Bouw en werking urinewegstelsel

A& F
Bouw en functie van het urinewegstelsel

Nieren en urinewegen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

A& F
Bouw en functie van het urinewegstelsel

Nieren en urinewegen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling en voorkennis
Wat weten we nog van verleden week?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieren

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het pyelum of de pelvis renalis?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke lis is belangrijk bij de terugresorptie van stoffen in de nieren?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

In het boek niv 3 6 cm breed
De nieren
  • Ren (EV) - renes (MV) 
  • Bijnieren
  • Bescherming door 3 lagen bindweefsel

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieren (renes)

Taak van de nieren:

  • Afvalstoffen verwijderen uit het bloed.(opgelost in water uitgeplast)
  • Juiste samenstelling van het bloed controleren en zo nodig aanpassen.


Vier componenten die worden uitgescheiden:

Water

Zouten

Zure en basische stoffen

Afvalstoffen en overtollige stoffen afkomstig van de stofwisseling


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ligging van de nieren
  • Hoog in de buikholte.
  • Tegen achterste buikwand.
  • Achter het buikvlies.
  • Weerszijden van wervelkolom 1 nier.
  • Holle kant naar elkaar toe.
  • Nieren zijn buikorganen.
  • Worden beschermd door de borstkas.
  • Linker nier ligt tegen middenrif aan, rechter nier ligt iets lager.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bouw van de nieren van buiten naar binnen
  1.   Kapsel (Capsula)
Het kapsel is een laag stevig bindweefsel dat de buitenkant van de nieren vormt. Het kapsel beschermt de nier, samen met de vetlaag eromheen. 
2. Nierschors (cortex)
De nierschors ziet er gespikkeld uit. Dat komt door de lichaampjes van Malpighi die in dit weefsel zitten die bestaan uit een kluwe haarvaatjes (glomeruli)  omhullt door het kapsel van Bowman.



3 Niermerg

Het niermerg ligt onder de nierschors. Dit merg bestaat uit buisjes die met de punten naar het nierbekken zijn gericht. Niermerg noem je ook wel piramidelaag omdat het merg driehoekig is.



4 Nierbekken

De holte aan de binnenkant van de nieren noem je het nierbekken. Het nierbekken vangt de gevormde urine op. Aan het einde van het nierbekken ligt de nierpoort. Op deze plek komen de bloedvaten in en uit de nier.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Niermerg (Medulla)
Het niermerg ligt onder de nierschors. Dit merg bestaat uit buisjes  (tubuli) die met de punten naar het nierbekken zijn gericht. Niermerg noem je ook wel piramidelaag omdat het merg driehoekig is. De tubelus gaat over in een lus (lis van Henle)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Nierbekken (pyelum of pelvis)
De holte aan de binnenkant van de nieren noem je het nierbekken. Het nierbekken vangt de gevormde urine op. Aan het einde van het nierbekken ligt de nierpoort. Op deze plek komen de bloedvaten in en uit de nier.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kapsel van Bowman
tubulus (Nierkanaaltje)
lis van Henle
omhulsel van de glomeruli
(Filtratie)
eerste kronkelend buisje (proximale tubuli) -> na kapsel van Bowman (voorurine)

tweede kronkelend buisje (distale tubuli)-> aangesloten op de verzamelbuis-> urinevorming
lus waarin vocht wordt opgenomen
(reabsorptie)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Bijnieren:   interne secretie: belangrijk voor onder andere de regulatie van oa de bloeddruk, scheidt 2 hormonen af adrenaline en noradrenaline
Functie van de nieren
  • Uitscheiden van afvalstoffen ureum, (afvalstof van eiwitstofwisseling), hormonen, overtollige vitaminen, medicatie-resten etc.)
  • Uitscheiden van te veel water en zout
  • Reguleren de zuurgraad van het bloed  om stofwisselingsprocessen goed te laten verlopen. Ze scheiden alkaliën (basische stoffen) en zuren uit. Hierdoor is samenstelling van de urine steeds anders.
  • Filtreren van het bloed. Ongeveer 1500 liter bloed stroomt dagelijks door de nieren

Slide 16 - Tekstslide

alkalische of basische stoffen: alles boven de 7.45
De nieren behoren tot 
de uitscheidingsorganen

Het urinewegstelsel bestaat uit de volgende onderdelen:
  • Nieren (renes)
  • Urineleiders( ureter(e)s)
  • Blaas( vesicae)
  • Urinebuis(urethra)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De urinewegen
  • Nieren (ren of renes)
  • Urineleider (ureters) = urine van nier naar blaas
  • Blaas (vesica urinaria) = opslag van urine, uitscheiden van urine
  • Urinebuis (urethra) = uitscheiden van urine

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urinewegen
  • Vanuit de nierbekken druppelt de urine via de urineleiders naar de blaas en verlaat het lichaam door de urinebuis.  

  • Het uiteinde van de blaas bestaat uit twee sluitspieren:
- De binnenste sluitspier bestaat uit glad spierweefsel (onwillekeurig)
- De buitenste sluitspier bestaat uit dwarsgestreept spierweefsel (willekeurig)

  • De blaas verzamelt de urine en kan 1 tot 1,5 liter urine bevatten.
  • Tijdens het plassen trekt spierweefsel, de buikpers en de sluitspieren samen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urinewegen
  • Als de blaas vol genoeg zit, gaat er een zenuwprikkel via het ruggenmerg naar de hersenen
  • Baby’s kunnen het verband nog niet leggen tussen de zenuwprikkel en het moment van het legen van de blaas. Ook volwassenen kunnen door een bepaalde aandoening of ouderdom deze prikkel niet goed meer verwerken. Je spreekt dan van incontinentie.
  • De samenstelling van urine is altijd anders dit komt door de werking van verschillende organen, medicatiegebruik en voeding. De normale kleur van urine is heldergeel.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ligging van de blaas

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste volgorde bij dwarsdoorsnede van de nier van buiten naar binnen?
A
nierbekken, nierschors, niermerg, nierkapsel
B
nierkapsel, nierschors, niermerg, nierbekken
C
niermerg, nierkapsel, nierschors, nierbekken

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dwarsdoorsnede - buiten > binnen
  • Het nierkapsel (onderdeel beschermlaag)
  • De nierschors = cortex
  • Het niermerg = medulla
  • Het nierbekken = pyelum of pelvis renalis

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie: Is dit een goede manier van kennisoverdracht? Tips en tops?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

vragen? 
Voor wie was het niet duidelijk?
Hoe kan je leren?
Vergroot je kennis door op internet filmpjes op te zoeken over nieren en urinewegen.
bv. juf Daniëlle over het nefron (Youtube)
lees in je A& F boek niv.3 over de nieren en urinewegen van p. 106-116

Maak of herbekijk in je werkboek de opdrachten van thema 6.3 tot 6.5 over de nieren en urinewegen.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht test jezelf: wie weet de antwoorden?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oplossing tekening nier
1.Nierkapsel
2. Nierbekken
3. Nierslagader
4. Nierader
5.Urineleider
6. Niermerg
7. Slagadertje

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oplossing tekening nier
8. Nierschors
9.Nierkelkjes

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oplossing tekening nefron


1. Aanvoerend slagadertje
2.Afvoerend slagadertje
3. Glomerulus
4.Kapsel van Bowman
5.Afdalend nierkanaaltje
6. Lis van Henle
7. Afvoerend nierkanaaltje

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oplossing tekening nefron
8. Opstijgend nierkanaaltje
9. Verzamelkanaaltje
10. Richting het nierbekken

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies