Inleiding Hoofdstuk 11

Welke grafieken horen bij een exponentieel verband?
A
A en D
B
A en C
C
C en B
D
B en D
1 / 23
volgende
Slide 1: Quizvraag
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Welke grafieken horen bij een exponentieel verband?
A
A en D
B
A en C
C
C en B
D
B en D

Slide 1 - Quizvraag


A
Tabel B is exponentieel
B
Tabel D is exponentieel
C
Beide tabellen zijn exponentieel
D
Geen van de tabellen zijn exponentieel

Slide 2 - Quizvraag

De algemene formule van een exponentieel verband is.......
A
xy=constant
B
y=bgx
C
y=ax+b
D
Geen van alle

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de groeifactor en wat is de begingetal bij:

h=95t
A
Begingetal: 9 Groeifactor: 5
B
Begingetal: 5 Groeifactor: 9
C
Begingetal: t Groeifactor: h
D
Begingetal: h Groeifactor: t

Slide 4 - Quizvraag

Bereken de groeifactor bij
dit exponentieel verband
A
440 : 400 = 1,1
B
440 - 400 = 40
C
400 : 440 = 0,91

Slide 5 - Quizvraag

Wanneer daalt een exponentieel verband?
A
Als de groeifactor 1 is
B
Als de groeifactor negatief is
C
Als de groeifactor tussen de 0 en de 1 ligt
D
Als de groeifactor groter dan 1 is

Slide 6 - Quizvraag

Geef bij de volgende vragen steeds aan of de beschrijving past bij een exponentieel verband.

Slide 7 - Tekstslide

Een zwembad loopt leeg met 12 liter per minuut
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Een hoeveelheid neemt elke week met 5% toe
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Het aantal km dat nog gelopen moet worden tijdens een marathon na t minuten
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Bij een experiment wordt een hoeveelheid steeds gedeeld door 3.
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Een hoeveelheid neemt elke week met 5 toe?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Sissa mocht van de koning zelf een beloning kiezen. Sissa koos: leg op het eerste veld van het schaakspel 1 rijstkorrel, op het volgende 2, het volgende 4 etc. tot alle 64 velden vol zijn. Hebben we te maken met een exponentieel verband?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de asymptoot bij de standaard exponentiele functie?
A
x=0
B
y=0
C
x=0 en y=0
D
Er zijn geen asymptoten

Slide 14 - Quizvraag

De grafiek van een exponentiële functie heeft ...
A
een beperkt domein
B
een beperkt bereik
C
een beperkt domein en een beperkt bereik
D
een onbeperkt domein en een onbeperkt bereik

Slide 15 - Quizvraag

Welke transformatie heeft invloed op de asymptoot van de exponentiele functie?
A
vermenigvuldiging tov de x-as
B
vermenigvuldiging tov de y-as
C
horizontale translatie
D
verticale translatie

Slide 16 - Quizvraag


Bereken 3log(81)=
A
2
B
4
C
3
D
-4

Slide 17 - Quizvraag


Bereken 10log(1000)=
A
10
B
3
C
4
D
geen idee

Slide 18 - Quizvraag

Als er geen grondgetal(g) bij een logaritme staat, dan is het grondgetal (g) automatisch:
A
0
B
1
C
10
D
100

Slide 19 - Quizvraag

Welke grafieken horen bij een logaritmisch verband?
A
A en D
B
A en C
C
C en B
D
B en D

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de asymptoot bij de standaard logaritmische functie?
A
x=0
B
y=0
C
x=0 en y=0
D
Er zijn geen asymptoten

Slide 21 - Quizvraag

Welke transformatie heeft invloed op de asymptoot van de logaritmische functie?
A
vermenigvuldiging tov de x-as
B
vermenigvuldiging tov de y-as
C
translatie (a,0)
D
translatie (0,b)

Slide 22 - Quizvraag

De grafiek van een logaritmische functie heeft ...
A
een beperkt domein
B
een beperkt bereik
C
een beperkt domein en een beperkt bereik
D
een onbeperkt domein en een onbeperkt bereik

Slide 23 - Quizvraag