BOA Hoofdstuk 8 De Raadsman

BOA HOOFDSTUK 8 
De raadsman
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BOAMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

BOA HOOFDSTUK 8 
De raadsman

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Structuur van de les.

  • Leerdoelen.
  • Nut & belang.
  • Voorkennis.
  • Bespreken leerdoelen.
  • Samenvattende toetsvragen LessonUp.
  • Vragen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nut &
Belang

Slide 3 - Tekstslide

Helpt de student te begrijpen hoe bepaalde regels werken en hoe ze tot stand komen.
Leerdoelen
* Je kunt benoemen dat de verdachte recht heeft op rechtsbijstand door een raadsman en dat een advocaat bevoegd is om als raadsman op te treden in het stafproces
* Je kunt de rechten van de verdachte met betrekking tot rechtsbijstand benoemen en uitleggen.
Je kunt benoemen wanneer er inbreuk gemaakt kan worden op de rechten van de verdachte en raadsman.



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Recht op raadsman
  1. De verdachte die is staande gehouden of uitgenodigd (op eigen kosten)
  2. Aangehouden verdachte: VH-feit en kwetsbare verdachte, recht op kosteloze bijstand door een aan hem door de overheid toegevoegde raadsman (pro-deo advocaat)
  3. Aangehouden verdachte voor overige feiten (eigen kosten)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

 Bevoegd om als raadsman op te treden
  • een bij de rechtbank ingeschreven en beëdigde advocaat
  • (Artikel 37 Wetboek van Strafvordering). 
  • Een advocaat uit een ander land, dat behoort tot de EER of Zwitserland mag ook optreden als advocaat in Nederland, indien hij samenwerkt met een in Nederland ingeschreven advocaat. 
  • Andere personen zijn dus niet bevoegd om als raadsman op te treden in het strafproces.
  • legitimeert zich met advocatenpas (Nederlandse orde van advocaten)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rol van de raadsman
 Een drieledige functie, te weten:
1. vertrouwenspersoon,
die nooit gedwongen kan worden te vertellen wat hij met zijn cliënt besproken heeft. Dit heet ‘verschoningsrecht’.
2. adviseur,
die zijn cliënt met raad en daad bijstaat.
3. verdediger,
die erop toezicht dat zijn cliënt volgens de regels van het
(juridische) spel wordt berecht.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Recht van vrij verkeer tussen verdachte en de
raadsman
De raadsman heeft met de verdachte, die rechtens zijn vrijheid is ontnomen, in Artikel 45 Wetboek van Strafvordering een
omgangsrecht gekregen. De raadsman heeft:
- vrije toegang tot deze verdachte
- het recht deze verdachte alleen te spreken
- het recht brieven met deze verdachte te wisselen, zonder dat
anderen van de inhoud daarvan kennis nemen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drie beperkingen aan dit vrije verkeer

  1. onder het vereiste toezicht
  2. binnen het huishoudelijk reglement
  3. het onderzoek daardoor niet opgehouden

Verdachte < 18 jaar
Ouders = rechten als RM m.b.t. vrije toegang


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inbreuk op het recht van vrij verkeer
1. Bij ernstig vermoeden misbruik door raadsman
2. Op bevel van de OvJ
Het bevel:
Maximaal 6 dagen + e.v.t. telkens opnieuw
In afschrift naar raadsman + verdachte
Ter beoordeling naar de rechtbank
De rechtbank wijst een raadsman-vervanger toe
Indien ouders/voogd van de minderjarige zijn positie misbruikt kan de OvJ ook inbreuk maken op dit vrij verkeer



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Recht op kennisneming processtukken
 Verdachte heeft recht op een eerlijk proces
=
Dus ook het recht op inzage en
afschrift van de
processtukken
-
Zowel de raadsman + verdachte hebben dit recht

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                                          PROCESSTUKKEN

Ieder stuk (incl. audio/video) dat voor de beslissing van de rechter redelijkerwijs van belang kan zijn

OvJ is verantwoordelijk voor samenstelling processtukken
Stukken uit de processtukken laten door de OvJ
 stuk geen processtuk = geen bewijsstuk = geen recht op kennisneming
 OvJ heeft hiervoor een machtiging van de RC nodig
 Motivatie OvJ + beslissing RC naar de rechtbank
 OvJ moet deze stukken bewaren (vervolg zie volgende dia)
 



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stukken achterwege laten uit de processtukken
Dit kan alleen omdat:
  • een getuige ernstig overlast zal ondervinden of in zijn ambtsuitoefening/beroep wordt belemmerd
  • een zwaarwegend opsporingsbelang wordt geschaad
  • het belang van de staatsveiligheid wordt geschaad

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kennisnemen + afschrift processtukken

1. Tijdens onderzoek => in beginsel volledig recht op inzage
 Wegens onderzoeksbelang  kan tijdelijk onthouden van bepaalde stukken. Onvolledigheid stukken verplicht schriftelijk melden aan VE/RM
bezwaar (VE/RM) hiertegen bij de RC
2. Na onderzoek = volledig recht op inzage
Inzage + afschrift voor raadsman en verdachte
Altijd recht op:
Proces-verbaal van eigen verhoor verdachte
Proces-verbaal van verhoor waar VE of RM bij had mogen zijn
Geciteerd/ voorgelezen proces-verbaal
Recht op vertaling essentie in voor hem begrijpelijke taal




Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Recht op kennisneming = dus recht op afschrift tenzij:
de bescherming van de persoonlijke levenssfeer
de opsporing en vervolging van (andere) strafbare feiten op zwaarwichtige gronden aan het algemeen belang ontleend
Weigeren afschrift vanwege het onderzoeksbelang! = kan niet!
Onderzoeksbelang = belang van de waarheidsvinding in deze zaak
Kennisneming en afschrift door: OM/ parket OvJ = tijdens                                      opsporingsonderzoek
Griffie gerecht = na afloop opsporingsonderzoek (na het uitbrengen van de dagvaarding)
Niet door de opsporingsambtenaar!




Kennisgeving + afschrift VD en Raadsman

Recht op kennisneming = dus recht op afschrift tenzij:
  • de bescherming van de persoonlijke levenssfeer
  • de opsporing en vervolging van (andere) strafbare feiten
  • op zwaarwichtige gronden aan het algemeen belang ontleend
  • Weigeren afschrift vanwege het onderzoeksbelang! = kan niet!
  •  Onderzoeksbelang = belang van de waarheidsvinding in deze zaak
Kennisneming en afschrift door:
  • OM/ parket OvJ = tijdens opsporingsonderzoek
  • Griffie gerecht = na afloop opsporingsonderzoek (na het uitbrengen van de dagvaarding)
  • Niet door de opsporingsambtenaar!


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De raadsman heeft vrije toegang tot de verdachte. De enige 2 beperkingen zijn dat het alleen mag plaatsvinden onder het vereiste toezicht en binnen het huishoudelijk reglement.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke rechten hebben ouders met betrekking tot de vrije toegang tot de minderjarige verdachte?
A
Alleen toegang voorafgaand aan het eerste verhoor.
B
Toegang tot het eerste verhoor en het verhoor bij de Rechter-Commissaris.
C
Zelfde rechten als de raadsman.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kan er inbreuk op het vrije verkeer tussen verdachte en raadsman worden gemaakt?
A
Ja.
B
Nee.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie beoordeelt of een advocaat tijdelijk geen contact met de verdachte mag hebben?
A
De Rechter-Commissaris.
B
De OvJ.
C
De rechtbank.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor hoeveel dagen mag een advocaat in eerste instantie van een zaak (verdachte) worden gehaald?
A
6 dagen.
B
7 dagen.
C
8 dagen.
D
9 dagen.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kan een ouder ook de toegang tot een minderjarige verdachte worden ontzegd?
A
Ja.
B
Nee.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Processtukken zijn alleen die stukken die noodzakelijk zijn om aan te tonen dat de verdachte het feit heeft begaan.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kan de OvJ stukken uit de processtukken laten?
A
Ja.
B
Ja, met machtiging van de Rechter-Commissaris.
C
Nee, dit kan alleen de rechter tijdens de terechtzitting.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de OvJ stukken uit de processtukken laat, zijn deze stukken geen bewijsstukken meer.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de onderstaande zaken zijn redenen om stukken uit de processtukken te laten (meerdere antwoorden KUNNEN goed zijn)?
A
Ernstige overlast voor getuige, of belemmering ambtsuitoefening/beroep.
B
Zwaarwegend opsporingsbelang wordt geschaad.
C
Het belang van de staatsveiligheid wordt geschaad.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een verdachte heeft altijd recht om kennis te nemen van de processtukken.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke van de onderstaande gevallen kan de kennisname van de processtukken de verdachte tijdelijk worden onthouden (meerdere antwoorden KUNNEN goed zijn)?
A
Alleen voor afronding van het onderzoek (inzetten vervolging).
B
In het belang van het onderzoek.
C
Tot aan de terechtzitting.
D
Alle stukken behalve de eigen verhoren, verhoren waar hij aanwezig kon zijn en geciteerde processen-verbaal.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Indien een verdachte recht heeft op kennisname van de processtukken heeft hij ook altijd recht op een afschrift van deze stukken.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke van de onderstaande gevallen kan een afschrift voor de verdachte worden geweigerd (er zijn meerdere antwoorden goed)?
A
De bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
B
De opsporing en vervolging van (andere) strafbare feiten.
C
Onderzoeksbelang.
D
Op zwaarwichtige gronden aan het algemeen belang ontleend.

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies