Week 6 periode 4

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Rood = nee, groen = ja


Heb je een leraar nodig? 


Ja/nee, omdat [....] en bijvoorbeeld [...]
timer
4:00

Slide 2 - Tekstslide

Vraag 8 blz. 226, alinea 6 = ...
conclusie = rood 
definitie = groen
nuancering = geel 
voorwaarde = paars 

timer
0:30

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 13 blz. 227, tekstsoort?
Beschouwende tekst met betogende elementen = rood 

Beschouwende tekst met uiteenzettende elementen = groen

Betogende tekst met beschouwende elementen = geel 

Betogende tekst met uiteenzettende elementen = paars 

timer
0:30

Slide 4 - Tekstslide

Vraag 3 blz. 226, drogreden?
Cirkelredenering = rood 

Overhaaste generalisatie = groen

Verkeerde vergelijking = geel 

Onjuiste oorzaak/gevolg = paars 

timer
0:30

Slide 5 - Tekstslide

Maak je betoog - zo goed als - af
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Morgen
Poezine 

Tekst 3 
Vragen op basis van inhoud/vorm stappenplannen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Tekstslide

Agenda
  1. Vragen op basis van vorm en inhoud
  2. Tekst 3 aflezen
  3. Vraag per rij
  4. Jongerenrechtbank
  5. Volgende week 

Slide 10 - Tekstslide

Vragen op basis van vorm
Citeervragen
Meerkeuze-
vragen
Open vragen (kort)
Open vragen (uitgebreid)
Schematische vragen
Wat moet je citeren (woorden/
woordgroepen/zinnen)? 

" "

Zin = Hoofdletter en een punt.
Nauwkeurig lezen (zonder de antwoorden te bekijken)

Streep weg wat zeker fout is. 
Wat zijn korte open vragen? Noem bij welke alinea deel 2 begint / noem de functie van ...
Let op aantal woorden

Focus op waar je moet zoeken in de tekst 

Belangrijke woorden uit de tekst herhalen (geen synoniemen) 
Vaak is het samenvatten van argumentatie 

Ken je begrippen...

Slide 11 - Tekstslide

Vragen op basis van inhoud
Tekstsoort/doel
Hoofdgedachte/samenvatten
Tekststructuur
Functies van tekstgedeelten
Betekenis van tekst(gedeelte)
Argumentatie
Hoofddoel? 

Intenties van de auteur
Belangrijkste boodschap

Voorkeursplaatsen: titel, inleiding en slot 

Functies van inleiding/kern en slot? 

Signaalwoorden kennen
Tekstverbanden en functiewoorden kennen 
Vraag begrijpen, woorden zoeken 


Structuur herkennen door signaalwoorden

Drogredenen kennen

Slide 12 - Tekstslide

Tekst 3

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Volgende week
Dinsdag + vrijdag: mevrouw Willemse

Woensdag + donderdag: vragen over lesstof (stuur via Teams), oefenen en herhalen 

Slide 15 - Tekstslide

timer
1:00
Hulp?
Buur
LessonUp
Stappenplan
Docent
 

Klaar?
Lees alvast de informatie op blz. 240/241. Start alvast met een stappenplan voor dit hoofdstuk (vragen vorm) 

Opdracht 
Lees de tekst op blz. 236/237. Maak de vragen die je nog niet hebt gemaakt in de vorige les.
Gebruik je stappenplan

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht - deel 1 
Je schrijft een kort betoog. Wat is voor jou het belangrijkste in de klas (normen/waarden)? Dit is je standpunt. 

Prestatie / regels / zelfstandigheid / sociaal gevoel 

Denk hier even over na en wissel uit met je buur


timer
4:00

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht - deel 2 
Je schrijft een kort betoog. Wat is voor jou het belangrijkste in de klas (normen/waarden)? Dit is je standpunt. 

Vervolgens leg je uit waarom dit zo is met tenminste 2 argumenten (noteer in de kantlijn ook of het neven- of onderschikkende argumentatie is)

Ook verwerk je 1 tegenargument + weerlegging. 

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 
Je schrijft een kort betoog. Wat is voor jou het belangrijkste in de klas (normen/waarden)? Dit is je standpunt. 

- Vervolgens leg je uit waarom dit zo is met tenminste 2 argumenten (noteer in de kantlijn ook of het neven- of onderschikkende argumentatie is).
- Ook verwerk je 1 tegenargument + een weerlegging. 

Klaar? 
Werken aan je so (troublespeech)
Starten met tekst 3 in KERN 

Slide 19 - Tekstslide

Troublespeech 
Erken dat er iets fout is gegaan, maar probeer ervoor te zorgen dat dit uiteindelijk niet jouw fout is of dat er omstandigheden waren waardoor jij er niets aan kon doen. Maak van het negatieve iets positiefs. 

Inleiding: publiek toespreken, jezelf voorstellen, korte situatiebeschrijving
Kern: situatie verder toelichten en verzachten/schuld buiten jezelf leggen, iets positiefs van de situatie maken 
Slot: samenvatting/conclusie, publiek bedanken 




Slide 20 - Tekstslide