1. amabas
- jij hield van
2. emebant
- zij kochten
3. superavistis
- jullie hebben overwonnen
4. incipit
- hij begint
5. exspectaverunt
- zij hebben gewacht / zij wachtten
6. manebamus
- wij bleven
7. sede
- zit!
8. potestis
- jullie kunnen
9. spectavi - ik heb gezien