Sitten und Gebräuche in Deutschland (Duitse gewoontes)
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Link
Wat is het Duitse 'Seepferdchen'?
A
een zwemdiploma voor beginners
B
een diploma voor reddingswemmers
C
een zwemdiploma voor gevorderden
D
een diploma voor gehandicapte zwemmers
Slide 4 - Quizvraag
Welk dier krijg je van stof als je je zwemdiploma gehaald hebt?
A
zee-egel
B
zeepaardje
C
zeester
D
zeetong
Slide 5 - Quizvraag
Wat moet je goed kunnen om het zwemdiploma te krijgen?
A
20 m. zwemmen, van de rand springen, duiken
B
15 m. zwemmen, van de rand springen, duiken
C
25 m. zwemmen, van de rand springen, duiken
D
10 m. zwemmen, van de rand springen, duiken
Slide 6 - Quizvraag
Wat is verbazingwekkend als je Duitsland met Frankrijk vergelijkt m.b.t. zwemdiploma's
Slide 7 - Open vraag
Wat heeft Flora verkeerd begrepen tijdens haar laatste skivakantie?
A
Zij dacht hij bedoelde met Aprés-Ski rubberen laarzen.
B
Zij dacht hij bedoelde met Aprés-Ski sokken.
C
Zij dacht hij bedoelde met Aprés-Ski gevoerde laarzen.
D
Zij dacht hij bedoelde met Aprés-Ski sandalen.
Slide 8 - Quizvraag
Was bedeutet Aprés-Ski in Deutschland?
A
Na het skiën party vieren met veel muziek en alkohol.
B
Na het skiën naar de sauna gaan.
C
Na het skiën party vieren met veel muziek en cacao.
D
Na het skiën één bier drinken en dan naar bed gaan.
Slide 9 - Quizvraag
Wat zijn 'Dampfnudeln'?
A
Deegbollen die in stoom langzaam garen.
B
Deegbollen die in de oven garen.
C
Deegbollen die koud gegeten worden.
D
Deegbollen die gebakken worden.
Slide 10 - Quizvraag
Welke ingrediënten zitten in een Dampfnudel?
A
bloem, ei, suiker, zout, gist
B
bloem, melk, suiker, zout, gist
C
bloem, ei, melk, zout, gist
D
bloem, ei, suiker, melk, gist
Slide 11 - Quizvraag
Hoe wordt de 'Dampfnudel' serveert?
A
koud met roodwijnjus
B
warm met rozijnen en kersenjus
C
warm met vanillejus
D
warm met pruimenjus
