In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Relaties en seksualiteit
Basisstof 5.2
Menstruatiecyclus
Slide 1 - Tekstslide
In deze les
Instructie basisstof 2 (herhaling)
Instructie basisstof 2, menstruatie
Bespreking opdrachten werkboek,
vanaf blz. 17 t/m 20
Huiswerk/Maakwerk
Slide 2 - Tekstslide
Vrouwelijk voortplantingsstelsel
Baarmoeder:
Hierin ontwikkelt het kind
Eileider:
Hierin vindt de bevruchting plaats (tussen spermacel en eicel)
Eierstok: Hier worden eicellen gemaakt
Slide 3 - Tekstslide
Eierstok
Eicellen worden gemaakt in de eierstok
Iedere maand komt er 1 eicel vrij.
Het vrijkomen van een eicel noem je eisprong of ovulatie
Slide 4 - Tekstslide
Baarmoeder
Hierin ontwikkelt en groeit het ongeboren kindje.
Baarmoederslijmvlies (komt los bij menstruatie)
Slide 5 - Tekstslide
Eileider
Hierin vindt de bevruchting
plaats.
Slide 6 - Tekstslide
Menstruatie
Slide 7 - Tekstslide
Lesdoelen
-Ik weet wat menstruatie is
-Ik weet wanneer de ovulatie of eisprong is
-Ik weet je wat de menstruatiecyclus is
-Ik weet wat tampons, maandverband en een menstruatiecup zijn en hoe het werkt
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Is er geen bevruchting? Dan laat het baarmoederslijmvlies laat los, waardoor je dan ongesteld wordt
Sommige meisjes menstrueren als ze 10 jaar zijn, anderen als ze 16 jaar zijn. Gemiddeld zijn meisjes
13 jaar oud bij de 1e menstruatie.
Een menstruatie duurt bij sommigen 3 dagen maar bij anderen kan het wel een week duren.
Menstruatie =
het slijmvlies laat los
Slide 10 - Tekstslide
Tijdens de menstruatie
buikkrampen
rugpijn
hoofdpijn
moe
lusteloos
emotioneel
De ene persoon heeft hier meer last van dan de andere
Slide 11 - Tekstslide
Menstruatiecyclus
Vooral in de puberteit kan de menstruatie zeer onregelmatig plaatsvinden. Soms zit er veel tijd tussen de menstruaties.
Dit gaat vanzelf meer lijken op de cyclus in het plaatje.
Eisprong op de 14e dag
De cyclus duurt 28 dagen
Slide 12 - Tekstslide
Periodieke onthouding - Onbetrouwbaar- Ovulatie
Je ziet dus dat een vrouw alleen vruchtbaar is rond de dag van de eisprong.
Stel; een jongen en een meisje gaan op dag 11 met elkaar naar bed. De jongen komt klaar in het meisje, zonder dat zij een condoom hebben gebruikt. Er is nog geen eisprong geweest, maar de zaadcellen kunnen wel 4 dagen overleven.
De zaadcellen zouden dus op dag 14 alsnog de eicel kunnen bevruchten.
Omdat niet elke vrouw precies op de 14e dag een eisprong heeft, weet je nooit precies wanneer een vrouw vruchtbaar is. Gebruik dus altijd een voorbehoedsmiddel (condoom of de pil bijvoorbeeld)
Slide 13 - Tekstslide
Maandverband
en tampons
Maandverband
Tampon
Cup
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Video
Wat is de ovulatie?
A
Ander woord voor de menstruatie
B
Eicel komt vrij uit de eierstok
C
De overgang bij vrouwen van 50.
Slide 17 - Quizvraag
Wat is menstruatie?
A
Als er een eicel vrijkomt
B
Ovulatie
C
Als het baarmoederslijmvlies loslaat.
D
Dat er bevruchting plaats vindt
Slide 18 - Quizvraag
Op dag 1 van de menstruatie cyclus begint de menstruatie
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Op dag 20 van de menstruatie- cyclus vindt de ovulatie plaats (de eisprong).