Het urinewegstelsel

Het urinestelsel
Learnbeat 2.4
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Het urinestelsel
Learnbeat 2.4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Je benoemt de onderdelen van het urinestelsel en de bouw en de ligging van de onderdelen.
  
Je legt uit wat de functies en de werking van de onderdelen van het urinestelsel zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar nu eerst:
1.Hoe handel je(EHBO) bij een cliënt met een hypo
2.Hoe handel je (EHBO) bij een cliënt met een hyper
3.Hoe komt het dat er al kinderen zijn met type 2 diabetes?
4. Noem de meest (min 5) voorkomende complicaties bij mensen met diabetes en leg uit waar jij als VZ-IG op moet letten

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

12 cm hoog


Nierschors
Nierkelk
Nierbekken
Niermerg
Urineleider

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichaam 60% water

Vochtuitscheiding via:
Urine
Ontlasting
Transpiratie
Ademhaling

Ziekte: braken, bloedingen, wondvocht of door afvoer van vocht via drains.

Per dag 2 tot 2,5 liter water nodig. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functie van de nieren


  • Vorming van urine
  • vochtbalans reguleren
  • zoutbalans reguleren
  • zuurgraat reguleren
  • productie van hormonen en vitaminen (EPO) erytropoëtine, beenmerg stimuleren/ vitamine D (meer calcium in het bloed)
  • Uitscheiding afvalstoffen via urine

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nefron en vorming van urine
Elke nier heeft miljoenen nefronen
Zorgt ervoor dat nieren hun werk kunnen doen

Functie: bloed filteren en productie urine (1000L bloed 200x per dag)

Bestaat uit:
  • nierfilter (vaatkluwen (glomerulus) met een kapsel eromheen (kapsel van Bowman)). Filtratie -> primaire urine (voorurine)
  • nierbuisjes (vorming uiteindelijke urine). Resorptie -> eindurine


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstelling van urine (Diurese)
± 1,5 liter urine per 24 uur
Samenstelling afhankelijk van verschillende factoren:
  • hoeveelheid drinken, 
  • samenstelling bloed 
  • voedsel 
  • geneesmiddelen
  • urine bevat o.a.  ureum en urinezuur, Gifstoffen, Afbraakproducten en overige stoffen. 


Gifstoffen
Afbraakproducten van o.a. medicijnen
Water, zouten

Slide 10 - Tekstslide

Urine is water met afvalstoffen en overtollige stoffen.

Slide 11 - Tekstslide

Urine is water met afvalstoffen en overtollige stoffen.
Wat gebeurt er in je lichaam als je hard werkt in 30 graden en weinig drinkt?
A
Toename ADH
B
Afname ADH

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Urine is water met afvalstoffen en overtollige stoffen.

Slide 14 - Tekstslide

Urine is water met afvalstoffen en overtollige stoffen.
De juiste volgorde van het urinewegstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar liggen de nieren
A
voorkant buik
B
achterkant buik
C
voorkant borst
D
achterkant borst

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De nieren hebben verschillende functies.

Een van deze functies is het regelen van de hoeveelheid................ in het lichaam
A
Stollingsfactoren
B
Zouten
C
Witte bloedcellen
D
Gal

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een functie van de nieren?
A
Regelen hoeveelheid water in het lichaam
B
Regelen hoeveelheid zouten in het lichaam
C
Regelen van de zuurgraad in het lichaam
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een nefron kan....
A
Bloed filteren
B
Urine produceren
C
Allebei
D
Geen van beide

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De afgifte van ADH wordt verhoogd bij een hoge bloeddruk
A
Dit is juist
B
Dit is onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar wordt het antidiuretisch hormoon geproduceerd?
A
in de bijnieren
B
in de hersenen
C
in de nieren
D
in de schildklier

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies