H7.3 deel 1

Havo 4 
7.3 De democratische revoluties

Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
- hoe de Amerikaanse revolutie verliep.
- hoe de Bataafse revolutie verliep


KA: De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Havo 4 
7.3 De democratische revoluties

Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
- hoe de Amerikaanse revolutie verliep.
- hoe de Bataafse revolutie verliep


KA: De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.

Slide 1 - Tekstslide

Catherina de Grote
Lodewijk XIV
Frederik de Grote
Willem III
Nederland
Rusland
Pruissen
Frankrijk
Wel absolutisme
Wel absolutisme
Wel absolutisme
Geen absolutisme
Verlicht
Verlicht
Niet verlicht
Niet verlicht

Slide 2 - Sleepvraag

Verlichting
Ancien Regime
rationalisme

traditie
gelijkwaardigheid
Trias Politica 
onderzoek en experiment

standenmaatschappij

absolutisme
natuurrechten 

Slide 3 - Sleepvraag


Je ziet een Franse spotprent uit 1789. Welke uitspraak over de tekening is waar?
Gebruik de bron
A
De onderste man, die krom loopt, hoort bij de derde stand. De tekenaar wil met deze tekening zeggen dat het goed is om de derde stand hard te laten werken.
B
De onderste man, die krom loopt, hoort bij de derde stand. De tekenaar wil met deze tekening zeggen dat de derde stand wordt uitgebuit door de eerste en de tweede stand.
C
De bovenste twee mensen horen bij de derde stand. De tekenaar wil met deze tekening zeggen dat de derde stand lui is en harder zou moeten werken.
D
De bovenste twee mensen horen bij de derde stand. De tekenaar wil met deze tekening zeggen dat de derde stand bestaat uit verstandige mensen die anderen voor zich laten werken.

Slide 4 - Quizvraag

Havo 4 
7.3 De democratische revoluties
De Amerikaanse revolutie
Ancien régime                   democratische revoluties                     rechtsstaat









De eerste democratische revolutie gebeurde in Noord- Amerika, waar dertien Britse koloniën in opstand kwamen tegen het moederland.
Bestuur voor de democratische revoluties.
Waarin mensen niet gelijk zijn, maar de rijke adel/ geestelijken privileges hadden.
Landen werden bestuurd door een kleine groep rijken, een absoluut vorst of een verlicht absoluut vorst.

Revoluties waarbij burgers streden voor politieke invloed en gelijkheid.
- Amerikaanse revolutie
- Franse revolutie
- Bataafse revolutie
Staat waarin de gelijke rechten en plichten zijn vastgelegd in eigen gemaakte (door het volk) wetten, waaraan iedereen (inclusief de overheid) zich aan moet houden. Onderdanen werden hierdoor burgers met politieke rechten en plichten.
Ze gingen een gemeenschap vormen die zichzelf bestuurden

Slide 5 - Tekstslide

Havo 4  7.3 De democratische revoluties
De Amerikaanse revolutie
--> de onafhankelijkheidsoorlog van de 13 Amerikaanse 
koloniën. (1765 - 1787) tegen het moederland Engeland.
--> Hoogtepunt; Op 4 juli 1776 verklaarde het congres (gekozen door de opstandige staten) de opstand zichzelf onafhankelijk.

Amerikaanse rechtsstaat is gebaseerd op het idee van John Locke.
Rechtsstaat gebaseerd op het idee dat alle mensen gelijk zijn en onvervreemdbare rechten hebben.
Regeringen moeten die mensenrechten garanderen. Als dat niet mag gebeurd, mag het volk de regering afzetten en een nieuwe instellen.

Slide 6 - Tekstslide

Havo 4 
7.3 De democratische revoluties
De Amerikaanse revolutie eindigde in 1787 met de grondwet + Bill of right.
VS een democratische rechtsstaat --> nationale regering o.l.v. een gekozen president.  Om machtsmisbruik te voorkomen --> Scheiding der machten.





                                                           
 President en het Congres worden democratisch gekozen door staatsburgers (blanke mannen).

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

De Amerikaanse Revolutie (1776) was gebaseerd op verlichte idealen. Combineer de uitleg met het verlichtingsideaal.
John Locke: onvervreemdbare rechten & sociaal contract
Montesquieu: trias-politica / driemachtenleer

alle mensen zijn gelijk
recht op leven, vrijheid en het streven naar geluk.
de regering moet de mensenrechten garanderen
het gezag van de regering is gebaseerd op de instemming van het volk.
de staatsmacht is in verschillende handen.
Congres (senaat & Huis van Afgevaardigden), president en hooggerechtshof
wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht

Slide 9 - Sleepvraag

Havo 4 
7.3 De democratische revoluties
De Bataafse revolutie
Van der Capellen tot den Pol schreef in 1781 een pamflet 'Aan het volk van Nederland' waarin hij schreef dat de Oranjes het volk behandelden als hun eigendom.
--> Volk moet voorbeeld nemen aan de Batavieren (algemene vergaderingen).

 Het pamflet was het startsein voor de democratische beweging van de patriotten. Zij kwamen in opstand en namen in enkele steden de macht over. Wilhelmina van Pruisen vroeg hulp aan haar broer, de koning van Pruisen. In 1787 maakte een Pruisisch leger een eind aan de patriottenopstand.



Inval van het Pruissische leger

Slide 10 - Tekstslide

Havo 4 
7.3 De democratische revoluties
De Bataafse revolutie 1795 - 1805
In 1795 begon de Bataafse Revolutie met de inval van het Franse leger. De Bataafse Republiek werd uitgeroepen met een scheiding van kerk en staat.​
​- Er kwam een Nationale Vergadering. De Nationale Vergadering was verdeeld of de gewesten zelfstandig mochten blijven of dat er een eenheidsstaat moest komen.​
- calvinisten raakten voorrechten kwijt.
Frankrijk greep in toen de Nationale Vergadering het niet eens werd. ​
1798: Nederland werd een eenheidsstaat met algemeen mannenkiesrecht​
1805: Napoleon schafte de Nederlandse democratie af, einde van de Bataafse Revolutie​
1806: Napoleon hief Bataafse Republiek op, Nederland werd een koninkrijk​
1810: Napoleon lijfde Nederland bij Frankrijk in​
1813: Nederland werd bevrijd, werd weer een monarchie en eenheidsstaat​.







Koning Holland, Lodewijk Napoleon (broertje)
Napoleon Bonaparte
Bekijk de video tot 28:34

Slide 11 - Tekstslide

Gebruik afbeelding 7.10 Leg uit dat deze afbeelding past bij het kenmerkend aspect van deze paragraaf.

Slide 12 - Open vraag

Leg uit wat er bij de democratische revoluties veranderde wat betreft;
a. grondwetten
b. staatsburgers
c. vaststelling van wetten en
d. deelneming aan de politiek

Slide 13 - Open vraag

Toon telkens met twee voorbeelden aan dat verlichte ideeën werden opgenomen in;
- de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring en
- de Amerikaanse grondwet.

Slide 14 - Open vraag

Zet de zinnen in de juiste volgorde van vroeger naar later.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Johan Derk van der Capellen tot den Pol publiceert; Aan het volk van Nederland.
Op verzoek van prinses WIlhelmina maakt een Pruissisch leger een eind aan de patriottenopstand.
Patriotten verjagen de regenten in Utrecht en andere steden.
Het Franse leger valt Nederland binnen en helpt patriotten aan de macht; Willem V vlucht naar Engeland.
De Staten-Generaal roepen de Bataafse Republiek uit en leggen de mensenrechten vast.
De Nationale Vergadering wordt gekozen en deze stelt in 1798 een democratische grondwet vast en maakt daarmee van Nederland een eenheidstaat.
Napoleon maakt een eind aan de Nederlandse democratie.
Nederland wordt een koninkrijk onder Lodewijk Napoleon.
Nederland wordt onderdeel van Frankrijk.
Nederland word bevrijd en wordt weer een monarchie en een eenheidsstaat.

Slide 15 - Sleepvraag

Werk het leerdoel uit.
Leg uit hoe de Amerikaanse revolutie verliep.

Slide 16 - Open vraag

Werk het leerdoel uit.
Leg uit hoe de Bataafse revolutie verliep.

Slide 17 - Open vraag