Engels Thema 7 lj 4 hfd 2

Engels Thema 7 hfdst. 2
Opdracht 1A:
Twee schoonmakers praten over hun werk
We luisteren naar het filmpje
Na het luisteren openen we ons boek op blz. 243
Leggen een etui/blaadje op het Nederlands gedeelte en gaan samen de Engelse zinnen lezen en vertalen. 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Engels Thema 7 hfdst. 2
Opdracht 1A:
Twee schoonmakers praten over hun werk
We luisteren naar het filmpje
Na het luisteren openen we ons boek op blz. 243
Leggen een etui/blaadje op het Nederlands gedeelte en gaan samen de Engelse zinnen lezen en vertalen. 

Slide 1 - Tekstslide

Engels Thema 7 hfdst. 2
Opdracht 1B:
zet een streepje in je boek onder de Engelse woorden die je al goed weet.

Slide 2 - Tekstslide

Engels Thema 7 hfdst. 2
Opdracht 2:
Leg iets op de Engelse zinnen (etui / blaadje)
Zet een streepje onder de Nederlandse woorden die al weet in het Engels. 

Slide 3 - Tekstslide

Engels Thema 7 hfdst. 2
Opdracht 3:
We kijken weer het filmpje van Sue en Jamie.
Daarna beantwoorden de volgende vragen samen.

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel schoonmaakdoeken hebben Sue en Jamie bij zich?

Slide 5 - Woordweb

Hebben Sue en Jamie ook een stofzuiger bij zich?

Slide 6 - Woordweb

Waarom hebben Sue en Jamie zoveel schoonmaakspullen bij zich?

Slide 7 - Woordweb

Jamie gaat 4 lokalen schoonmaken.
Is dat waar of niet waar?

Slide 8 - Woordweb

Hoeveel tijd hebben Sue en Jamie om schoon te maken?

Slide 9 - Woordweb

Denkt Sue dat ze binnen die tijd klaar zijn met schoonmaken?
Ja of Nee

Slide 10 - Woordweb

Waarom kan Jamie niet direct beginnen met werken?

Slide 11 - Woordweb

Denk je dat dat echt zo is? Of is het een smoesje?
Echt of Smoesje

Slide 12 - Woordweb

Engels Thema 7 hfdst. 2
Een opdracht die niks met de woorden te maken hebben uit het woordblok maar wel komen uit de 6 eerdere thema's.

We gaan eens kijken of je nog weet wat een woord betekent.


Slide 13 - Tekstslide

Wat betekent
Picknicking

Slide 14 - Open vraag

Wat betekent
Chip Card

Slide 15 - Open vraag

Wat betekent
Good-looking

Slide 16 - Open vraag

Wat betekent
Assistant

Slide 17 - Open vraag

Wat betekent
Scooter

Slide 18 - Open vraag

Wat betekent
Stuff

Slide 19 - Open vraag

Wat betekent
Boyfriend

Slide 20 - Open vraag

Wat betekent
Fitness

Slide 21 - Open vraag

Engels Thema 7 hfdst. 2
Opdracht 4:
Maak opdracht 4 op blz. 245
De woorden hebben we net samen vertaald. 
Daarna gaan we het samen nakijken

timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide

Engels Thema 7 hfdst. 2
Opdracht 5:
Maak zelfstandig opdracht 5 blz. 234.
Er staan Nederlands woorden tussen () deze moet je gaan vertalen naar het Engels.
Samen bespreken we de opdracht. 
timer
7:00

Slide 23 - Tekstslide

Engels Thema 7 hfdst. 2
Opdracht 6:
Maak opdracht 6 op blz. 246
Daarna bespreken we de opdracht klassikaal.
timer
7:00

Slide 24 - Tekstslide