Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
DISK thema 3 wonen bronnen
DISK thema 3 wonen
bronnen
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
ISK
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
DISK thema 3 wonen
bronnen
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
- Tekst lezen
- Woorden leren uit de tekst.
Doel van de les:
Aan het einde van de les kun je een Nederlandse zin schrijven met 10 nieuwe woorden.
Slide 2 - Tekstslide
Lees zelf de tekst
timer
8:00
Slide 3 - Tekstslide
Wie stuurt de email?
A
Maria
B
Jelena
Slide 4 - Quizvraag
In wat voor huis woont Jelena?
A
B
C
D
Slide 5 - Quizvraag
Hoe gaat Jelena naar school?
Slide 6 - Open vraag
Klik op nieuwe woorden.
Alle woorden uit jouw woordenlijst krijgen nu een blauwe streep.
Slide 7 - Tekstslide
Welke van de blauwe woorden zijn moeilijk?
Slide 8 - Woordweb
het huis
de keuken
de woonkamer
de slaapkamer(s)
de tuin
de plek
buiten
boven
naast
onder
het geluid
niet
door
hard(e)
andere
verhuizen
lopen
gelukkig
winkels
het station
laten
de wijk
de kilometer
het westen
het midden
druk
minder
het verkeer
huren
de woning
de verdieping
het flatgebouw
het vierkant
het blok
de trappen
de badkamer
delen
ideaal
het liefst
de natuur
binnenkort
Slide 9 - Tekstslide
Ik leg de woorden van groep roze uit.
Schrijf de woorden in jouw schrift!
Groep groen maakt nu de vragen bij de leestekst.
Slide 10 - Tekstslide
de plek
een plaats, een gebied in de wereld.
Er is veel plek om te spelen.
Ik heb een eigen plek in de klas.
Slide 11 - Tekstslide
buiten
niet binnen
Ik ga buiten voetballen.
Slide 12 - Tekstslide
boven en onder
Mijn slaapkamer is boven.
De hond ligt onder de tafel.
Slide 13 - Tekstslide
naast
aan de zijkant van iets of iemand
De kat zit naast de fiets.
Slide 14 - Tekstslide
het geluid
wat je kunt horen.
Het geluid van de televisie is heel hard.
Slide 15 - Tekstslide
hard
een hard geluid kun je goed horen = luid
Het geluid van de televisie staat heel hard.
Slide 16 - Tekstslide
anders
niet hetzelfde ding, niet dezelfde persoon.
Wij gaan naar een andere stad verhuizen.
Slide 17 - Tekstslide
verhuizen
In een ander huis gaan wonen
Wij gaan naar een andere stad verhuizen.
Slide 18 - Tekstslide
het station
een gebouw waar treinen, bussen en/of metro's aankomen en
vertrekken
Slide 19 - Tekstslide
Zinnen schrijven
Zoek deze 10 woorden op in jouw woordenlijst.
Vertaal het woord in jouw eigen taal
Schrijf een zin met het woord in het Nederlands.
Klaar? Vragen bij de leestekst maken in DISK.
Slide 20 - Tekstslide
de wijk
een deel van een stad
Ik woon in een mooie wijk
Slide 21 - Tekstslide
de kilometer
1000 meter
Ik moet 5 kilometer naar school fietsen.
Slide 22 - Tekstslide
het westen
Slide 23 - Tekstslide
het midden
Precies tussen twee dingen.
Aan elke kant evenveel.
Utrecht ligt in het midden van Nederland
Slide 24 - Tekstslide
huren
geld betalen om iets van iemand anders te gebruiken
Mijn ouders huren ons huis.
Op vakantie huur ik altijd een auto.
Slide 25 - Tekstslide
de woning
een gebouw dat bedoeld is om in te wonen
Het is in deze tijd moeilijk om een woning te vinden.
Het stel is op zoek naar een woning.
Slide 26 - Tekstslide
de verdieping
de ruimte tussen de vloer en het plafond in een gebouw
De flat heeft tien verdiepingen.
De badkamer is op de tweede verdieping.
Slide 27 - Tekstslide
Ideaal
heel goed, precies goed
Ik deel mijn slaapkamer met mijn zus, dat is niet ideaal.
Slide 28 - Tekstslide
Liever (het liefst)
als je iets fijner vindt dan iets anders,
vergrotende trap van ‘graag’ of lief.
Het liefst wil ik een eigen kamer.
Ik wil liever een eigen kamer.
Slide 29 - Tekstslide
binnenkort
snel / binnen korte tijd
Binnenkort gaan we verhuizen.
Slide 30 - Tekstslide
Zinnen schrijven
Zoek deze 10 woorden op in jouw woordenlijst.
Vertaal het woord in jouw eigen taal
Schrijf een zin met het woord in het Nederlands.
Klaar? Vragen bij de leestekst afmaken in DISK.
Slide 31 - Tekstslide
Wat hebben we gedaan?
- Lezen van een tekst over wonen en hier vragen over beantwoorden.
- Geoefend met de nieuwe woorden uit de tekst en hier zinnen mee geschreven
Wat moet morgen klaar (huiswerk)?
- Vragen bij de leestekst klaar (bron 3).
- zinnen bij de 10 woorden klaar.
Slide 32 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Introductieles wonen Disk
Maart 2023
- Les met
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
ITTA PO_3
April 2023
- Les met
17 slides
NT2
Speciaal Onderwijs
Leerroute 1
Introductieles wonen Disk
Oktober 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Maandag 19 september 2022
September 2022
- Les met
42 slides
ANT2+
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Leefstijlles thema wonen
4 dagen geleden
- Les met
23 slides
NT2
ISK
Disk Toekomst
Februari 2021
- Les met
12 slides
NT2
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Introductieles
November 2022
- Les met
34 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
A-GEEL: thema 5 verliefd zijn (beg), voorzetsels van plaats (wk 4, les 1)
Januari 2023
- Les met
31 slides
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 1