1e deel)      (SE-week januari)

- SE4: H1 + H2                                    (SE-week maart)

- SE5: 3 repetities tijdens SE-periodes: H3 + H5 + H1

Je hebt altijd bij je:

- Boek

- Opgeladen laptop

- Rekenmachine

- Schrift

- Pen

- (en je telefoon en oortjes in je tas)

Introductie: procenten

- PROCENT = PRO CENT = Per 100

- wordt gebruikt om te vergelijken 

- 3 (of 4) verschillende soorten sommen (en die gaan we nu nog een keer herhalen)

SOM 1

In Gorinchem wonen 36.800 mensen. 8% van de inwoners draagt een bril. Hoeveel mensen in Gorinchem dragen een bril?

Antwoord SOM 1

- 36.800 : 100 = 36,8

- 368 x 8 = 2944 inwoners hebben een bril  

SOM 2

Op de Uilenhof zitten 423 leerlingen. Leerjaar 4 bestaat dit jaar uit 96 examenkandidaten. Hoeveel procent van de leerlingen zit in leerjaar 4? Rond af op 1 decimaal!

Antwoord SOM 2

- deel : geheel (totaal) x 100

- (96 : 423) x 100 = 22,7%  

SOM 3

Je kreeg afgelopen jaar €15 zakgeld per maand. Na je verjaardag krijg je €17,50 zakgeld per maand. Met hoeveel procent is je zakgeld gestegen? (Hoeveel procent krijg je meer?)

(Rond af op 1 decimaal)

Antwoord SOM 3

- (nieuw - oud) : oud x 100

- (€17,50 - €15) : €15 x 100 = 16,7%

SOM 4 (eigenlijk 3,5)

Herman verdient €47.500 per jaar. Beyza verdient €53.280 per jaar. Hoeveel procent verdient Beyza meer dan Herman?

(Rond af op 1 decimaal)

Antwoord SOM 4

- Stap 1: bereken het verschil

- Deel het verschil door de persoon/land/bedrijf waar de zin op eindigt

- Stap 1: €53.280 - €47.500 = €5.780

- Stap 2: meer DAN HERMAN --> dus delen door Herman

--> €5.780 : €47.500 x 100 = 12,2% 

BTW

Belasting over de toegevoegde waarde

- 

HUISWERK

- spullen in orde

- 3.1: 1 t/m 7, 10 en 11