3 vmbo-b 2.3 Voortplanting en seksualiteit: veranderingen in de puberteit deel 1

Thema 2 Voortplanting en seksualiteit
2.3 Veranderingen in de puberteit deel 1
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 Voortplanting en seksualiteit
2.3 Veranderingen in de puberteit deel 1

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
herhalen vorige lessen: voortplantingsstelsel vrouw en man

Slide 2 - Tekstslide

Bij de geboorte van een meisje zijn alle eicellen al aanwezig in de eierstokken
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Hoe heet onderdel
2?
A
Eileider
B
Eierstok
C
Vagina
D
Clitoris

Slide 4 - Quizvraag

Hoe noem je onderdeel 6?
A
Eileider
B
urinebuis
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 5 - Quizvraag

Welk nummer geeft de eierstokken weer?
A
5
B
3
C
7
D
1

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de functie van de clitoris bij de vrouw?
A
produceert eicellen
B
gevoelig voor prikkels, kan leiden tot een orgasme
C
slijmvliesplooi aan het begin van de vagina
D
vervoeren van eicellen

Slide 7 - Quizvraag

Dit proces heet?
A
Eisprong
B
Ovulatie
C
Menstruatie
D
Oestrogenatie

Slide 8 - Quizvraag


In welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw bevindt zich het maagdenvlies?
A
In de baarmoeder
B
In de grote schaamlippen
C
In de vagina
D
In de eierstok

Slide 9 - Quizvraag

Waarin liggen de eicellen?
A
Eierstokken
B
Baarmoeder
C
Eilleider
D
Vagina

Slide 10 - Quizvraag

Wat is hier de bijbal?
A
Q
B
R
C
S
D
T

Slide 11 - Quizvraag


De bijbal
A
produceert zaadcellen
B
produceert vocht
C
produceert sperma
D
slaat zaadcellen op

Slide 12 - Quizvraag


Met welk nummer is de eikel aangegeven?
A
2
B
3
C
9
D
4

Slide 13 - Quizvraag

Wat doen de zaadblaasjes en prostaat?
A
Maken zaadcellen
B
Slaan zaadcellen op
C
Voegen vocht toe bij de zaadcellen
D
Maken zaadcellen dood

Slide 14 - Quizvraag

Voortplantingsstelsel

Slide 15 - Tekstslide

Eicellen maken
Eierstok -> per maand 1 rijpende follikel
Eicel wordt 'klaargemaakt' voor eisprong
Na eisprong via trechter in eileider

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

2.3 Veranderingen in de puberteit
Bij de baby's in de afbeelding hiervoor zie je niet direct wie een jongen en wie een meisje is.
In de puberteit gaat je lichaam veranderen.
Hierdoor worden de verschillen tussen jongens en meisjes groter.

Slide 19 - Tekstslide

2.3 veranderingen in de puberteit
Hormonen zijn stoffen die de werking van organen regelen.
In de puberteit gaat je lichaam geslachtshormonen maken.

Geslachtshormonen hebben 2 taken:
- ze regelen de werking van de voortplantingsorganen
- ze zorgen voor de lichamelijke ontwikkeling van jongen tot man en van meisje tot vrouw


Slide 20 - Tekstslide

2.3 veranderingen in de puberteit
Geslachtshormonen:
- de teelballen maken mannelijke geslachtshormonen (testosteron)
- de eierstokken maken vrouwelijke geslachtshormonen (oestrogenen)

Slide 21 - Tekstslide

2.3 veranderingen in de puberteit
geslachtskenmerken: kenmerken waaraan je het geslacht van iemand kan zien

je hebt:
- primaire geslachtskenmerken
- secundaire geslachtskenmerken

Slide 22 - Tekstslide

2.3 veranderingen in de puberteit
Primaire geslachtskenmerken zijn bij de geboorte al aanwezig:
- jongens: penis en balzak
- meisjes: vagina en schaamlippen

(primair betekent 'eerste')

Slide 23 - Tekstslide

2.3 veranderingen in de puberteit
Secundaire geslachtskenmerken ontstaan tijdens de puberteit onder invloed van geslachtshormonen.



Slide 24 - Tekstslide

2.3 veranderingen in de puberteit
Niet alle kinderen worden als jongen of als meisje geboren.
Dat noem je intersekse.
Bij intersekse kinderen zien de primaire geslachtskenmerken er anders uit.
Bijvoorbeeld een vergrote clitoris of geen penis.

Ook ontstaan bij intersekse personen niet alle secundaire geslachtskenmerken.



Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Vragen?

Slide 27 - Tekstslide