Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
spanning in een verhaal
Hoe maakt een schrijver een boek spannend?
1 / 26
volgende
Slide 1:
Woordweb
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hoe maakt een schrijver een boek spannend?
Slide 1 - Woordweb
Spanning in een verhaal
Spanning = alles wat er voor zorgt dat je verder leest, omdat je wilt weten hoe het afloopt.
Slide 2 - Tekstslide
Spanning in een verhaal
hoofdpersoon is in een gevaarlijke situatie
speelt zich af in een enge omgeving
raadsel of geheim oplossen
cliffhanger; hoofdstuk eindigt spannend
uitstel; schrijver laat je wachten tot jij ontdekt hoe het zit
Slide 3 - Tekstslide
Ik kan na deze les:
Uitleggen waardoor spanning in een verhaal wordt veroorzaakt
Slide 4 - Tekstslide
Op welke manier kan een schrijver een verhaal NIET spannend maken?
A
gevaarlijke omgeving
B
cliffhanger
C
afbeeldingen
D
uitstel
Slide 5 - Quizvraag
Wat is een cliffhanger?
A
Als er iemand aan een rots hangt
B
Als iemand dood gaat in een film
C
Als je een verhaal op een spannend moment stopt.
D
Als er iemand ontvoerd wordt in een film.
Slide 6 - Quizvraag
wat is een voorbeeld van je hoofdpersoon is in gevaar?
A
een donker bos in de nacht
B
een probleem wat moet worden opgelost
C
een achtervolging door een misdadiger
D
uitstel van vertellen van de oplossing
Slide 7 - Quizvraag
Je leest in een spannend boek, je bent bijna bij de ontknoping.
De schrijver laat je nog even wachten dit noem je
Slide 8 - Open vraag
Het verhaal speelt zich af in een donker groot bos. Dit noemen we een gevaarlijke
Slide 9 - Open vraag
Jouw hoofdpersoon wordt achtervolgd. Dit noemen we een gevaarlijke ....
Slide 10 - Open vraag
Aan het einde van het hoofdstuk wordt het heel spannend. Dit noem je een ...
Slide 11 - Open vraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
Alle werkwoorden in een zin
B
Alle leestekens in een zin
C
Alle personen in een zin
D
Leestekens
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het ww gez.?
Wij zijn naar de film gegaan met Kerst.
A
zijn
B
zijn gegaan
C
gegaan
D
Kerst.
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het ww gez.?
Wij zien de docent staan.
A
zien
B
staan
C
docent
D
zien staan
Slide 14 - Quizvraag
Op de tafel stond een vaas bloemen.
ww. gez
Slide 15 - Open vraag
Op de tafel stond een vaas bloemen.
onderwerp?
Slide 16 - Open vraag
Gisteren wilde hij zijn maaltijd in de keuken maken.
ww. gez?
Slide 17 - Open vraag
Gisteren wilde hij zijn maaltijd in de keuken maken.
onderwerp?
Slide 18 - Open vraag
De eerste stap bij het zetten van zinsdeelstrepen is
A
Alles voor de pv is één zinsdeel
B
Alles wat voor de pv kan staan is één zinsdeel
C
Zoek de pv
Slide 19 - Quizvraag
De tweede stap bij het zetten van zinsdeelstrepen is
A
Alles voor de pv is één zinsdeel
B
Alles wat voor de pv kan staan is één zinsdeel
C
Zoek de pv
Slide 20 - Quizvraag
De derde stap bij het zetten van zinsdeelstrepen is
A
Alles voor de pv is één zinsdeel
B
Alles wat voor de pv kan staan is één zinsdeel
C
Zoek de pv
Slide 21 - Quizvraag
Welke zinsdeelstrepen staan goed?
A
De/ lieve geitjes/ aten hun voer in de stal
B
De lieve geitjes/ aten/ hun /voer/ in de stal
C
De lieve geitjes/ aten/ hun voer/ in de stal
D
De lieve geitjes/ aten /hun voer in de stal
Slide 22 - Quizvraag
Welke zinsdeelstrepen staan goed?
A
Waarom/ wil/ jij/ niet/ mee?
B
Waarom/ wil/ jij/ niet mee?
C
Waarom/ wil/ jij niet mee?
D
Waarom wil/ jij/ niet/ mee?
Slide 23 - Quizvraag
Waar staan de zinsdeelstrepen goed?
A
De leerlingen van klas 1 / hebben / van mevrouw Bouma / een groot compliment gekregen.
B
De leerlingen / van klas 1 / hebben / van mevrouw Bouma / een groot compliment / gekregen.
C
De leerlingen van klas 1 / hebben / van mevrouw Bouma / een groot compliment / gekregen.
D
De leerlingen van klas 1 / hebben / van mevrouw Bouma een groot compliment / gekregen.
Slide 24 - Quizvraag
Waar staan de zinsdeelstrepen juist?
A
Een van de bestverkochte spellen / ter wereld / kun / je / Monopoly / wel noemen.
B
Een van de bestverkochte spellen / ter wereld / kun / je / Monopoly / wel / noemen.
C
Een van de bestverkochte spellen ter wereld / kun / je / Monopoly / wel / noemen.
D
Een van de bestverkochte spellen ter wereld / kun / je / Monopoly / wel noemen.
Slide 25 - Quizvraag
Welke zinsdeelstrepen staan goed?
A
De meivakantie is/ te snel/ afgelopen
B
De /meivakantie /is /te snel /afgelopen
C
De meivakantie/ is/ te snel afgelopen
D
De meivakantie /is/ te snel /afgelopen
Slide 26 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
No escape room
Oktober 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1
Fictie: spanning in verhalen
Maart 2024
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1
No escape room
Oktober 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1
Paragraaf 4 spanning
November 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
do 28 Spanning en ruimte in verhalen
April 2021
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Paragraaf 4 spanning
November 2024
- Les met
14 slides
Paragraaf 4 spanning
November 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Paragraaf 4 spanning
November 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1