Herhaling H1 par. 1-4 Iran

Canada -> herhaling par. 1-4
Iran -> herhaling par. 1-4
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Canada -> herhaling par. 1-4
Iran -> herhaling par. 1-4

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
 Je gaat deze les oefenen: wat weet je al en welke onderdelen moet je nog goed bestuderen voor het SO volgende week over paragraaf 1, 2 en 3.
SUCCES!

Slide 2 - Tekstslide

Iran ligt in....
A
Afrika
B
Azië
C
Europa
D
Zuid-Amerika

Slide 3 - Quizvraag

Iran heeft...
A
8,3 miljoen inwoners
B
83 miljoen inwoners
C
803 miljoen inwoners
D
1000 miljoen inwoners (= 1 miljard)

Slide 4 - Quizvraag

Wat is waar over Iran?

A
De bevolkingsspreiding is klein, het is dus dunbevolkt
B
De bevolkingsdichtheid is hoog

Slide 5 - Quizvraag

De bevolkingsspreiding in Iran is?
A
gelijk
B
ongelijk

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de hoofdstad van Iran?
A
Tabriz
B
Mashad
C
Teheran
D
Qom

Slide 7 - Quizvraag

Iran ligt op Noorderbreedte en Oosterlengte
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Op welk schaalniveau is deze kaart over Iran?
A
Lokale schaal
B
Regionale schaal
C
Nationale schaal
D
Mondiale schaal

Slide 9 - Quizvraag


Teheran (in Iran)
A
Deze plaats ligt op het zuidelijk halfrond
B
Deze plaats ligt op het noordelijk halfrond

Slide 10 - Quizvraag

Welk deel van Iran is het dichtst bevolkt?
A
Het binnenland
B
Het westen
C
Het oosten
D
Het noorden

Slide 11 - Quizvraag

Waar in Iran liggen de meeste steden
A
Noorden
B
Oosten
C
Zuiden
D
Westen

Slide 12 - Quizvraag

In Iran vind je vooral:
A
Ingerichte landschappen
B
Natuurlandschappen

Slide 13 - Quizvraag

Wat laat de schaal van een kaart zien?
A
Hoeveel het gebied is vergroot
B
Hoeveel fruit erin past
C
Hoeveel een gebied is verkleind
D
Wat de legenda betekent

Slide 14 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met de bevolkingsdichtheid van een land?

Slide 15 - Open vraag

Wat zijn inrichtingselementen?
A
Meubels in je huis
B
Huizen, wegen, leidingen, bruggen enz.
C
Oceanen, rivieren, bergen, woestijnen
D
Kaarten, legenda, atlas enz.

Slide 16 - Quizvraag


Wat is een natuurlandschap?
A
Landschap. Waar de mens niks aan gedaan heeft
B
Landschap waar de mens natuur heeft gemaakt.
C
Landschap waar de dieren leven
D
Landschap op een schilderij

Slide 17 - Quizvraag

Noem 2 inrichtingselementen

Slide 18 - Open vraag

Als de schaal 1: 500.000 is, hoeveel km is 1 cm dan in het echt

Slide 19 - Open vraag

Als we een kaart hebben over de bevolkingsdichtheid van Canada, wat voor soort kaart is dit dan?

Slide 20 - Open vraag

Nederland ligt op ...?
A
noorderbreedte
B
zuiderbreedte
C
oosterlengte
D
zuiderlengte

Slide 21 - Quizvraag

Hoe heet de denkbeeldige breedtecirkel precies in het midden van de aarde

Slide 22 - Open vraag

Pak je rekenmachine
wat is de bevolkingsdichtheid als het land 1.000.000 km2 groot is en er 3.000.000 mensen wonen

Slide 23 - Open vraag

Als je een kaart gebruikt bij aardrijkskunde, wat hoeft er niet perse op te staan
A
noordpijl
B
titel
C
legenda
D
schaal

Slide 24 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij de omschrijving?

Halve cirkel die plaatsen met gelijke lengteligging verbindt.
A
Meridiaan
B
Parallel

Slide 25 - Quizvraag

2° Z.B. en 191° O.L.
Wat klopt er niet aan deze coördinaten?

Slide 26 - Open vraag

Helsinki ligt op 61 graden noorderbreedte. Het ligt dus op...
A
lage breedte
B
hoge breedte
C
geen van beide

Slide 27 - Quizvraag

Tot hoever gaan de lengtegraden
A
90
B
100
C
180
D
360

Slide 28 - Quizvraag

In het dal is het 2' C.
wat is de temperatuur op 1500 m hoogte?
A
-5' Celsius
B
-2' Celsius
C
5' Celsius
D
-7' C

Slide 29 - Quizvraag

Welke graden geven aan hoe noordelijk of zuidelijk een plaats ligt?
A
Lengtegraden
B
Breedtegraden

Slide 30 - Quizvraag

Reliëf =?
A
grote rivieren
B
Bossen
C
Hoogte verschillen
D
Losliggende stoeptegels

Slide 31 - Quizvraag

Welke vorm van reliëf is dit?
A
Hooggebergte
B
Middelgebergte
C
Heuvelland
D
Laagland

Slide 32 - Quizvraag

Hoeveel graden daalt de temperatuur bij 2000 meter stijging in hoogte?
A
6 graden celcius
B
9 graden celcius
C
12 graden celcius
D
15 graden celcius

Slide 33 - Quizvraag

Welk type landschap is te zien op de afbeelding?
A
Laagland
B
Hooggebergte
C
Middelgebergte
D
Heuvelland

Slide 34 - Quizvraag

Hoe noem je deze reliëf vorm?
A
Hooggebergte
B
Middelgebergte
C
Heuvelland
D
Laagland

Slide 35 - Quizvraag

Welk schaalniveau wordt hier afgebeeld?
A
Lokale schaal
B
Regionale schaal
C
Nationale schaal
D
Continentale schaal

Slide 36 - Quizvraag

Welk schaalniveau?
A
Mondiaal
B
continentaal
C
regionaal
D
lokaal

Slide 37 - Quizvraag

Wanneer je van lokaal schaalniveau naar mondiaal schaalniveau gaat ben je aan het ..........
A
Uitzoomen
B
Inzoomen

Slide 38 - Quizvraag

Schaalniveau?
A
Lokaal
B
Regionaal
C
Mondiaal
D
Continentaal

Slide 39 - Quizvraag

Exit? 


alle vragen gemaakt?
Nog een keer nakijken?

dan pas afsluiten...!

Slide 40 - Tekstslide