Quiz BOL 2
1 / 26
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De huidlagen van buiten naar binnen
A
opperhuid, onderhuids bindweefsel, lederhuid
B
lederhuid, opperhuid, onderhuidsbindweefsel
C
opperhuid, lederhuid, onderhuidsbindweefsel
D
lederhuid, onderhuids bindweefsel, opperhuid
Slide 2 - Quizvraag
haarzakje
bloedvaten
talgklier
Epidermis
Dermis
Subcutis
Kiemlaag
geen doorbloeding
eelt
bevat lymfevaten
voorziet opperhuid van voedingsstoffen
vetweefsel
zweetklier
Slide 3 - Sleepvraag
De nieren filteren per dag ongeveer
....?.... liter bloed
....?.... liter bloed
A
180
B
60
C
2000
D
1440
Slide 4 - Quizvraag
welke functie heeft kauwen van voedsel?
A
Het kauwen bevordert de reflux.
B
Kauwen voorkomt de vorming van galstenen.
C
enzymen in spijsverteringssappen hun werk goed doen.
D
eiwitten, suiker en zetmeel direct worden opgenomen in het
bloed.
Slide 5 - Quizvraag
slokdarm
Maag
dunne darm
colon
oesofagus
dikke darm
duodenum
gastr
Slide 6 - Sleepvraag
welke taken heeft de lever?
A
De lever maakt insuline.
B
De lever maakt alvleessap.
C
De lever slaat suiker op
D
de lever maakt eiwitten aan uit aminozuren
Slide 7 - Quizvraag
welk orgaan zie je hier?
A
dikke darm
B
12 vingerige darm
C
dunne darm
D
endeldarm
Slide 8 - Quizvraag
Wat zijn functies van de huid?
(Meerdere antwoorden kunnen goed zijn)
(Meerdere antwoorden kunnen goed zijn)
A
Barrierefunctie
B
Waarneming
C
Warmteregeling
D
Vitamine D-productie
Slide 9 - Quizvraag
Nieren
Slide 10 - Woordweb
Van buiten naar binnen bestaat de nier uit....
A
Nierschors, niermerg, nierbekken
B
Niermerg, nierbekken, nierschors
C
Nierbekken, niermerg, nierschors
D
Nierschors, nierbekken, niermerg
Slide 11 - Quizvraag
observatiepunten
bij urine
Slide 12 - Woordweb
De enige functie van de .... is het vervoer van voedsel van de mond naar de maag.
A
Alvleesklier
B
Twaalfvingerige darm
C
Slokdarm
D
Dunne darm
Slide 13 - Quizvraag
De meeste voedingsstoffen uit ons eten worden opgenomen in de ...
A
Dikke darm
B
Dunne darm
C
Twaalfvingerige darm
D
Endeldarm
Slide 14 - Quizvraag
Waar denk je aan bij het woord; uitscheidingsstelsel?
Slide 15 - Open vraag
De spijsvertering eindigt bij de anus, waar BEGINT de spijsvertering?
A
In de maag
B
In de dikke darm
C
In de mond
D
In de slokdarm
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de functie van speeksel?
A
Verteren van zetmeel
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Geeft smaak aan het eten
D
Verteren van eiwitten
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de goede volgorde van je spijsvertering?
A
slokdarm, maag, dikke darm, dunne darm
B
mondholte, slokdarm, dunne darm, maag
C
mondholte, slokdarm, maag, dunne darm
D
dikke darm, dunne darm, mondholte, maag
Slide 18 - Quizvraag
De slokdarm
transporteert het voedsel van de keelholte naar de maag.
transporteert het voedsel van de keelholte naar de maag.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quizvraag
De functie van de dikke darm is...
A
indikken van voedselbrij
B
opname van vitamine K
C
voedingsbodem voor een speciaal soort bacteriën
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 20 - Quizvraag
Wat zijn de belangrijkste functies van de lever?
Slide 21 - Open vraag
Wat is de functie van glucagon?
A
Het verhoogt de bloedsuikerspiegel
B
Het verlaagt de bloedsuikerspiegel
Slide 22 - Quizvraag
Produceren urine
Voeren urine af
Opvang van urine
Uitplassen van urine
Urineleiders
Nieren
Urinebuis
Blaas
Slide 23 - Sleepvraag
Wat is de juiste volgorde van het uitscheidingsstelsel?
A
1. nierbekken
2. urineleider
3.urineblaas
4. urinebuis
B
1. urinebuis
2. urineblaas
3. urineleider
4. nierbekken
C
1. urineleider
2.urineblaas
3. nierbekken
4.urinebuis
D
1.nierbekken
2. urineblaas
3. urineleider
4. urinebuis
Slide 24 - Quizvraag
Bloed stroomt in de nieren via de:
A
Urineleider
B
Nierader
C
Poortader
D
Nierslagader
Slide 25 - Quizvraag
Wat is urine retentie?
A
Een giftige stof in de urine die je uit plast
B
Een deel van urine dat achter blijft als je plast
C
Een deel in de nier waar urine gevormd wordt
D
Het deel in de urine wat achter blijft na centrifuge
