18:K2: L3: 2+3

STARTOPDRACHT
Vervang het zelfstandige naamwoord door een persoonlijk voornaamwoord


Wiederholung
 Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
der Mann
= er
= hij
die Frau
=
=
das Kind
=
=
die Kinder
=
=
Hans
=
=
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

STARTOPDRACHT
Vervang het zelfstandige naamwoord door een persoonlijk voornaamwoord


Wiederholung
 Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
der Mann
= er
= hij
die Frau
=
=
das Kind
=
=
die Kinder
=
=
Hans
=
=

Slide 1 - Tekstslide

Wiederholung
 Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
der Mann
= er
= hij
die Frau
= sie
= zij (enkelv)
das Kind
= es
= het
die Kinder
= sie
= zij (mv)
Hans
= er
= hij

Slide 2 - Tekstslide

Woche: siebenundvierzig
Aan het einde van dit lesuur:
1. heb je de woorden van paragrafen 1,2,3 geoefend
2. ken je de woorden van paragraaf 3


Slide 3 - Tekstslide

1. heb je de woorden van paragrafen 1,2,3 geoefend 
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 4 - Tekstslide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 5 - Tekstslide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 6 - Tekstslide

2. ken je de woorden van paragraaf 3
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 7 - Tekstslide

Was

Wer

Wie

Wann

Warum


: Aufgabe zwei und drei, Seite sechzig

: Schüler selbständig

: im Buch

: sechs Minuten

: woorden zijn de bouwstenen van taal
Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
timer
4:00

Slide 8 - Tekstslide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 9 - Tekstslide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 10 - Tekstslide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 11 - Tekstslide

Deze les leerde je:
de woordjes voor het SO

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben

Slide 12 - Tekstslide

Wiederholung
  Ziel
Aufgaben
Feedback
Ende
Hausaufgaben
Hausaufgaben:
Machen: op papier de woordjes van paragraaf 3

Slide 13 - Tekstslide