H2 - Thema: Jezelf voorstellen (a1)

Bonjour! 


Comment ça va? 
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bonjour! 


Comment ça va? 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les devoirs 


Plenda | Maandag 30 september 
  • FA - Lr. 15x voca 


Uitleg 
  •  Lr. = leren 
  • Voca. = vocabulaire (woorden) 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bienvenue!
Le programme

  • Vocabulaire | 15' 
  • Écouter : le dialogue 2 | 15'
  • Faire : exercice 15 | 10'
  • Écrire : je me présente | 5'
Lesdoelen : aan het einde van de les ...

- heb ik 15 franse woordjes in mijn schrift geschreven.
- kan ik een dialoog tussen 3 fransen volgen.
- kan ik vragen beantwoorden die over mijzelf gaan.
- kan ik mezelf kort voorstellen in het Frans. 



    Mevrouw de With (Docent in opleiding)
    Afwezig: dinsdag, donderdag & vrijdag

    Mevrouw Geluk (Bonheur)
    r.geluk@hetbaarnschlyceum.nl
    Afwezig: dinsdagochtend & vrijdag

    Slide 3 - Tekstslide

    door de les heen vocabulaire van te voren zeggen dat je dat gaat doen en dat je dan wilt weten wat het betekend

    herhaling voca klassentaal, af en toe zeggen 


    voca = samenwerken ?
    Apprendre: le nouveau vocabulaire
    Lire et écouter :

    - Ouvre le livre 
    - Tu peux fermer la fenêtre?
    - Tu peux répéter la phrase? 
    - Silence, s'il vous plaît 
    - C'est à la page .... 
    - Encore une fois. 
    - Réponds aux questions.
    - Bonne chance! 
    - C'est l'heure. 


    timer
    5:00
    - Désolé 
    - Tout le monde 
    - aujourd'hui 

    Slide 4 - Tekstslide

    Duidelijk zeggen dat ze dit achterin moeten opschrijven bij de rest van de vocabulaire. 
    Dit zijn zinnen die vaker voorkomen in de les en dus is het belangrijk om hier de betekenis van te kennen. 

    Als ze klaar zijn met schrijven, in Plenda zetten wat het huiswerk is, oftewel deze zinnen kennen 

    Vertalen:
    Uitbeelden? 
    Vocabulaire 
    Vocabulaire thema jezelf voorstellen 

    • Bonjour 
    • Bonsoir 
    • Salut 
    • Au revoir 
    • A bientôt 
    • A demain 
    • Comment tu t'appelles? 
    • (Comment) ça va?
    • Je m'appelle ...
    • Je suis ... 
    • Tu as quel âge?
    • J'ai douze ans 
    • Tu habites où?
    • J'habite (à) ...


    timer
    10:00
    Schrijf de woorden over in je schrift en probeer of je ze kan vertalen.


    Ben je klaar? Pak je boek en maak exercice 10 van pagina 21. 


    Slide 5 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Écouter : le dialogue 
    timer
    15:00
    Écoute le dialogue 

    - luister een eerste keer en beantwoord de vragen 3 en 4 van ex. 12 p.22
    - luister nog een keer en beantwoord de vragen 2 t/m 5 van ex. 13 p.22
    - question bonus : 6 t/m 8 

    Slide 6 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Faire : exercice 15 p.24
    Werk in tweetallen. 

    Vul het gesprek in. 
    Speel daarna met je buurman/buurvrouw het gesprek. 
    Wissel van rol zodat iedereen beide kanten van het gesprek heeft gezegd. 
    timer
    10:00

    Slide 7 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Écrire 
    `Stel jezelf voor in het Frans:

    Met de nieuwe woorden van de vocabulaire van vandaag, probeer om jezelf kort voor te stellen. 

    - Bonjour ........
    timer
    5:00

    Slide 8 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Les devoirs et les objectifs
    Lesdoelen : aan het einde van de les ...

    - heb ik 15 franse woordjes in mijn schrift geschreven.
    - kan ik een dialoog tussen 3 fransen volgen.
    - kan ik vragen beantwoorden die over mijzelf gaan.
    - kan ik mezelf kort voorstellen in het Frans. 


      Slide 9 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Bonjour! 


      Cours 2 

      Slide 10 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Bienvenue!
      Le programme

      • Vocabulaire | 10' 
      • Terugblik SO | 5'
      • Prononciation (uitspraak) | 5'
      • Parler | 15'

        Lesdoelen : aan het einde van de les ...

        - heb ik 17 franse woordjes in mijn schrift geschreven.
        - snap ik hoe je de franse accenten uitspreekt. 
        - weet ik hoe ik "ou", "au" en "oi" correct uitspreek 
        - kan ik mezelf kort voorstellen in het Frans. 




          Mevrouw de With (Docent in opleiding)
          Afwezig: dinsdag, donderdag & vrijdag

          Mevrouw Geluk (Bonheur)
          r.geluk@hetbaarnschlyceum.nl
          Afwezig: dinsdagochtend & vrijdag

          Slide 11 - Tekstslide

          door de les heen vocabulaire van te voren zeggen dat je dat gaat doen en dat je dan wilt weten wat het betekend

          herhaling voca klassentaal, af en toe zeggen 



          Oefen SO, terugblik
          Lidwoorden 

          • Het land    =  ______ pays (m)
          • De boom  =  ______ arbre 
          • De inwoner = ______ habitant 
          • De vrienden = ______ amis 
          • Een vriend = ______ ami (m)
          • Een dorp = _______ village 
          • landen = ______ pays 
          timer
          5:00

          Slide 12 - Tekstslide

          Duidelijk zeggen dat ze dit achterin moeten opschrijven bij de rest van de vocabulaire. 
          Dit zijn zinnen die vaker voorkomen in de les en dus is het belangrijk om hier de betekenis van te kennen. 

          Als ze klaar zijn met schrijven, in Plenda zetten wat het huiswerk is, oftewel deze zinnen kennen 

          Vertalen:
          Uitbeelden? 
          Vocabulaire 
          Vocabulaire thema jezelf voorstellen 

          •  Ça va (bien)
          • Pas mal 
          • Je me présente 
          • Tu es dans quelle classe?
          • Je suis en cinquième 
          • Et toi? 
          • C'est 
          • Dans 
          • Le graçon 
          • La fille 
          • Monsieur
          • Madame 



            timer
            10:00
            Schrijf de woorden over in je schrift en probeer of je ze kan vertalen.



            • Le prénom 
            • Le nom (de famille)
            • L'âge 
            • La ville 
            • Le village 
            Plenda | Woensdag 2 oktober 
            • FA - Lr. 17x voca 


            Slide 13 - Tekstslide

            Hier was ik 25 min aan kwijt 
            Exercice 15 page 24 
            • Bonjour 

            • Comment tu t'appelles 

            • C'est un joli prénom 

            • Tu es en quelle classe?

            • Tu habites où?

            • Au revoir! 
            timer
            5:00

            Slide 14 - Tekstslide

            Duidelijk zeggen dat ze dit achterin moeten opschrijven bij de rest van de vocabulaire. 
            Dit zijn zinnen die vaker voorkomen in de les en dus is het belangrijk om hier de betekenis van te kennen. 

            Als ze klaar zijn met schrijven, in Plenda zetten wat het huiswerk is, oftewel deze zinnen kennen 

            Vertalen:
            Uitbeelden? 
            La prononciation 
            - s/h muet = amis 
            - oi = wa (voisin) 
            - au = oo (au revoir) 
            - ou = oe ( écoute) 
            - ui = wie ( je suis)
            - q = k (quartier) 
            - ai = è ( j'ai )
            - ç = s ( garçon) 

            - page 16 

            • Je suis l'amie de mon voisin.
            • Tu es français ? 
            • Où est le restaurant?  
            • Le garçon est dans le quartier.
            timer
            5:00

            Slide 15 - Tekstslide

            Deze slide heeft geen instructies

            Parler 
            Se présenter


            Faire : exercice 17 à la page 31
            Werk samen. Lopen jullie vast en komen jullie er zelf niet uit? Steek dan je vinger op dan komt de docent langs. 

            Aan het einde gaan er meerdere duo's het gesprekje klassikaal voordoen. 
            timer
            15:00

            Slide 16 - Tekstslide

            Niet gehad 
            Les devoirs et les objectifs
            Lesdoelen : aan het einde van de les ...

            - heb ik 17 franse woordjes in mijn schrift geschreven.
            - snap ik hoe je de franse accenten uitspreekt. 
            - weet ik hoe ik "ou", "au" en "oi" correct uitspreek 
            - kan ik mezelf kort voorstellen in het Frans. 



              Slide 17 - Tekstslide

              Aan het einde van de les iets van de voca roepen en vragen of ze die kunnen vertalen 
              Bonjour! 


              Cours 3
              mercredi 2 octobre

              Slide 18 - Tekstslide

              Deze slide heeft geen instructies

              Bienvenue!
              Le programme

              • Vocabulaire | 10' 
              • persoonlijk voornaamwoord | 10'
              • Werkwoord Être  | 15'



              • Quizlet ? | 5'
                Lesdoelen : aan het einde van de les ...

                - heb ik 16 franse woordjes in mijn schrift geschreven.
                - ken ik het lijstje van persoonlijk voornaamwoorden in het Frans.
                - ken ik het werkwoord être. 



                  Mevrouw de With (Docent in opleiding)
                  Afwezig: dinsdag, donderdag & vrijdag

                  Mevrouw Geluk (Bonheur)
                  r.geluk@hetbaarnschlyceum.nl
                  Afwezig: dinsdagochtend & vrijdag

                  Slide 19 - Tekstslide

                  door de les heen vocabulaire van te voren zeggen dat je dat gaat doen en dat je dan wilt weten wat het betekend

                  herhaling voca klassentaal, af en toe zeggen 


                  voca = samenwerken ?
                  Le nouveau vocabulaire
                  • je te présente p. 16
                  • tu es français? p.16
                  • non, je suis néerlandais(e) p.16 
                  • c'est un village aux pays bas p.16
                  • tu t'appelles p.11
                  • il s'appelle p.11
                  • tu habites p.11
                  • la France p.9
                  • les Pays-Bas (m.pl) p.9
                  • le pays p.9
                  • voici p.14
                  • voilà p.14
                  • et p14
                  timer
                  10:00
                  • néerlandais p.15
                  • français p.15
                  • bien p.15
                  Plenda | Maandag 7 oktober 
                  • FA - Lr. 16x voca 
                  • Mk - boekje p. 4-7

                  Uitleg 
                  •  Lr. = leren 
                  • Voca. = vocabulaire (woorden)
                  • Mk. = maken 
                  • p. = pagina 

                  Slide 20 - Tekstslide

                  Duidelijk zeggen dat ze dit achterin moeten opschrijven bij de rest van de vocabulaire. 
                  Dit zijn zinnen die vaker voorkomen in de les en dus is het belangrijk om hier de betekenis van te kennen. 

                  Als ze klaar zijn met schrijven, in Plenda zetten wat het huiswerk is, oftewel deze zinnen kennen 

                  Vertalen:
                  Uitbeelden? 
                  Le verbe être
                  timer
                  10:00

                  Slide 21 - Tekstslide

                  Duidelijk zeggen dat ze dit achterin moeten opschrijven bij de rest van de vocabulaire. 
                  Dit zijn zinnen die vaker voorkomen in de les en dus is het belangrijk om hier de betekenis van te kennen. 

                  Als ze klaar zijn met schrijven, in Plenda zetten wat het huiswerk is, oftewel deze zinnen kennen 

                  Vertalen:
                  Uitbeelden? 
                  Persoonlijk voornaamwoord 
                  1. je 
                  2. tu 
                  3. il 
                  4. elle
                  5. on 
                  6. nous
                  7. vous 
                  8. ils 
                  9. elles 

                  Slide 22 - Tekstslide

                  Duidelijk zeggen dat ze dit achterin moeten opschrijven bij de rest van de vocabulaire. 
                  Dit zijn zinnen die vaker voorkomen in de les en dus is het belangrijk om hier de betekenis van te kennen. 

                  Als ze klaar zijn met schrijven, in Plenda zetten wat het huiswerk is, oftewel deze zinnen kennen 

                  Vertalen:
                  Uitbeelden? 
                  Les pronoms personnels
                  Enkelvoud
                  Meervoud
                  Ik
                  Jij
                  Hij
                  Zij (ev.)
                  Men,
                  We
                  Wij
                  Jullie, U
                  Zij (mnl.)
                  Zij
                  (vrl.)
                  Je
                  Tu
                  Il
                  Elle
                  On
                  Nous
                  Vous
                  ils
                  Elles

                  Slide 23 - Sleepvraag

                  Deze slide heeft geen instructies

                  Persoonlijk voornaamwoord 
                  Noem 4 persoonlijk voornaamwoorden in het Frans en de Nederlandse vertaling die daarbij hoort

                  Slide 24 - Tekstslide

                  Duidelijk zeggen dat ze dit achterin moeten opschrijven bij de rest van de vocabulaire. 
                  Dit zijn zinnen die vaker voorkomen in de les en dus is het belangrijk om hier de betekenis van te kennen. 

                  Als ze klaar zijn met schrijven, in Plenda zetten wat het huiswerk is, oftewel deze zinnen kennen 

                  Vertalen:
                  Uitbeelden? 
                  Le verbe être 
                  1. Je suis un élève 
                  2. Tu es à l'école 
                  3. Il est très grand 
                  4. Elle est sympas 
                  5. On est en classe 
                  6. Nous sommes au collège 
                  7. Vous êtes en cinquième
                  8. Ils sont des garçons 
                  9. Elles sont des filles 

                  Slide 25 - Tekstslide

                  Duidelijk zeggen dat ze dit achterin moeten opschrijven bij de rest van de vocabulaire. 
                  Dit zijn zinnen die vaker voorkomen in de les en dus is het belangrijk om hier de betekenis van te kennen. 

                  Als ze klaar zijn met schrijven, in Plenda zetten wat het huiswerk is, oftewel deze zinnen kennen 

                  Vertalen:
                  Uitbeelden? 
                  Le verbe être 
                  Vervoeg het werkwoord être 

                  Slide 26 - Tekstslide

                  Duidelijk zeggen dat ze dit achterin moeten opschrijven bij de rest van de vocabulaire. 
                  Dit zijn zinnen die vaker voorkomen in de les en dus is het belangrijk om hier de betekenis van te kennen. 

                  Als ze klaar zijn met schrijven, in Plenda zetten wat het huiswerk is, oftewel deze zinnen kennen 

                  Vertalen:
                  Uitbeelden? 
                  Je ... néerlandais(e)

                  Slide 27 - Open vraag

                  Deze slide heeft geen instructies

                  Vertaal : men is

                  Slide 28 - Open vraag

                  Deze slide heeft geen instructies

                  vous ... au collège

                  Slide 29 - Open vraag

                  Deze slide heeft geen instructies

                  Le verbe être 
                  Klassikaal 
                  • 8c
                  • 16e

                  Zelfstandig 
                  • 18 
                  • 25 

                  Klaar? 
                  • Maak 4 zinnen met het werkwoord être. Gebruik hiervoor 4 verschillende persoonlijke voornaamwoorden
                  timer
                  10:00

                  Slide 30 - Tekstslide

                  Deze slide heeft geen instructies

                  Les objectifs
                  Lesdoelen : aan het einde van de les ...

                  - heb ik 16 franse woordjes in mijn schrift geschreven.
                  - ken ik het lijstje van persoonlijk voornaamwoorden in het Frans.
                  - ken ik het werkwoord être. 

                    Slide 31 - Tekstslide

                    Deze slide heeft geen instructies

                    Bienvenue!
                    Le programme

                    etre correct in boek?
                    liedje 
                    opdracht in klas maken 
                    quizlet 
                    voca 
                        Lesdoelen : aan het einde van de les ...





                          Mevrouw de With (Docent in opleiding)
                          Afwezig: dinsdag, donderdag & vrijdag

                          Mevrouw Geluk (Bonheur)
                          r.geluk@hetbaarnschlyceum.nl
                          Afwezig: dinsdagochtend & vrijdag

                          Slide 32 - Tekstslide

                          door de les heen vocabulaire van te voren zeggen dat je dat gaat doen en dat je dan wilt weten wat het betekend

                          herhaling voca klassentaal, af en toe zeggen 


                          voca = samenwerken ?
                          Bonjour! 


                          Comment ca va? 
                          Cours 4 

                          Slide 33 - Tekstslide

                          Deze slide heeft geen instructies

                          Bienvenue!
                          Le programme

                          • Vocabulaire | 10'
                          • Quizlet | 5'
                          • Grammaire, être | 10'
                          • Lire | 15' 

                              Lesdoelen : aan het einde van de les ...

                              - weet ik wanneer de SO is 
                              - heb ik 15 nieuwe woordjes opgeschreven in mijn boekje 
                              - weet ik hoe ik het werkwoord être moet vervoegen 
                              - kan ik een korte tekst in het frans begrijpen 



                                Mevrouw de With (Docent in opleiding)
                                Afwezig: dinsdag, donderdag & vrijdag

                                Mevrouw Geluk (Bonheur)
                                r.geluk@hetbaarnschlyceum.nl
                                Afwezig: dinsdagochtend & vrijdag

                                Slide 34 - Tekstslide

                                Deze slide heeft geen instructies

                                Vocabulaire
                                Vocabulaire p.10 

                                • La famille 
                                • Le frère
                                • La soeur 
                                • Les parents 
                                • Le père
                                • La mère
                                • Le papa
                                • La maman
                                • Le chien 
                                • Le chat 
                                timer
                                8:00
                                Plenda | Woensdag 9 oktober

                                - FA - Lr voca p.10
                                - FA - boekje invullen 

                                Plenda | Maandag 14 oktober 
                                - FA - SO (thema : op school & jezelf voorstellen)

                                Uitleg 
                                •  Lr. = leren 
                                • Voca. = vocabulaire (woorden)
                                • Mk. = maken 
                                • p. = pagina 
                                • Le cheval 
                                •  L'ami
                                • L'amie
                                • Le copain
                                • La copine 

                                Slide 35 - Tekstslide

                                Duidelijk zeggen dat ze dit achterin moeten opschrijven bij de rest van de vocabulaire. 
                                Dit zijn zinnen die vaker voorkomen in de les en dus is het belangrijk om hier de betekenis van te kennen. 

                                Als ze klaar zijn met schrijven, in Plenda zetten wat het huiswerk is, oftewel deze zinnen kennen 

                                Vertalen:
                                Uitbeelden? 
                                Quizlet 

                                Slide 36 - Tekstslide

                                Duidelijk zeggen dat ze dit achterin moeten opschrijven bij de rest van de vocabulaire. 
                                Dit zijn zinnen die vaker voorkomen in de les en dus is het belangrijk om hier de betekenis van te kennen. 

                                Als ze klaar zijn met schrijven, in Plenda zetten wat het huiswerk is, oftewel deze zinnen kennen 

                                Vertalen:
                                Uitbeelden? 
                                Grammaire
                                Maak met gebruik van je boekje 6 zinnen met het werkwoord être
                                Gebruik voor elke zin een andere persoonlijk voornaamwoord. 



                                Klaar? Steek je vinger op zodat de docent de zinnen na kan kijken. 
                                timer
                                15:00

                                Slide 37 - Tekstslide

                                Deze slide heeft geen instructies

                                Lire: le verbe être
                                Lees en maar de opdrachten in stilte. 








                                Heb je vragen steek je vinger op, de docent komt lang om je te helpen. 
                                timer
                                15:00

                                Slide 38 - Tekstslide

                                Deze slide heeft geen instructies

                                Les objectifs
                                Lesdoelen : aan het einde van de les ...

                                - weet ik wanneer de SO is 
                                - heb ik 15 nieuwe woordjes opgeschreven in mijn boekje 
                                - weet ik hoe ik het werkwoord être moet vervoegen 
                                - kan ik een korte tekst in het frans begrijpen 


                                  Slide 39 - Tekstslide

                                  Deze slide heeft geen instructies