Les 2: Werkveldoriëntatie - oriëntatie

Les 2
Werkveldoriëntatie 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 2
Werkveldoriëntatie 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 
  • Je legt uit welke werkvelden er zijn binnen de maatschappelijke zorg. 
  • Je legt uit welke doelgroepen er zijn binnen de maatschappelijke zorg. 
  • Je benoemt op basis van voor- en tegenargumenten je voorkeur voor een werkveld.

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht
Maak op een grote flap een woordspin in groepen van 3 a 4 studenten van alle werkvelden die jullie kennen.

Maak vertakkingen per werkveld; elke vertakking is een doelgroep.

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht
Wissel de flaps uit met een andere groep. Welke werkvelden en doelgroepen staan er op, die niet op jullie flap staan? En welke kunnen jullie toevoegen? Geef dit terug aan de andere groep.

Slide 4 - Tekstslide

Maatschappelijke zorg
Is een deelgebied van sociaal-agogisch werk. In de maatschappelijke zorg ondersteun je cliënten bij zelfredzaamheid en het sociaal functioneren. Bij sommige cliënten ligt de nadruk op zorg en begeleiding bij anderen op activering of op gedragsverandering.

Slide 5 - Tekstslide

Agogiek 
"Agogiek is de wetenschap die zich bezighoudt met het veranderen van het gedrag van mensen." (Thieme) 

Sociaal-agogisch werk richt zich op personen die niet volledig mee kunnen doen aan de maatschappij. Het doel van het werk is het gedrag van personen zo te beïnvloeden dat zij zich beter gaan voelen.






Slide 6 - Tekstslide

Agogiek 
"Agogiek is de wetenschap die zich bezighoudt met het veranderen van het gedrag van mensen." (Thieme) 

Sociaal-agogisch werk richt zich op personen die niet volledig mee kunnen doen aan de maatschappij. Het doel van het werk is het gedrag van personen zo te beïnvloeden dat zij zich beter gaan voelen.






Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Opdracht
Je hebt met je groep een woordspin gemaakt over de werkvelden. 
Noteer voor je zelf welk werkveld je leuk lijkt en waarom.
Noteer ook welk werkveld je niet/minder leuk lijkt en waarom.
Wissel dit uit in je groepje.

Slide 10 - Tekstslide

Vragen?

Slide 11 - Tekstslide