Leesvaardigheid

Nederlands
vmbo basis
Leesvaardigheid - Het onderwerp van de tekst

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
vmbo basis
Leesvaardigheid - Het onderwerp van de tekst

Slide 1 - Tekstslide

Nodig
aantekeningen schrift + pen
boek Nederlands

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Terugblik vorige periode
Lesdoelen
Startopdracht + wat weten jullie al?
Uitleg - Het onderwerp van de tekst
Verlengde instructie
Opdrachten maken
Lezen


Slide 3 - Tekstslide

Terugblik vorige periode
Wat heb je onthouden van de vorige periode?

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Na deze les kun je het onderwerp herkennen en benoemen.
2. Na deze les kun je het onderwerp in eigen woorden uitleggen, zodat het duidelijk is waar de tekst over gaat. 

Slide 5 - Tekstslide

Startopdracht
Lees de tekst en bedenk een woord dat op de puntjes past. 

Sommige jongeren hebben veel .... Ze doen er van alles mee. Met .... kun je veel plezier hebben. Toch hoef je niet veel ..... te hebben om gelukkig te zijn. Er zijn ook genoeg jongeren die genoeg hebben aan weinig ......

Slide 6 - Tekstslide

Startopdracht
Lees de tekst nog een keer. Het is een begin van een tekst over vriendschap. Bedenk een woord dat op de puntjes past. 

Sommige jongeren hebben veel .... Ze doen er van alles mee. Met .... kun je veel plezier hebben. Toch hoef je niet veel ..... te hebben om gelukkig te zijn. Er zijn ook genoeg jongeren die genoeg hebben aan weinig ......

Slide 7 - Tekstslide

Startopdracht
Waarschijnlijk hebben jullie hetzelfde woord bedacht. Hoe komt dat?

Sommige jongeren hebben veel vrienden Ze doen er van alles mee. Met vrienden kun je veel plezier hebben. Toch hoef je niet veel vrienden te hebben om gelukkig te zijn. Er zijn ook genoeg jongeren die genoeg hebben aan weinig vrienden.

Slide 8 - Tekstslide

Het onderwerp van een tekst
Elke tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp van de tekst. Je kunt het onderwerp met één of een paar woorden noemen, bijvoorbeeld: schoolfeest, vrienden, of een nieuw winkelcentrum in Zuilen. Als je weet wat het onderwerp van een tekst is, dan begrijp je de tekst beter als je hem leest. 

Slide 9 - Tekstslide

Het onderwerp van een tekst
Zo vind je het onderwerp van een tekst:
  • Kijk naar de titel.
  • Kijk naar de afbeelding (plaatjes) bij de tekst.
  • Kijk naar de titel die boven tekstgedeeltes staan. (tussenkopjes) 
  • Kijk of er woorden anders gedrukt zijn. 
  • Lees het eerste stukje van de tekst. (eerste alinea)
  • Geef daarna antwoord op de vraag: waarover gaat de tekst?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Het onderwerp van een tekst is
A
waar de zin over gaat
B
dan vraag je wie of wat
C
waar een tekst over gaat
D
altijd de titel

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
7-jarig jongetje
B
fietstocht op dinsdagochtend
C
jongen gewond
D
verkeerslicht kapot

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het onderwerp van een tekst?

Het onderwerp van een tekst...
A
... vertelt in één woord waar de tekst over gaat.
B
... vertelt wat het belangrijkste van de tekst is.
C
... vertelt wat iemand ergens van vindt.
D
... vertelt wat waar of niet waar is.

Slide 14 - Quizvraag

Opdrachten maken
Maak opdracht 1 t/m 3.
Klaar? Stripboek lezen.
timer
20:00

Slide 15 - Tekstslide

Opdrachten nakijken

Slide 16 - Tekstslide