PV P1 W5

1 Begeleiden bij algemene dagelijkse levensverrichtingen
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Persoonlijke VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

1 Begeleiden bij algemene dagelijkse levensverrichtingen

Slide 1 - Tekstslide

1.6
beschermingsmiddelen
1 Handschoenen
  • latex (rubber) materiaal
  • bij cliëntcontact met lichaamsvloeistoffen

Slide 2 - Tekstslide

1.6
beschermingsmiddelen
2 Schort
  • katoenen: zijn mouwloos en beschermen tegen spatten
  • polyethyleen: zijn er met korte en lange mouw of overall, beschermt tegen spatten en bacteriën

Slide 3 - Tekstslide

1.6
beschermingsmiddelen
 3 Spatbril
  • beschermt tegen opspatten en houdt aerosolen (kleine waterdruppels) tegen

Slide 4 - Tekstslide

1.6
beschermingsmiddelen
4 Masker
  • mondneusmaskers filteren de lucht voordat het wordt ingeademd
  • de mate van filtering wordt aangegeven met FFP (filtering face piece)...

Slide 5 - Tekstslide

1.6
beschermingsmiddelen
  • FFP1 houdt stof tegen (is dus meer een stofmasker)
  • FFP2 houdt stof, aerosolen en virussen tegen
  • FFP3 houdt stof, aerosolen, virussen en fijnstof tegen

Slide 6 - Tekstslide

1.6
beschermingsmiddelen
5 Overschoenen en muts
  • voorkomt overdracht van m.o van schoenen naar de vloer
  • voorkomt overdracht van m.o. van haren naar de omgeving

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

1.7
steriel werken
Schoonmaken kan op drie niveaus...
  1. reinigen (het weghalen van zichtbaar vuil)
  2. desinfecteren (het weghalen van veel ziekteverwekkers)
  3. steriliseren (het weghalen van alle ziekteverwekkers)

Slide 9 - Tekstslide

1.7
steriel werken
Steriel werken (of aseptisch werken) doe je om infectie te voorkomen...
  • bij een operatie
  • bij brandwonden
  • bij inbrengen infuusnaald
  • bij katheteriseren

Slide 10 - Tekstslide

1.7
steriel werken
Om steriel te werken heb je nodig...
  • een steriel werkveld
  • steriele handschoenen
  • steriele materialen
  • een steriel gemaakte plaats op het lichaam van de zorgvrager

Slide 11 - Tekstslide

1
2
Waar pak je de steriele handschoen vast om deze aan te trekken?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

maak opdr 27 t/m 30

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

2.1
aan- en uitkleden
Algemene aandachtspunten...
  • let op zelfredzaamheid
  • let op privacy
  • let op schaamte
  • let op de wensen van de cliënt

Slide 16 - Tekstslide

2.7.1
een cliënt in een rolstoel
Aandachtspunten...
  • let op kouvatten (cliënt zit immers stil)
  • kleed in delen aan/uit (eerst boven, daarna beneden)

Slide 17 - Tekstslide

2.7.2
een cliënt op bed
Aandachtspunten...
  • als het kan, met zijn tweeën doen
  • beperk het aantal keren dat de cliënt moet draaien
  • houdt bedlinnen droog (of verschoon het)
  • let op kouvatten

Slide 18 - Tekstslide

2.7.2
een cliënt met een infuus
Wat is een infuus?
  • een flexibel buisje wat met een naald in een bloedvat is geplaatst
  • meestal worden hiermee vocht, zouten of medicatie toegediend

Slide 19 - Tekstslide

2.7.2
een cliënt met een sonde
Wat is een maagsonde?
  • een flexibele buis wat via de neus naar de maag loopt
  • meestal worden hiermee vloeibare voeding toegediend

Slide 20 - Tekstslide

2.7.2 een cliënt met een blaaskatheter
Wat is een blaaskatheter?
  • een flexibele buis wat via de plasbuis naar de blaas loopt
  • hiermee wordt de urine afgevoerd in een opvangzak

Slide 21 - Tekstslide

2.1
aan- en uitkleden
Lees de aandachtspunten op bladzijde 38 (oranje kader)
  • opdracht: deze punten in enkele woorden samenvatten

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

2.1
aan- en uitkleden
Het niet zelf kunnen zorgen voor de persoonlijke hygiëne komt door een tekort aan...
  • vaardigheden (iets kunnen doen)
  • kennis (iets weten te doen)
  • motivatie (iets willen doen)

Slide 24 - Tekstslide

2.2 wassen, douchen en verzorgen
Als je ondersteuning biedt bij de persoonlijke hygiëne van een cliënt moet je denken aan...
  1. gebruik van hulpmiddelen
  2. gebruik van verzorgingsmiddelen
  3. (verzorgend) wassen

Slide 25 - Tekstslide

2.2 wassen, douchen en verzorgen
1 Helft van de klas:

Zoek op internet afbeeldingen van de genoemde hulpmiddelen op blz 39 en 40 (tot 2.2.2) en bewaar je collage.
  • welke probleem lost elk hulpmiddel op?

Slide 26 - Tekstslide

2.2 wassen, douchen en verzorgen
2 Helft van de klas:

Zoek op internet afbeeldingen van de genoemde verzorgingsmiddelen op blz 40 en 41 (tot 2.2.3) en bewaar je collage.
  • welke doel heeft elk verzorgingsmiddel?

Slide 27 - Tekstslide

2.2.3
wassen van de cliënt
  • overleg met de cliënt waar hij wassen wilt (op bed, aan de wastafel of douche)
  • overleg met de cliënt wat hij zelf kan doen en wat jij gaat doen
  • let altijd op privacy en een veilige omgeving

Slide 28 - Tekstslide

2.2.3
geslachtsorganen (v)
  • niet wassen met zeep (dat verandert de zuurgraad > kans op infecties)
  • van voren naar achteren vegen om infectie met de colibacterie te voorkomen

Slide 29 - Tekstslide

2.2.3
geslachtsorganen (m)
  • achter de eikel kan geel vuil (smegma) zitten > kans op infecties
  • trek de voorhuid ook weer goed terug om zwelling te voorkomen

Slide 30 - Tekstslide

2.2.4
verzorgend wassen
Verzorgend wassen is wassen zonder water en zeep
  • je gebruikt een set washandjes, bewerkt met neutrale zeep en lotion
  • de washandjes verwarm je vooraf in de magnetron
  • afspoelen en nadrogen is niet nodig

Slide 31 - Tekstslide

2.2.4
verzorgend wassen
Voordelen...
  • lagere fysieke belasting voor jou en de cliënt
  • kwetsbare huid blijft intact
  • het bespaart tijd

Slide 32 - Tekstslide

geef antwoord op deze vraag...

Slide 33 - Tekstslide

maak opdr 1 t/m 6

Slide 34 - Tekstslide