Waarden en normen

nadenken over waarden en normen
Als je nadenkt over wat deugt en wat niet, dan denk je ook over je eigen waarden na. 

Een waarde is bijvoorbeeld:
- eerlijkheid
- vriendschap
- gezelligheid

Een waarde is een ideaal dat je nastreeft,
omdat je dat heel erg belangrijk vindt. 

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

nadenken over waarden en normen
Als je nadenkt over wat deugt en wat niet, dan denk je ook over je eigen waarden na. 

Een waarde is bijvoorbeeld:
- eerlijkheid
- vriendschap
- gezelligheid

Een waarde is een ideaal dat je nastreeft,
omdat je dat heel erg belangrijk vindt. 

Slide 1 - Tekstslide

nadenken over waarden en normen
geef voorbeelden van waarden

Slide 2 - Woordweb

nadenken over waarden en normen
Bij waarden horen normen, bijvoorbeeld:
 
- eerlijkheid + je mag niet liegen

- vriendschap + je laat een vriend niet in de steek

- gezelligheid + je maakt geen ruzie op een feest

Normen zijn gedragsregels.
Normen ontstaan vanuit waarden. 

Slide 3 - Tekstslide

nadenken over waarden en normen
Welke waarden en normen horen bij elkaar?
Elkaar helpen als dat nodig is. 
Een leraar hoort leerlingen zo veel mogelijk hetzelfde te behandelen. 
Je moet je beloftes nakomen. 
Licht aan op je fiets, als het donker is. 
Roken doe je niet. 
Je zorgt ervoor dat al je eten veganistisch is. 
Een volwassene spreek je met u aan. 
Een leeg drinkpakje gooi je in de prullenbak.
vriendschap
gelijkheid
betrouwbaarheid
veiligheid
gezondheid
diervriendelijkheid
beleefdheid
netheid

Slide 4 - Sleepvraag

Norm of waarde?
Het is niet goed om te liegen.
A
Norm
B
Waarde

Slide 5 - Quizvraag

Norm of waarde?
Op het schoolterrein is roken verboden.

A
Norm
B
Waarde

Slide 6 - Quizvraag

Welke norm past het beste bij de waarde 'respect'?
A
Iedere dag 2 stuks fruit eten
B
Anderen behandelen zoals je zelf behandeld wil worden
C
Altijd je huiswerk maken en opletten in de les
D
Je broertje helpen met veters strikken

Slide 7 - Quizvraag

Niet liegen is een norm die het beste past bij de waarde...
A
Eerlijkheid
B
Respect
C
Gelijkheid
D
Trouw

Slide 8 - Quizvraag

Welke norm past het beste bij de waarde verdraagzaamheid?
A
In de bus opstaan voor een zwangere vrouw
B
Een blinde man helpen
C
De mening van andere respecteren
D
Groeten wanneer je ergens binnen komt

Slide 9 - Quizvraag

Mannen en vrouwen moeten evenveel verdienen is een norm die het beste past bij de waarde...
A
Eerlijkheid
B
Gelijkheid
C
Liefde
D
Respect

Slide 10 - Quizvraag

'Veiligheid'
Dit is een voorbeeld van een...
A
Norm
B
Waarde

Slide 11 - Quizvraag

'Je moet verkeer van rechts voorrang geven.'
Dit is een voorbeeld van een...
A
Norm
B
Waarde

Slide 12 - Quizvraag

Dat wat we belangrijk vinden en nastreven. Dit is een definitie van ....
A
normen
B
waarden
C
regels
D
doelen

Slide 13 - Quizvraag


Eerlijkheid is een
A
Norm
B
Waarde

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn schoolregels?
A
waarden
B
normen

Slide 15 - Quizvraag

WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN WAARDEN EN NORMEN?
A
een norm is een ideaal dat wordt nagestreefd, een waarde is een gedragsregel
B
een waarde is een gedragsregel, een norm is iets dat iedereen belangrijk vindt
C
een waarde is een ideaal dat wordt nagestreefd, een norm is een gedragsregel
D
een norm is een gedragsregel, een waarde is iets dat iedereen belangrijk vindt

Slide 16 - Quizvraag


Rijd niet door bij een rood licht.
A
Norm
B
Waarde

Slide 17 - Quizvraag

Vrijheid, gelijkheid, democratie en tolerantie zijn voorbeelden van:
A
Waarden
B
Normen

Slide 18 - Quizvraag

.... vinden we heel belangrijk en willen we bereiken of behouden (vaak wordt het in 1 woord weergegeven).
A
een norm
B
een opvatting
C
een regel
D
een waarde

Slide 19 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Een waarde komt voort uit een norm.
B
Normen en waarden zijn synoniemen.
C
Een waarde is belangrijker dan een norm
D
Een norm komt voort uit een waarde.

Slide 20 - Quizvraag

..... zijn er om een waarde in praktijk te kunnen brengen
A
Wetten
B
Voorschriften
C
Waarden
D
Normen

Slide 21 - Quizvraag

Levensbeschouwingen hebben ook waarden en normen
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quizvraag

Noem 5 waarden die voor jou belangrijk zijn.

Slide 23 - Open vraag

Noem 3 normen die voor jou belangrijk zijn.

Slide 24 - Open vraag

Lees bron 3 op blz 85
Wie bepaalt waar honden los mogen lopen?

Slide 25 - Open vraag

Lees bron 3 op blz 85
Voor wie gelden de Europese regels?

Slide 26 - Open vraag

Lees bron 4 op blz 86
Welk nut van regels wordt hier genoemd?

Slide 27 - Open vraag

Maak in je werkboek oef 5 t/m 9
Je doet nu je laptop weer in je tas (of je vraagt of je hem mag opladen voor de andere vakken vandaag)

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide