Paragraaf 7.1 Licht

Hoofdstuk 7

 




Paragraaf 7.1 Licht en kleur

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7

 




Paragraaf 7.1 Licht en kleur

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
We gaan vandaag starten aan een nieuw hoofdstuk.
Hoofdstuk 7 Licht


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan de leerling:

- Een voorbeeld van een natuurlijke en kunstmatige lichtbron noemen;
-Uitleggen wat het spectrum inhoudt en hoe je het zichtbaar maakt;
-Uitleggen hoe wij een voorwerp met een bepaalde kleur zien;


Slide 3 - Tekstslide

Noem een lichtbron.

Slide 4 - Woordweb

Wat is de belangrijkste lichtbron van de aarde?

Slide 5 - Open vraag

Natuurlijke lichtbron
De zon is de grootste en belangrijkste lichtbron van de aarde. 
Zonder zonlicht zou een leven op aarde ondenkbaar zijn.


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Wat is nou licht?
- Licht is een vorm van energie. 

Maar waaruit bestaat wit licht?
Wit licht (het zonlicht) bestaat uit een reeks kleuren; 
rood-oranje-geel-groen-blauw-violet


Slide 8 - Tekstslide

Spectrum
Zo'n reeks kleuren noemen we een spectrum. 

De kleuren in het spectrum zijn voor ons zichtbaar Ze noemen dat ook wel zichtbaar licht.  

Slide 9 - Tekstslide

Maar hoe weten we dit?
Het spectrum kunnen we aantonen met een prisma
Dat is een driehoekig stuk glas. 

Door het licht onder de juiste hoek op
de prisma te laten vallen.  Valt het witte 
licht uiteen in de verschillende kleuren. 

Slide 10 - Tekstslide

Uit welke kleuren bestaat het spectrum?

Slide 11 - Open vraag

Je omgeving zien
Voorwerpen geven zelf geen licht. Je ziet pas een voorwerp wanneer het verlicht wordt door bijvoorbeeld een lamp of de zon.  

Het licht wat op het voorwerp terecht komt, wordt dan diffuus teruggekaatst in onze ogen. (Maar wat is dat?)

Slide 12 - Tekstslide

Diffuus teruggekaatst
Het licht dat op het voorwerp terecht komt gaat in alle richtingen verder. 

Wanneer een lichtstraal
in je oog terechtkomt
zie je het voorwerp.

Slide 13 - Tekstslide

Naast diffuus, heb je ook gerichte terugkaatsing

Slide 14 - Tekstslide

Absorberen 
Niet alle kleuren worden teruggekaatst. Het kan ook zijn dat een kleur wordt geabsorbeerd .

Absorberen = het in zich opnemen. 

Slide 15 - Tekstslide

Kies uit:
Een voorwerp met de kleur (zwart / geel / rood / wit) absorbeert bijna al het licht.
A
Zwart
B
Geel
C
Rood
D
Wit

Slide 16 - Quizvraag

Witte voorwerpen 
weerkaatsen bijna al het licht.
Zwarte voorwerpen absorberen bijna al het licht.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Gekleurde voorwerpen zien

Slide 19 - Tekstslide

Kunstmatige lichtbron

Slide 20 - Tekstslide

Kunstmatige lichtbronnen zijn gemaakt door de mens.

Doormiddel van een zakspectroscoop kan je zien uit welke kleuren het (gemaakte) licht bestaat. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Koude en warme kleuren

Slide 23 - Tekstslide

Rood, oranje en geel vallen onder...
A
Koude kleuren
B
Warme kleuren

Slide 24 - Quizvraag

Groen en blauw vallen onder....
A
Koude kleuren
B
Warme kleuren

Slide 25 - Quizvraag

Afsluiting 
Beantwoord de volgende 3 vragen

Slide 26 - Tekstslide

Uit wat bestaat wit licht?

Slide 27 - Open vraag

Ik heb een groene appel.
Welke kleur wordt het meest teruggekaatst?
A
Geel
B
Groen
C
Rood
D
Blauw

Slide 28 - Quizvraag

Ik schijn een zaklamp op een voorwerp. De lichtstralen gaan na weerkaatsing alle kanten op.

Hoe noem ik dit?
A
Absorptie
B
Gerichte reflectie
C
Diffusie

Slide 29 - Quizvraag

Huiswerk
Lezen paragraaf 1 van hoofdstuk 7.
Schrijf voor jezelf de belangrijkste begrippen op. 


Tot woensdag! 

Slide 30 - Tekstslide