Voedingsstoffen en verteringssappen

Voedingsstoffen en verteringssappen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voedingsstoffen en verteringssappen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
  • Je kent verschillende groepen voedingsstoffen en de functies die zij in ons lichaam kunnen vervullen
  • Je kunt vertellen hoe darmperistaltiek en verteringssappen helpen bij de vertering

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

    Welke van de voedingsstoffen moet je verteren?
WEL verteren
NIET verteren
vetten
Koolhydraten
vitamines
eiwitten
mineralen
water

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn verzadigde vetten?
A
Ze zijn gezond, zorgen voor een verlaagd cholesterol.
B
Ze zijn gezond, zijn vloeibaar van vorm.
C
Ze zijn ongezond, je moet deze vervangen door koolhydraten.
D
Ze zijn ongezond, zorgen voor een hoger risico op hart- en vaatziekten.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Vet is bruikbaar als:

1) Brandstof. 2) Bouwstof.
3) beschermstof.
A
1 & 2
B
2 & 3
C
1 & 3
D
Alleen 3

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de indicator van zetmeel?
A
Helder kalkwater
B
Methylblauw
C
Joodoplossing
D
JKJ

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je energiebehoefte hangt af van
A
leefstijl, geslacht, opleiding, leeftijd
B
leeftijd, werk, geslacht, humeur
C
Of je man of vrouw bent, leefstijl, leeftijd, werk
D
Werk, geslacht, opleiding, leefstijl

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drie functies van organen zijn:
1. bacteriën bestrijden 2. vetten emulgeren 3. voedsel kneden. Wat zijn functies van de maag?
A
1 en 2
B
1 en 3
C
2 en 3
D
Alleen 3

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

het openen van de maagportier gebeurt na
A
het verzuren van de maag
B
het minder zuur worden van de twaalfvingerige darm
C
het verzuren van de alvleesklier
D
het verzuren van de lever

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen functie van darmperistaltiek?
A
Voedselbrij kneden
B
Voedselbrij mengen
C
Voedselbrij voortduwen
D
Voedselbrij filteren

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij darmperistaltiek..
A
zijn de kringspieren achter de voedselbrok aangespannen
B
zijn de kringspieren voor de voedselbrok aangespannen
C
zijn de lengtespieren voor de voedselbrok aangespannen
D
zijn de lengtespieren achter de voedselbrok aangespannen.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de afbeelding zie je schematisch darmplooien en darmvlokken in een darmwand.
In de wand van welke darm komen darmplooien en darmvlokken voor?
A
dikke darm
B
dunne darm
C
endeldarm
D
twaalfvingerige darm

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De functie van het verteringsstelsel is het omzetten van...................... in ....................
Speeksel en maagsap zijn voorbeelden van.....................

De enzymen in...................... zorgen ervoor dat voedingsstoffen........................ worden afgebroken. Voedingsstoffen die...................... door de darmwand heen kunnen worden omgezet in verteringsproducten. Verteringsproducten kunnen...........................door de darmwand heen.
Verteringssappen
Verteringssappen
Sneller
Langzamer
Voedingsstoffen
Voedingsmiddelen
Wel
Niet

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De darmen van een potvis zijn 140 - 170 meter lang.
Wat weet je van zijn voeding?
A
Vleeseter / carnivoor
B
Planteneter / herbivoor
C
Alleseter / omnivoor
D
kan je niet weten

Slide 17 - Quizvraag

Planteneter of herbivoor, want de vertering van plantencellen kost veel tijd door de celwanden om de cellen, dus daarom een lang darmstelsel

Waarom hebben planteneters een lange darmstelsel nodig?
A
Omdat plantencellen celwanden hebben die moeilijk verteren
B
Omdat plantencellen vacuolen hebben die moeilijk verteren
C
Omdat plantaardig voedsel makkelijk verteerd

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarover zou je nog extra uitleg willen. Als je niets hebt vul je niks in.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies