In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Handhygiëne: Houd je handen schoon!
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen jullie uitleggen wat handhygiëne is en waarom het belangrijk is.
Slide 2 - Tekstslide
Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen kunnen doen.
Wat weet je al over handhygiëne?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat is handhygiëne?
Handhygiëne verwijst naar het schoon houden van je handen om ziektekiemen te verminderen.
Slide 4 - Tekstslide
Definieer handhygiëne kort en duidelijk.
Waarom is handhygiëne belangrijk?
Handhygiëne is belangrijk omdat het helpt om de verspreiding van ziektekiemen te voorkomen en zo ziektes te voorkomen.
Slide 5 - Tekstslide
Beschrijf waarom handhygiëne belangrijk is en welke voordelen het heeft.
Wanneer moet je je handen wassen?
Je moet je handen wassen voor het eten, na een toiletbezoek, na hoesten of niezen, en na het aanraken van dieren.
Slide 6 - Tekstslide
Vermeld enkele situaties waarin het belangrijk is om je handen te wassen.
Hoe moet je je handen wassen?
Stap 1: Maak je handen nat. Stap 2: Breng zeep aan en wrijf je handen goed in. Stap 3: Spoel je handen grondig af. Stap 4: Droog je handen goed af met een schone handdoek.
Slide 7 - Tekstslide
Geef een stapsgewijze uitleg over hoe je je handen moet wassen.
Handen wassen of handgel?
Handen wassen met water en zeep is effectiever dan het gebruik van handgel, maar handgel kan handig zijn als er geen water en zeep beschikbaar is.
Slide 8 - Tekstslide
Leg het verschil uit tussen handen wassen en handgel gebruiken, en wanneer je welke methode moet kiezen.
Handhygiëne in de praktijk
Oefen met het wassen van je handen. Let op de juiste techniek en zorg ervoor dat je alle delen van je handen goed reinigt.
Slide 9 - Tekstslide
Doe een praktische oefening waarbij de leerlingen hun handen wassen.
Herhaal en beantwoord vragen
Herhaal de belangrijkste punten over handhygiëne en beantwoord eventuele vragen.
Slide 10 - Tekstslide
Neem de belangrijkste punten nogmaals door en bied de leerlingen de mogelijkheid om vragen te stellen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.