Beginner; Trappen van vergelijking (nt2)

Trappen van vergelijking
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Speciaal OnderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Trappen van vergelijking

Slide 1 - Tekstslide

Weet je nog?
+er
+st

Slide 2 - Tekstslide

Weet je nog?
Pim is snel. 
Ahmed is sneller dan Pim.
Sofia is het snelst. 
Voorbeeld
Een kat is mooi.
Een hond is nog ... 
of
Een hond is ... dan een kat
Een paard is het ...

Slide 3 - Tekstslide

Uitzonderingen
goed - beter - best
veel - meer - meest
weinig - minder - minst

Slide 4 - Tekstslide

Oefenen met + er
dik
dun
groot
klein
snel

Slide 5 - Tekstslide

Oefenen met + st
dik
dun
groot
klein
snel

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Welk woord is weg?
dun - dunner - ...
A
dun
B
dunner
C
dunst
D
dunnetje

Slide 8 - Quizvraag

Welk woord is weg?
... - groter - grootst
A
groot
B
groter
C
grootst
D
grotere

Slide 9 - Quizvraag

Welk woord is weg?
bang - ...-bangst
A
bang
B
banger
C
bangst
D
bangste

Slide 10 - Quizvraag

Welk woord is weg?
... - kleiner - kleinst
A
klein
B
kleiner
C
kleinst
D
kleinste

Slide 11 - Quizvraag

Vul in:
De sport auto is het ...
A
mooi
B
mooier
C
mooist

Slide 12 - Quizvraag

Vul in:
Ik vind jouw broek ...
A
leuk
B
leuker
C
leukst

Slide 13 - Quizvraag

Vul in:
... - jonger - jongst

Slide 14 - Open vraag

Vul in:
lelijk - ... - lelijkst

Slide 15 - Open vraag

Gebruik: 'mooi'
Dit horloge is ... dan jouw horloge.

Slide 16 - Open vraag

Gebruik: 'stom'
Dit T-shirt is het ...

Slide 17 - Open vraag