In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
§2.1 Het communisme
Communisme en Februarirevolutie
Slide 1 - Tekstslide
Huiswerk
Schrijf op in je agenda
Maken opdracht 3 t/m 6 van §2.1
Slide 2 - Tekstslide
Europa rond 1850:
Kapitalisme verandert de samenleving. Zet de bevolkingsgroepen op de juiste plek in de sociale piramide
Arme boeren, landarbeiders & fabrieksarbeiders
Kooplieden & fabriekseigenaren
Ambachtslieden, winkeliers & kleine boeren
Slide 3 - Sleepvraag
Vul de tekst over de industrialisatie correct aan
Door de industrialisatie was in de 19e eeuw een [...........................................] ontstaan. De grootste groep, de [...........................................], was sterk afhankelijk van de eigenaren van de fabrieken, de [...........................................]. Die probeerden zoveel mogelijk [...........................................] te maken.
Omdat ze met elkaar moesten concurreren, hielden ze de [...........................................] van de arbeiders zo laag mogelijk. Ontevreden arbeiders werden [...........................................], want er waren altijd wel nieuwe arbeiders te vinden.
Arbeiders bleven dus [...........................................], terwijl ondernemers [...........................................] werden.
klassenmaatschappij
arbeidersklasse
ondernemers
winst
lonen
ontslagen
arm
rijk
Slide 4 - Sleepvraag
Wat weet je al van het communisme?
Slide 5 - Woordweb
Leerdoelen
Aan het einde van deze les..
Ik kan de belangrijkste ideeën van Karl Marx uitleggen - In eigen woorden uitleggen wat de voorspelling van Marnix inhoud - Vier kenmerken van het communisme benoemen
Ik kan 3 indirecte oorzaken voor het ontstaan van de Russische Revolutie benoemen
Slide 6 - Tekstslide
Het socialisme
Rond 1850 zien veel mensen de ongelijkheid als probleem
Karl Marx doet in Het Kapitaal een voorspelling
Deze voorspelling vormt de basis van het socialisme
De ongelijkheid tussen arbeiders en ondernemers zal verder toenemen
De arbeiders zullen massaal in opstand komen tegen de ongelijkheid (met geweld)
De arbeiders winnen en schaffen privébezit van het kapitaal af
Zodra kapitaal van iedereen is, eindigt de klassenmaatschappij
Slide 7 - Tekstslide
Karl Marx en het communisme
Arbeiders aan de macht
Alle rijkdommen (ook de fabrieken en de machines) naar de arbeiders.
Einde aan de klassenmaatschappij (indeling van de maatschappij naar economische positie)
Tegen kapitalisme (ergens geld in stoppen met als doel meer geld te verdienen: winst maken).
Toen Marx in 1883 stierf was er nog nergens een revolutie van arbeiders geweest en bestond het communisme alleen op papier.
Slide 8 - Tekstslide
Communisten en Sociaaldemocraten
Binnen het socialisme ontstaan verschillende stromingen
Het communisme houdt vast aan de ideeën van Marx
De sociaaldemocraten wijken hiervan af
Communisten
1) Gelijkheid moet bereikt worden met een gewelddadige revolutie
2) Privébezit van kapitaal moet verboden worden
Sociaaldemocraten
1) Gelijkheid moet bereikt worden door sociale wetten in te voeren
2) Privébezit van kapitaal moet toegestaan blijven
Slide 9 - Tekstslide
Bij wie hoort de uitspraak?
De revolutie is noodzakelijk
A
Communisten
B
Sociaaldemocraten
C
Beide
Slide 10 - Quizvraag
Bij wie hoort de uitspraak?
Wij komen op voor de arbeidersklasse
A
Communisten
B
Sociaaldemocraten
C
Beide
Slide 11 - Quizvraag
Bij wie hoort de uitspraak?
Wij stellen sociale wetten voor
A
Communisten
B
Sociaaldemocraten
C
Beide
Slide 12 - Quizvraag
Bij wie hoort de uitspraak?
Het privébezit van kapitaal moet worden afgeschaft
A
Communisten
B
Sociaaldemocraten
C
Beide
Slide 13 - Quizvraag
Rusland voor 1917
Rond 1900 is Rusland een agrarisch land
De meeste mensen zijn boeren die werken voor de adel
Het wordt bestuurd door de tsaar, met hulp van de adel en kerk
Er is dus geen arbeidersklasse, maar wel grote ongelijkheid
Slide 14 - Tekstslide
Lijfeigenen
Bojaren
Russisch Orthodoxe kerk
Tsaar
Bourgeoisie
Boeren
Slide 15 - Sleepvraag
Filmpje
Rusland voor WOI
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Uiteindelijk vindt er een communistische revolutie plaats in Rusland. Leg uit waarom dit ingaat tegen de voorspelling van Karl Marx
Slide 18 - Open vraag
Toenemende onvrede
Door het verlies van de oorlog met Japan neem de onvrede toe
De tsaar laat de opstanden met geweld neerslaan
Om de rust te herstellen voert de tsaar hervormingen door
Er komt een parlement, maar de tsaar houdt de meeste macht
Slide 19 - Tekstslide
De Eerste Wereldoorlog
Door de Eerste Wereldoorlog neemt de onvrede nog verder toe
Hierdoor gaan boze burgers weer demonstreren
Rusland lijdt grote verliezen (zowel mensen als land)
Omdat veel boeren het leger in moeten is er een tekort aan voedsel
Slide 20 - Tekstslide
Filmpje
Demonstraties
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
De Februarirevolutie
In februari 1917 sluiten soldaten zich aan bij de demonstraties
Tsaar Nicolaas II wordt gedwongen om af te treden
Er komt een voorlopige regering die verkiezingen moet regelen
Er wordt beloofd vrede te sluiten met Duitsland
Slide 23 - Tekstslide
Oorzaken Russische Revolutie
Indirecte oorzaken
De ongelijke behandeling van de 3e stand (privileges 1e en 2e stand),
Het absolutistisch bestuur van de tsaar (bijvoorbeeld tijdens WO I),
Het verlies in de Russisch-Japanse Oorlog 1905(nooit eerder verloor een Europees land van een Aziatisch 'minderwaardig' land),
De mislukking van de Doema, De Tsaar heeft nog alles voor het zeggen
Directe oorzaken
De hongersnodenvan 1916-1917,
De grote aantallen doden in de Eerste Wereldoorlog.
Slide 24 - Tekstslide
Filmpje
De Februarirevolutie
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
VREDE VAN BREST-LITOSVK -1917
De oorlog tegen Duitsland aan het oostfront kostte de veel tijd, geld en manschappen.
was van mening dat een vrede met Duitsland de grootste prioriteit was voordat hij zich kon
richten op het vormen van een staat. Duitsland stemde met de vrede in.
Het verdrag kostte Rusland veel land en geld.
Ruslands voormalige Engeland, Frankrijk en de Verenigde Staten waren niet blij met de vrede
tussen de twee landen. De vrede betekende het einde van de en nu kon Duitsland zich volledig richten op het westfront in België en Frankrijk.