02.04: ordenen van stoffen

• biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

1. Je komt op tijd in de les
2. Je zit samen met je groepje
3. Telefoon op stil/uit en in je tas
   
4. Op tafel: alle boekjes, je schrift, pen, stempelkaart,
    gesloten laptop
   
5. Iedereen is stil en richt zijn aandacht op de docent

Planning deze week

Vandaag (40 min): herhaling 02.03 + uitleg BK 02.04 - ordenen van stoffen

Woensdag (1bd 40 min, 1bf 60 min): Tussentest 02.03 

Woensdag @ toetsband ook herkansing rep H1!

Vrijdag (40 min): Stempeldeadline taken 02.03

PK 02.04A goed voorbereiden! Opdracht 3 NIET uitvoeren

02.03 herhaling 

1. luchtpijp 
2. longen
3. hart
4. lever
5. maag
6. dikke darm
7. dunne darm
8. slokdarm
9. milt
10. nieren
11. urineblaas 

02.04: Ordenen van stoffen

Leerdoelen:

• Je kan uitleggen wat een stofeigenschap is en hier voorbeelden van geven
• Je kan uitleggen waaraan je een stof zou kunnen herkennen

Stofeigenschap: een vingerafdruk van een stof. Je kunt hier een stof aan herkennen.

stof: water

fase bij kamertemp.: vloeibaar

Kleur: doorzichtig

stof: spiritus 

fase bij kamertemp. : vloeibaar

kleur: doorzichtig

1 is gevaarlijk, de ander niet.. 

Fase van een stof

De stofeigenschappen die je moet kennen

Fase: kijken/voelen of iets vast vloeibaar of gasvormig is

Smaak: tijdens het koken even proeven of iets suiker/zout is mag. Bij de science les doe je dit NIET.

Geur: voorzichtig ruiken

Kookpunt: wanneer een stof van vloeistof naar gas verandert (verdampt)

Smeltpunt: wanneer een stof van vast naar vloeibaar verandert (smelt)
Stolpunt: wanneer een stof van vloeibaar naar vast verandert (stolt)

Kleur: een stof herkennen aan de kleur

Elektrische geleiding: bv: koper geleidt goed, rubber niet.

Oplosbaarheid in water: suiker lost goed op in water, cornflakes niet.

Fase: kijken/voelen of iets vast vloeibaar of gasvormig is

Smaak: tijdens het koken even proeven of iets suiker/zout is mag. Bij de science les doe je dit NIET.

Geur: voorzichtig ruiken

Kookpunt: wanneer een stof van vloeistof naar gas verandert (verdampt)

Smeltpunt: wanneer een stof van vast naar vloeibaar verandert (smelt)

Stolpunt: wanneer een stof van vloeibaar naar vast verandert (stolt)

Kleur: een stof herkennen aan de kleur

Elektrische geleiding: bv: koper geleidt goed, rubber niet.

Oplosbaarheid in water: suiker lost goed op in water, cornflakes niet.

Wat ga je nu doen?

1. Stempelkaart doornemen

2. Taken 02.03 afronden

3. BK 02.04 lezen, daarna OK 02.04 maken

Vrijdag deadline 02.03 taken!!!

Hierna is het stil..

Voor deze tijd blijft het stil...

Tussentest 02.03

Schrijf als eerste je naam, klas en groepsnaam 

op het blaadje.

Je maakt hem... 

• Individueel
• Met blauwe/zwarte pen schrijven.
  
  

Als je klaar bent, draai je je blad om en blijf je stil tot alle TT zijn opgehaald.