In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
wat zag je breken/smelten/verscheuren/kapot gaan?
Slide 2 - Woordweb
Vormsoorten
Alles wat je om je heen ziet heeft een vorm. Vormen kunnen gegroeid zijn, door de natuur ontstaan, afgesleten door water en wind. Vormen worden ook door kunstenaars en ontwerpers gemaakt.
Slide 3 - Tekstslide
Open Vorm
Doorzichtig, je kijkt er door heen, omdat het van lineair of transparant materiaal is gemaakt. Er is iets van de binnenruimte te zien.
B.v.: een zeef, een glas, ladder, aquarium.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Gesloten Vorm
Je kan er niet doorheen kijken, het neemt ruimte in, veel massa, maar hoeft niet massief te zijn.
B.v.: een kast op korte pootjes, een voorwerp met een breder grondvlak dan de rest.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
?
?
Slide 8 - Tekstslide
Organische Vorm
Plantaardige, dierlijke of menselijke vormen. De vormen lijken op natuurlijk wijze te zijn gegroeid. Ze zijn rond, vloeiend en grillig.
Slide 9 - Tekstslide
Geometrische vorm
Hoekige en rechte vormen. Gemaakt met behulp van een liniaal en een passer. Denk aan de basisvormen die je hebt geleerd bij wiskunde.
Slide 10 - Tekstslide
geometrisch
organisch
Slide 11 - Sleepvraag
Symmetrische vorm
Een denkbeeldige lijn door het midden geeft twee dezelfde delen.
B.v.: huis, auto.
Slide 12 - Tekstslide
A-symmetrische vorm
Niet in twee gelijke delen te delen door een denkbeeldige lijn.
B.v.: een schoen.
Slide 13 - Tekstslide
Dit voorwerp is:
A
symmetrisch
B
geen van beide
C
a-symmetrisch
D
allebei
Slide 14 - Quizvraag
figuratieve vorm
De vorm die een voorwerp heeft is afgeleid van de zichtbare werkelijkheid. Symbolen horen hier ook bij.
B.v.: knuffelbeer, hart.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Non-figuratieve vorm
Als je de vorm van een voorwerp niet of bijna niet meer herkent: abstract.
B.v.: een beetje tandpasta, een veegje verf.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Plastische Vorm
Gemodelleerd, bestaand uit één deel, één materiaal, maar niet van glas want dan noem je het …. B.v: een vaas, kom of beeld.
Slide 19 - Tekstslide
Constructieve
Vorm
Opgebouwd uit delen, kan ook van verschillend materiaal zijn, met constructies aan elkaar gemaakt.
Slide 20 - Tekstslide
Welke vormsoort vind jij het beste bij dit voorwerp passen?
A
open
B
symmetrisch
C
organisch
D
plastisch
Slide 21 - Quizvraag
opdracht:
Ga binnen school op zoek naar de 10 vormsoorten. Zet de beste voorwerpen met een bepaalde vormsoort op de foto of maak een foto waarin je zelf een vormsoort hebt gemaakt. Lever alle 10 in bij de docent.
waar: school (binnen en buiten, maar niet in de gangen
hoe lang: 15 min voor de bel terug in klas
hoeveel: tweetallen
inleveren: via lessonup
Slide 22 - Tekstslide
alle vormsoorten op een rij...
open
gesloten
organisch
geometrisch
symmetrisch
a-symmetrisch
plastisch
constructief
figuratief
non-figuratief (abstract)
Slide 23 - Tekstslide
Download de app Lessonup of ga naar www.lessonup.com