AF MZ/VB P3.3

AF week 3.3
Thema 13

Hoofdstuk 14: voortplantingsstelsel
14.1 inleiding
14.2 het vrouwelijke geslachtsorgaan 
Blz. 295 t/m 303


1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
afpMBO

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

AF week 3.3
Thema 13

Hoofdstuk 14: voortplantingsstelsel
14.1 inleiding
14.2 het vrouwelijke geslachtsorgaan 
Blz. 295 t/m 303


Slide 1 - Tekstslide

Wat weet jij al van het voortplantingsstelsel?

Slide 2 - Open vraag

14.1 Inleiding
- Maakt de voortplanting van de mens mogelijk
- Man en vrouw verschillend in bouw
- Bij de vrouw grootste gedeelte in de onderbuik
- Bij de man groot gedeelte buiten de buik

Slide 3 - Tekstslide

14.2 Het vrouwelijke geslachtsorgaan
Bestaat uit:
- 2 eierstokken (ovaria)
- 2 eileiders (tubae)
- baarmoeder (uterus)
- schede (vagina)

Slide 4 - Tekstslide

14.2 Het vrouwelijke geslachtsorgaan
2 eierstokken (ovaria)
- Links en rechts naast de baarmoeder ''opgehangen'', aan enkele bindweefselbanden.
- Eivormig, 3-4 cm lang weegt ongeveer 7,5 gram.
- Einde met trechtervormige uitlopers
- Bestaat uit een merg en schors
- Twee functies:
1. de productie van eicellen 
2. de aanmaak van vrouwelijke hormonen





Slide 5 - Tekstslide

14.2 Het vrouwelijke geslachtsorgaan
2 eierstokken (ovaria)
- Maken 2 belangrijke vrouwelijke hormonen aan:
1. oestrogeen --> stimuleert ontwikkeling geslachtsorganen en voor het soepel blijven van het slijmvlies in de baarmoeder (menstruatie)
2. progesteron --> belangrijke rol in menstruatiecyclus en tijdens zwangerschap. 

Productie hormonen in eierstokken, maar ook bijnieren





Slide 6 - Tekstslide

14.2 Het vrouwelijke geslachtsorgaan
2 eileiders
- Deze vangen de eicel op en zorgen voor het transport naar de baarmoeder
- Soepele buisjes van ongeveer 10 cm lang, brede kant vorm van een trechter.
- Het brede, trechtervormige uiteinde vangt na de eisprong de eicel op.
- Dunne einde van de eileider komt uit in de baarmoeder
- Er bevinden zich trilharen die door golvende beweging de eicel verplaatst richting de baarmoeder

Slide 7 - Tekstslide

14.2 Het vrouwelijke geslachtsorgaan
Baarmoeder
- peervormig orgaan
- ligt diep in het bekken, tussen de blaas en endeldarm
- 5-10 cm lang en weegt +/- 100 gram
- aan beide kanten houden banden de baarmoeder op de plek
- 2 onderdelen: baarmoederlichaam en de baarmoederhals
- baarmoederhals is de uitgang, afgesloten met slijmprop
(tegen infecties)
- laatste gedeelte baarmoedermond, komt uit in vagina
- na de menstruatie sluit de baarmoedermond weer
- Belangrijkste functie: herbergen bevruchte eicel

Slide 8 - Tekstslide

14.2 Het vrouwelijke geslachtsorgaan
Vagina
- andere naam schede
- soepele spierbuis met een lengte van 8-10 cm
- ligt tussen de blaas en endeldarm en maakt een hoek van 90 graden met de baarmoeder
- uitwendige deel heet de vulva

Meerdere functies:
- afvoerkanaal van menstruatiebloed
- ontvangen van de penis van de man, opvang zaad
- geboortekanaal tijdens de bevalling

Slide 9 - Tekstslide

14.2 Het vrouwelijke geslachtsorgaan
Vagina
Het meercellig plaveiselepitheel van de vagina 
produceert voortdurend een slijmerige afscheiding, 
fluor vaginalis.

Bevat stoffen die door bacteriën worden omgezet in melkzuur. 
Horen er te zijn. 

Kolonisatie van goede bacteriën: flora van Döderlein.
Doordat vagina van binnen ''zuur'' is, 
hebben andere bacteriën geen kans. 

Slide 10 - Tekstslide

14.2 Het vrouwelijke geslachtsorgaan
Vulva
- uitwendige gedeelte van het vrouwelijke geslachtsorgaan.
- 2 onbehaarde kleine schaamlippen,
- 2 overlappende grote schaamlippen, behaard en bevatten veel zweetklieren, geurklieren en talgklieren. Ze lopen van de bilnaad naar de venusheuvel.
- in ontspannen toestand liggen de schaamlippen 
tegen elkaar aan en sluiten de schede af.

Klieren van Bartholin:
- liggen aan weerszijde van de schede
- produceren slijm bij seksuele opwinding


Slide 11 - Tekstslide

14.2 Het vrouwelijke geslachtsorgaan
De menstruatiecyclus
- periodieke verandering in het lichaam van de geslachtsrijpe vrouw
- komt in de puberteit op gang (menarche) +/- 13 jaar
- eindigt met de overgang (menopauze) +/- op 50e start

Menstruatiecyclus staat onder invloed van hormonen die in de hersenen en eierstokken worden aangemaakt.

Doel: succesvolle innesteling van een bevruchte eicel in de baarmoeder tot stand brengen.
Cyclus duurt 25 tot 35 dagen, gemiddeld 28 dagen.


Slide 12 - Tekstslide

14.2 Het vrouwelijke geslachtsorgaan
- Onderscheid in proliferatiefase en secretiefase
- Door het afstoten van de bovenste laag van het baarmoederslijmvlies verlaat oud bloed het lichaam. 
- In de hersenen wordt de hypofyse door de hypothalamus aangezet tot productie van 2 hormonen:
1. FSH: follikelstimulerend hormoon
2. LH: luteïniserend hormoon

Slide 13 - Tekstslide

14.2 Het vrouwelijke geslachtsorgaan
Proliferatiefase:
- FSH stimuleert de groei van een follikel in de eierstok


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

To do...
Maak:
Thema 13 
Hoofdstuk 14 
Opdracht 1  t/m 11

Slide 16 - Tekstslide