h5 basis 4 deel 1

Lesdoel: Aan het einde van de les weet je waarom Nederlanders ontevreden waren met het Spaanse bestuur en weet je waardoor de opstand tegen Spanje begon.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lesdoel: Aan het einde van de les weet je waarom Nederlanders ontevreden waren met het Spaanse bestuur en weet je waardoor de opstand tegen Spanje begon.

Slide 1 - Tekstslide

Nederland is niet altijd een zelfstandig land geweest. Voor een lange tijd is Nederland een deel van Frankrijk, toen Bourgondië, daarna Duitsland en later Spanje geweest. Daarna kwam pas het land dat we nu kennen. 
Nederland is een eigen land geworden na de 80-jarige oorlog. In deze les kom je te weten hoe Nederland in de Spaanse tijd bestuurd werd.

Slide 2 - Tekstslide




Het rijk van koning Filips II van Spanje rond het jaar 1550.
('Paises Bajos' betekent 'De Lage Landen')

Slide 3 - Tekstslide

Zoals je op de kaart zag is Filips II, de koning van Spanje (zie de afbeelding), in de eerste helft van de 16e eeuw de baas in Nederland, België en Luxemburg. Deze drie landen samen werden vroeger 'De Lage Landen' of 'De Nederlanden' ('Neder' is een oud woord voor 'laag') genoemd.

Slide 4 - Tekstslide

In de 16e eeuw duurde het lang om tussen verschillende gebieden te reizen. Reizen gingen per paard of per schip. Daarom was het voor Filips II erg moeilijk om alle losse delen van zijn rijk in zijn eentje te besturen. 

Verder had elk gebied en gewest zijn eigen wetten en regels. Dit maakte het voor Filips II erg moeilijk om bijvoorbeeld belasting te kunnen heffen. Hij wilde graag een centraal bestuur hebben in de Nederlanden, zodat de gewesten minder macht zouden hebben en het bestuur dus makkelijker zou worden.

Slide 5 - Tekstslide

Om Filips II te helpen met het bestuur van zijn grote rijk had hij mensen in dienst. In de Nederlanden was de Landvoogd de bestuurder namens Filips II. Een landvoogd is dus een bestuurder van een bepaald gebied, die gehoorzaamt aan een koning. een bekende landvoogd is Hertog van Alva (zie de afbeelding) Hij was dus de baas in de Nederlanden in naam van de Spaanse koning.

Slide 6 - Tekstslide

De Nederlanden waren verdeeld in zeventien gewesten. Een gewest is vergelijkbaar met een Nederlandse provincie van tegenwoordig. Elk gewest had een eigen stadhouder. De stadhouder moest zorgen voor orde en vrede in een gewest. Zij moesten de landvoogd gehoorzamen. Een bekende stadhouder is Willem van Oranje, hij was stadhouder van de gewesten Holland, Utrecht en Zeeland.

Slide 7 - Tekstslide

Zoals je hebt geleerd wilde Filips II een centraal bestuur in de Nederlanden. Hier waren veel edelen op tegen, omdat zij hierdoor hun speciale rechten en baantjes zouden verliezen. Ze zouden vervangen worden door 'gewone' mensen die loyaal waren aan koning Filips II.

Slide 8 - Tekstslide


Een centraal bestuur hield ook in dat alle mensen in het gebied hetzelfde geloof hadden. Filips II was katholiek, en wilde dus dat iedereen in zijn rijk katholiek zou blijven. Mensen die dit niet deden werden zwaar gestraft. Zij werden ketters genoemd en vaak kwamen zij op de brandstapel terecht. Hier waren veel Nederlanders woedend om.

Slide 9 - Tekstslide


Deze woede van de protestanten leidde tot haat op de katholieke kerk. de protestanten vonden dat alleen Jezus en God vereerd moesten worden. De Bijbel vonden zij het allerbelangrijkst. De katholieken vereerden naast Jezus en God allerlei heiligen die wonderen hadden verricht. Vaak werden er beelden en schilderijen gemaakt van deze heiligen.

Slide 10 - Tekstslide

Protestanten mochten niet samenkomen in een kerk. daarom werden veel protestantse diensten in de open lucht gehouden. deze diensten heten ook wel 'hagenpreken'. Deze werden bijvoorbeeld gehouden in een weiland, tussen de heggen. (vandaar de naam hagenpreken)

Slide 11 - Tekstslide


Na een van zulke hagenpreken in 1566 worden de protestanten opgeruid. Zij gaan op pad naar katholieke kerken en slopen daar alle beelden en schilderijen die niet van Jezus zijn. Ook worden veel dure voorwerpen kapotgemaakt of gestolen. 
Dit is het begin van de Beeldenstorm. de Beeldenstorm verspreidt zich snel over de Nederlanden.

Slide 12 - Tekstslide

Bekijk nu de video op de volgende slide. 
Beantwoord daarna de vragen in de LessonUp.

Slide 13 - Tekstslide

5

Slide 14 - Video

01:06
Waarom begrepen mensen de katholieke diensten vroeger niet?
A
de teksten waren te ingewikkeld.
B
De diensten werden gehouden in het Duits.
C
De diensten werden gehouden in het Latijn.
D
Er werden rare dingen gezegd.

Slide 15 - Quizvraag

02:41
Waarom zijn de Nederlandse edelen ontevreden?

Slide 16 - Open vraag

06:55
Waardoor was er honger?
A
Er waren misoogsten en de katholieken hielpen de arme mensen niet
B
Er waren misoogsten en de protestanten hielpen de arme mensen niet
C
Alle oogst moest aan de Spanjaarden worden gegeven
D
Er waren te weinig boeren, want die waren gevlucht

Slide 17 - Quizvraag

07:40
Waaruit blijkt dat de Oude Kerk vroeger een katholieke kerk was?

Slide 18 - Open vraag

08:09
Niet iedereen was protestants tijdens de Beeldenstorm. Hoe denk je dat de katholieken reageerden op de vernielingen?

Slide 19 - Open vraag

Filips II reageert woedend als hij van de Beeldenstorm hoort. Hij stuurt een Spaans leger onder leiding van hertog van Alva naar de Nederlanden. Hij moet de protesten neerslaan.

Veel Nederlandse protestanten ontvluchten het land, ook Willem van Oranje. in 1568 vechten ze terug tegen Alva. Daarmee begint de 80-jarige oorlog.

Slide 20 - Tekstslide