les 4, BAC3

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les:
  • Je kan argumenten verzinnen volgens A.U.B-methode.
  • Je kan een tegenargument bedenken met weerlegging.
  • Je neemt deel aan het debat
  • Je kan een artikel schrijven

Slide 2 - Tekstslide

Waarom moeten we leren argumenteren?


  • voor later in je werk
  • voor situaties waarin je wilt uitleggen waarom je iets vindt
  • VOOR DE REST VAN DE EXAMENS NEDERLANDS!!!! 
    (schrijven, spreken, gesprekken)

Slide 3 - Tekstslide

Argumenten beoordelen


  • De  argumenten sluiten inhoudelijk aan op het standpunt
  • Het standpunt volgt logisch uit de argumenten.
  • De argumenten zijn inhoudelijk correct
  • De argumenten bevatten geen drogredenen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wil jij iemand overtuigen van jouw mening/standpunt?


Dan kom je natuurlijk met argumenten vóór jouw standpunt, maar geef je ook aan waarom mensen tegen zouden kunnen zijn. Deze argumenten weerleg je vervolgens om jouw standpunt nóg sterker te maken

Slide 7 - Tekstslide

Drogreden = vals argument
-opschepperij
-emotionele chantage
-veronderstelling
-generalisatie
-cirkelredenering
-persoonlijke aanval
-vals dilemma

Slide 8 - Tekstslide

Even oefenen

Slide 9 - Tekstslide

Alcoholproducten moeten 2 keer zo duur worden.
Standpunt VOOR.
Wat is jouw argument?

Slide 10 - Open vraag

Alcoholproducten moeten 2 keer zo duur worden.
Standpunt VOOR.
Wat is jouw tegenargument met weerlegging?

Slide 11 - Open vraag

Nu zelf verder.
We gaan in debat. 
Verdeel de klas in 2 groepen

Jullie krijgen zo een stelling. 
De ene groep is VOOR
De andere groep TEGEN

Slide 12 - Tekstslide

IEDERE WERKNEMER MOET EEN MAAND PER JAAR STAGELOPEN IN EEN ANDERE SECTOR. 

Slide 13 - Tekstslide

schrijven
Over het belastingmuseum 

of

over de stelling:
Het is goed om jezelf te trakteren en niet naar je uitgaven te kijken. Het zijn toch maar kleine bedragen. 

Slide 14 - Tekstslide

Wat vonden jullie van deze les?

Slide 15 - Woordweb