Hoofdstuk 9 Politiek

Europese Unie
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Europese Unie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
1- Je kan de 4 doelstellingen van de Europese Unie benoemen, uitleggen en voorbeelden daarbij geven.
2- Je kan uitleggen aan welke voorwaarden een land moet voldoen om lid te kunnen worden van de EU.
3- Je kan uitleggen en voorbeelden geven van de invloed van de EU en ook kritiekpunten benoemen.
4- Je kan de verschillende groepen van het bestuur uitleggen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Doelstellingen EU
1- Vrede en veiligheid -> 'Nooit meer oorlog', criminaliteit, drugshandel en terrorisme bestrijden.
2- Economische samenwerking -> Vrij verkeer van mensen, goederen, diensten en geld. De euro, eerlijke concurrentie en gezamenlijk landbouwbeleid.
3- Welzijn -> milieu, bestrijden uitsluiting en discriminatie, gelijke rechten bevorderen.
4- Europese waarden -> vrijheid, democratie, mensenrechten, rechtsstaat. 

Slide 4 - Tekstslide

Toelating
Een land dat lid wilt worden van de EU moet:
-in Europa liggen
-een democratie zijn
-een rechtsstaat zijn
-mensenrechten garanderen
-goede economie hebben

Slide 5 - Tekstslide


Positief
-Asiel en integratie
-Milieubeleid
-Misdaad en terrorisme bestrijden
-Europees Hof van Justitie
-Economische samenwerking

Kritiekpunten
-Weinig controle door burgers
-Besluitvorming is ingewikkeld
-Invloed van Nederland is verminderd
-Beperkt de zelfstandigheid van lidstaten.
Invloed van de EU

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

De 5 instanties
Instelling
Wie
Taak
Europese Commissie
Eurocommissarissen, 1 per land.
Dagelijks bestuur
Wetsvoorstellen
Europees Parlement
Vertegenwoordigers per land en partij. Gekozen door inwoners.
Stemmen
Controleren van Europese Commissie
Raad van Ministers
Afhankelijk per onderwerp.
Voorstellen EC goedkeuren.
Europese Raad
Regeringsleiders van elk land.
Beslist welke richting EU op moet gaan.
Europees Hof van Justitie
Onafhankelijke rechterlijke macht
Controleren of regels worden toegepast.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe heette de eerste vorm van de Europese Unie?
A
De EU
B
De EEG
C
De EGKS
D
De EGES

Slide 9 - Quizvraag

Nederland is 1 van de oprichters van de Europese Unie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Zijn alle landen uit Europa ook lid van de Europese Unie?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Alle landen van de Europese unie hebben de Euro als munt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Wat wil de Europese Unie vooral?
A
Veiligheid en economische groei
B
Vrede en welvaart
C
Welvaart en welzijn
D
Vrede en meer geld

Slide 13 - Quizvraag

Wie heeft het dagelijks bestuur over de Europese Unie?
A
Raad van de Europese Unie
B
Europees parlement
C
Europese Commissie

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn de voordelen van de
Europese Unie?
A
Het is gezellig
B
De grenzen zijn open voor handel (goederen) en mensen. Er is ook minder kans op oorlog.
C
We spreken nu allemaal één taal.
D
De landen liggen nu dichter bij elkaar. Er is ook minder kans op oorlog.

Slide 15 - Quizvraag

Beslist mee over nieuwe wetten en controleert de Europese Commissie.
A
Europees burgerschap
B
Europese Commissie
C
Europees Parlement
D
Europese Unie

Slide 16 - Quizvraag

Binnen de Europese Unie is er vrij verkeer van goederen. Wat zijn de gevolgen van vrij verkeer van goederen?
A
Kopers kunnen producten uit alle EU-landen halen.
B
Door een vrij verkeer van goederen is er minder keus in de winkels.
C
Door een vrij verkeer van goederen worden producten steeds duurder.

Slide 17 - Quizvraag

Binnen de Europese Unie zijn er allerlei gebieden waarop de lidstaten samenwerken. Op welk soort samenwerking was de Europese Unie vanaf het ontstaan vooral gericht?
A
economische samenwerking
B
samenwerking op het gebied van buitenlands beleid
C
samenwerking op het gebied van milieu
D
sociaal-culturele samenwerking

Slide 18 - Quizvraag

Maken
Maak de volgende opdrachten van bladzijden 108-111:
13 t/m 18.
Je maakt dit alleen.
Vraag? Steek even je hand op.
Klaar? Maak de begrippenlijst op bladzijde 112.
Na de tijd bespreken we de opdrachten.
timer
20:00

Slide 19 - Tekstslide