check SE schrijfvaardigheid

Bonjour à tous!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bonjour à tous!

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de eerste zin van jouw persoonlijke mail?

Slide 2 - Open vraag

Wat is er fout in deze zin:
Je suis disponible de 8 juin au 30 julliet
A
julliet (= juillet)
B
disponible (= disponsible)
C
de (= du)
D
au (= à)

Slide 3 - Quizvraag

Welk woord ontbreekt ?
J'ai beaucoup expérience dans ce domaine.

Slide 4 - Open vraag

Wat kan beter in deze zin:
Je peux commencer le trois décembre.
A
commencer = > commence
B
LE moet weg
C
peux = > pourrais
D
peux => veux

Slide 5 - Quizvraag

Op uw website heb ik gelezen ...

Slide 6 - Open vraag

Je wilt een plaatsje reserveren op een camping. Wat is het onderwerp van je brief? Objet: (noteer het Franse woord)

Slide 7 - Open vraag

Wat is er fout in deze zin:
Je cherche un l'emploi temporaire en france.
A
france => France
B
emploi => poste
C
Je cherche => Je cherches
D
un l'emploi => un emploi

Slide 8 - Quizvraag

Noteer de plaats (waar je nu bent) en de datum van vandaag zoals in een brief.

Slide 9 - Open vraag

Vertel dat... je wilt solliciteren op de vacature voor rondleider in de Alpen.

Slide 10 - Open vraag

Als ik een periode moet aangeven doe ik dat als volgt: "je suis disponible ........"
A
de 15 Septembre à 12 Novembre
B
de 15 septembre à 12 novembre
C
du 15 Septembre à 12 Novembre
D
du 15 septembre au 12 novembre

Slide 11 - Quizvraag

Wat klopt: " une___comédie
A
long
B
longe
C
longue
D
longes

Slide 12 - Quizvraag

Traduis: ik zou graag mijn Frans verbeteren.

Slide 13 - Open vraag

Vertel dat ... je na je eindexamen een tijdje naar Frankrijk zou willen gaan.

Slide 14 - Open vraag

Wat klopt "J'ai fait connaissance avec un ____élève____"
A
un nouveau élève
B
un élève nouveau
C
un nouvel élève
D
un élève nouvel

Slide 15 - Quizvraag

Wat klopt er?
A
Je fais beaucoup de la natation.
B
Je fais beaucoup le nager.
C
Je fais beaucoup nager.
D
Je fais beaucoup de natation.

Slide 16 - Quizvraag

Vertaal: Ik zit nu in de eindexamenklas, (begin NIET met ik!)

Slide 17 - Open vraag

Maak deze zin ontkennend:
J'ai beaucoup apprécié ce restaurant.

Slide 18 - Open vraag