Systemen les 1: Uit welke systemen bestaat een maatschappij?

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Verwachting: JdW-klimwijzer

Slide 3 - Tekstslide

Startklaar
       
      Telefoon in het zakkie 
      Laptop dicht op tafel 
       Map en pen op tafel
       
      
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Individuals & Societies
Waar gaat dit vak over?
Welke docenten geven dit vak?

Slide 5 - Tekstslide

Unit 1: Verandering in systemen
Learner Profile: Communicator
ATL: communication skills & organization skills
Related concepts: cause and effect
Key concept: systems
Changes in human and natural resources lead to shifts in systems 
Global context: natural and human resources

Slide 6 - Tekstslide

Vak: I&S
Onderwerp: Les 1: Systemen en onze maatschappij
Maak aantekeningen Cornell-methode

Slide 7 - Tekstslide

Systeem
Manier waarop iets is georganiseerd. 
Vaak bestaat een systeem uit meerdere onderdelen. 

Voorbeeld: schoolsysteem


Basisschool
Middelbare school
MBO / HBO / WO
Schrijf hier eventueel de vertaling van het woord op in je moedertaal

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Jager-verzamelaars samenleving

  • Nomaden = mensen zonder vaste woonplaats
  • Autarkisch (zelfvoorzienend) 
  • Leven in grotten/eenvoudige tenten/hutten
  • Weinig bezit
  • Kleine groepen: 20-50 personen en geen sociale verschillen (egalitair) 
  • Mogelijke vorm van religie (hiernamaals)

Landbouw/agrarische samenleving

  • Sedentaire leefwijze = vaste verblijfplek
  • Autarkisch (zelfvoorzienend)
  • Stevige huizen
  • Bezit verzamelen
  • ‘Grote’ groepen met sociale verschillen (Hiërarchie: aanzien- en machtsverschillen)
  • Vorm van religie (leven na de dood)

Slide 16 - Tekstslide

Landbouw = Veeteelt

Dieren 'domesticeren'
+ Akkerbouw

Plantjes verbouwen op een akker

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Uruk: de eerste stad ter wereld
Mesopotamië
Betekent "tussen rivieren"
Gebied in het Nabije Oosten met verfijnde cultuur in vergelijking met Europa (jagers en boeren).

Irrigatielandbouw
Weinig regen, door kunstmatig systeem werd voldoende water aangevoerd ten behoeve van de akkerbouw.
Dat leidde tot goede oogsten.
Complexe samenleving
Steden werden bestuurd door koningen (macht ontvangen door goden). Koningen als goddelijke bestuurders.
Centrum van de stad: tempels
Priesters als belangrijke bevolkingsgroep van de stad.
Handelaren en ambachtslieden (iemand die een vak uitoefent waarbij hij zijn handen moet gebruiken)
Groeiende bevolking
Mensen bleven langer leven en kregen meer kinderen.
Grote plaatsen trokken ook migranten aan.
Uruk: Rond 3400 v. Chr. met 40.000 inwoners.
Uruk groeide uit tot de eerste stad ter wereld!
Een nieuw wereldrijk
De steden in Mesopotamië probeerden hun macht te vergroten door veroveringen (expansie). Grote machtsgebieden ontstonden.
Veel steden in Mesopotamie vielen onder het gezag van één hoofdstad. (bijvoorbeeld Assur, Babylon)
Onder de stad Nineveh ontstond het eerste wereldrijk - het Assyrische rijk.

Slide 19 - Tekstslide

Deze prent hoort bij:
A
Jagers & verzamelaars
B
Agrarische samenleving
C
agrarisch-urbane samenleving
D
Industriële samenleving

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Het spijkerschrift
Het eerste schriftsysteem
Rond 3300 v. Chr. ontstaan en rond 3000 jaar gebruikt (in variaties).
Voorlopers: telstenen (boekhouding)
Eerst: tekens voor verschillende woorden, die met een rieten griffel op tabletten ingedrukt werden.
Verandering van de tekens over eeuwen leden tot symbolen, lettergroepen en letters.
Soemerische spijkerschrift

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

In de eerste stedelijke gemeenschappen werd het spijkerschrift ontwikkeld dat op kleitabletten werd geschreven. Verreweg het grootste deel van deze kleitabletten bevatte administratieve aantekeningen.

1p 2 Geef hiervoor een verklaring.

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide