4TL 8.5 Doping en drugs

8.5 Doping en drugs
Doping en drugs
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

8.5 Doping en drugs
Doping en drugs

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er in de lever?

De lever....
A
breekt eiwit, alcohol en rode bloedcelen af
B
Slaat vitamine (A en D) en glycogeen op
C
Maakt gal en cholesterol
D
A, B en C zijn juist

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe doping sportprestaties kan beïnvloeden. 
  • Je kunt de invloed van drugs op je lichaam beschrijven. 
  • Je kunt uitleggen wat de gevolgen kunnen zijn van drugsgebruik. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende vormen van doping
  1. Gebruik van verboden stoffen.
  2. Gebruik van verboden methoden. 

Middelen die de sportprestaties verhogen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2 soorten doping
  • Verboden stoffen:
- amfetamine (maakt alert en energiek)
- anabole steroïden (meer spieren)
  • Verboden methoden: Bloeddoping (meer rode bloedcellen door meer bloed of het hormoon Epo)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anabole steroïden stimuleren spiergroei. Vooral voor sporten waar kracht een belangrijke rol speelt zoals gewichtheffen.
Amfetamine is een stimulerende stof.
De sporter kan langer doorgaan  Bijvoorbeeld wielrennen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk van deze vormen van doping heeft het grootste effect op de prestatie van een marathonloper?
A
Anabole steroïden
B
Amfetamine
C
Bloeddoping
D
Geen van allen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

       Werking              drugs

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe beïnvloedt drugs je lichaam?
Mensen gebruiken drugs voor verschillende redenen

Drie soorten effecten van drugs:
Stimulerende middelen 
Verdovende middelen
Bewustzijnsveranderende 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stimulerende middelen
-bijv. xtc, cocaïne en cafeïne
werking:
Zenuwstelsel werkt sneller

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdovende middelen
bijv. heroïne en alcohol
Werking:
Je zenuwstelsel werkt trager

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewustzijns- veranderende middelen
Dit heet ook wel hallucineren.
Vertaald uit het Latijn betekent dit "dwalen door de geest"
bijv. paddo's, hash, lSD
Werking:
Je hersenen werken "anders"

Slide 12 - Tekstslide

2 min

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

 Gevolgen van drugsgebruik?
-Gezondheidsproblemen
-Psychische problemen
-Sociale problemen
-Financiële problemen

Als een verslaafde wil stoppen moet diegene afkicken

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In hoeverre begrijp jij dit hoofdstuk?
0100

Slide 17 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij nog extra uitleg nodig?
JA
NEE

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Maken
Lees blz 136 - 142 en maak opdracht 1 t/m 19

en bekijk alvast Heel hoofdstuk 8



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies