Les 4.1 - Het betoog

VP2a | Periode 4 | Mondeling examen spreken
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

VP2a | Periode 4 | Mondeling examen spreken

Slide 1 - Tekstslide

Planning vandaag
  • Welkom
  • Mededelingen
  • Lesdoelen
  • Uitleg betoog
  • Planning
  • Dilemma

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen

  • Je kent het doel van het betoog.
  • Je kent het verschil tussen feitelijke en waarderende argumenten en kunt deze gebruiken.
  • Je weet wat drogredenen zijn en kunt er enkele herkennen.



Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat weet je van
studentenverenigingen?

Slide 5 - Woordweb

"Vindicat moet verboden worden."
Eens of oneens? Leg uit waarom.

Slide 6 - Open vraag

De stelling is:
"Studentenverenigingen als Vindicat moeten verboden worden."

Typ eerst "eens" of "oneens"

Geef daarna een reden waarom je dit vindt.

Slide 7 - Woordweb

Soorten argumenten


Feitelijke argumenten; het is een feit, het is gewoon zo.


Waarderende argumenten; jij vindt dit persoonlijk, een ander kan iets anders vinden.

Slide 8 - Tekstslide

"Ik vind dat studentenverenigingen verboden moeten worden, want niemand zou zich bloot moeten stellen aan de beschamende activiteiten van een ontgroening."
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 9 - Quizvraag

"Ik vind Parijs een mooie stad, want er zijn veel oude gebouwen."
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 10 - Quizvraag

"Ik vind Parijs een mooie stad, want de geschiedenis van de stad is erg interessant."
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 11 - Quizvraag

Drogredenen

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Video

Wat is het schrijfdoel van een betoog?
A
informeren
B
opiniëren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 14 - Quizvraag

Hoe is een betoog opgebouwd?
timer
2:00

Slide 15 - Open vraag

Welke lesdoelen heb jij deze les behaald? Je kunt meerdere kiezen.
A
Ik weet wat drogredenen zijn en ik kan er enkele herkennen
B
Ik snap het verschil tussen waarderende en feitelijke argumenten
C
Ik kan zelf waarderende en feitelijke argumenten gebruiken
D
Ik weet waar een goed betoog aan moet voldoen qua vorm

Slide 16 - Quizvraag

Afname en informatie

  • Het examen vindt plaats onder de les Nederlands. 
  • Het examen wordt opgenomen via Teams
  • Alle informatie kun je vinden in Teams > Bestanden > Nederlands > Periode 4

Slide 17 - Tekstslide

Planning periode 4
  • Dinsdag 16 mei: voorbereiden examen. Verder thuis!!!
  • Dinsdag 23 mei, 30 mei, 6, 13 juni, 20 juni, 27 juni afnames examens


Slide 18 - Tekstslide

Datum
Wie
Maandag 23 mei
1.
2.
3.
4.
Maandag 30 mei
1.
2.
3.
4.
Maandag 13 juni
1.
2.
3.
4.
Maandag 20 juni
1.
2.
3.
4.
Maandag 27 juni
1.
2.
3.
4.

Slide 19 - Tekstslide

Dilemma: Al

Slide 20 - Tekstslide