H1.3 Nationalisme

H1.3 | Nationalisme
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 44 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

H1.3 | Nationalisme

Slide 1 - Tekstslide

Deze les........
  • leerdoel 1.3a
  • uitlegvideo 'Nationalisme in Nederlands-Indië' en 'ethische politiek'
  • Nakijken gemaakte opdrachten
  • Opschrijven huiswerk komende les(sen)
  • Aan de slag met de PO (Nederlands-Indië en de politionele acties). Inleverdatum is 27 september 2024 (via ITS Learning).

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel 1.3a
Je kunt uitleggen waarom de ethische politiek werd ingevoerd en wat deze inhield.
De ethische politiek ging ervan uit dat Nederland moest zorgen voor de ontwikkeling (economisch en politiek) in de koloniën en de bevolking. Vooral op het platteland leefden veel mensen in armoede. De Nederlandse regering wilde daarom investeren in het onderwijs, de gezondheidszorg, de economie en de infrastructuur. Zo werden er scholen gebouwd, spoorwegen aangelegd en kwam er een opleiding voor artsen.

Slide 4 - Tekstslide

0

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Opdracht 1
Maak de zinnen kloppend.
In Europa ontstond nationalisme in de 19e / 20e eeuw. Europese landen waren bezorgd om / trots op hun cultuur en hun koloniale rijk. Zij wilden daarom hun eigen cultuur beschermen tegen invloeden uit / verspreiden in de koloniën.
Nederland voerde de ethische politiek in, die gericht was op het onafhankelijk maken / ontwikkelen van Nederlands-Indië.

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 1
Maak de zinnen kloppend.
In Europa ontstond nationalisme in de 19e20e eeuw. Europese landen waren bezorgd omtrots op hun cultuur en hun koloniale rijk. Zij wilden daarom hun eigen cultuur beschermen tegen invloeden uit / verspreiden in de koloniën.
Nederland voerde de ethische politiek in, die gericht was op het onafhankelijk makenontwikkelen van Nederlands-Indië.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 2
a.
Noem een economische, een politieke en een culturele maatregel van de ethische politiek.
  • Een economische maatregel was het verbeteren van infrastructuur.
  • Een politieke maatregel was het oprichten van de Volksraad.
  • Een culturele maatregel was het verbeteren van onderwijs.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 2
b.
Leg uit waarom het verbeteren van de infrastructuur ook voordelig was voor Nederlanders.
  • Door de verbeterde infrastructuur konden de Nederlanders,  bijvoorbeeld producten vervoeren die zij verbouwden op de plantages.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 2
c.
Maak de zinnen kloppend.
De Volksraad werd opgericht door de inheemse bevolking / Nederlanders. Hierin zaten leden van de Nederlandse / Nederlandse en inheemse bevolking. De Volksraad gaf advies /
maakte wetten.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 2
c.
Maak de zinnen kloppend.
De Volksraad werd opgericht door de inheemse bevolking / Nederlanders. Hierin zaten leden van de Nederlandse / Nederlandse en inheemse bevolking. De Volksraad gaf advies /
maakte wetten.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 2
d.
Vanaf 1919 hadden alle volwassen burgers in Nederland kiesrecht. Waarom zou de bevolking van Nederlands-Indië toen geen kiesrecht hebben gekregen?
Bijvoorbeeld: 
  • De Nederlandse staat wilde zijn macht niet verliezen: de inheemse bevolking was veel groter dan de Nederlandse. 
  • Men geloofde dat de inheemse bevolking ‘ontwikkeld’ moest worden vóór zij kon stemmen.

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 3
a.
Leg uit dat Wilhelmina voorstander is van de ethische politiek. Doe het zo:
De ethische politiek was gericht op :
  • het ontwikkelen van de kolonie.
Dat past bij de bron, want daarin staat dat 
  • Nederland een ‘beschavende taak’ heeft en de rechten van de inheemse bevolking beter moet regelen.

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 3
b.
Leg uit dat Wilhelmina de ethische politiek ziet als reden waarom Nederland in Nederlands-Indië de baas moet blijven.
  • Zij vindt dat Nederland een taak heeft om de bevolking te beschaven. In haar ogen heeft Nederlands-Indië Nederland dus nodig.

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 4
In 1912 richtten inheemse bewoners van Nederlands-Indië de Sarekat Islam op, een organisatie die meer democratie eiste in Nederlands-Indië.
a.
Sommige leden van de Sarekat Islam wilden in 1918 meedoen aan de Volksraad. Waarom zouden zij dat belangrijk vinden?
  • Via de Volksraad konden inwoners van Nederlands-Indië voor het eerst een beetje invloed uitoefenen op de politiek. Dit past bij de doelen van de partij.

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 4
b.
Andere leden vonden dat de Sarekat Islam moest weigeren om deel te nemen aan de Volksraad. Welk argument zouden zij daarvoor hebben?
  • De Volksraad had geen echte macht. Door te weigeren deel te nemen, liet de organisatie zien dat ze niet tevreden was met de Volksraad.

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoel 1.3b
Je kunt oorzaken noemen voor het ontstaan van nationalisme in Nederlands-Indië (1) en beschrijven hoe Nederland daarop reageerde (2).
Het nationalisme groeide snel. Dit had een aantal oorzaken.
• De mensen waren trots op hun eigen cultuur en hun eigen volk en gingen de Indische eilanden steeds meer als een eenheid zien. Zij vonden dat ze hun eigen land net zo goed konden besturen als de Nederlanders. 
• Het grotere zelfvertrouwen van de Indonesiërs, dat was gegroeid door de overwinningen van Japan op Europese landen. 
Sommige inheemse jongeren gingen studeren in Nederland en hadden meegemaakt dat Nederlanders in hun eigen land vrijheid, gelijkheid en democratie belangrijk vonden, maar deze ideeën niet toepasten in de koloniën.

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoel
Je kunt oorzaken noemen voor het ontstaan van nationalisme in Nederlands-Indië (1) en beschrijven hoe Nederland daarop reageerde (2).

Het Nederlandse bestuur zag het opkomend nationalisme als een groot gevaar en er werden veel nationalistische leiders (o.a. Soekarno en Hatta) gearresteerd en opgesloten in een strafkamp. Nederland sloot bovendien enkele honderden van hun aanhangers op.

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 5
a.
Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.
A De PNI wordt opgericht (1927).
B Japan verslaat Rusland (1905).
C Nederland voert de ethische politiek in (1901).
D Soekarno wordt gevangengezet (1930).
De juiste volgorde is:
  • C, B, A, D.

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 5
b.
Maak de zinnen kloppend.
Een land is een democratie wanneer de inwoners geen koning hebben / hun leider mogen kiezen.
In een democratie hebben burgers grondrechten, zoals nationalisme / vrijheid van meningsuiting.
Indonesiërs zagen dat deze ideeën veel nadelen hadden / voor hen niet golden. Dit was onder meer een gevolg van pacificatie / racisme. Hierdoor groeide onder Indonesiërs de democratiehet nationalisme.

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 5
c.
In vraag b staat één oorzaak van de groei van het nationalisme in Nederlands-Indië. Noem hiervoor nog twee oorzaken.
  1. Indonesiërs werden trots op hun eigen volk en cultuur en vonden dat hun volk recht had op een eigen land.
  2. Door de overwinning van Japan op Europese landen zagen Indonesiërs dat een Aziatisch land een Europees land kon verslaan.

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 6
a.
Hieronder staan vier uitspraken. Past de uitspraak bij de ethische politiek of bij de ideeën van de PNI?

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 6
b.
Leg uit dat nationalisme een oorzaak was van de oprichting van de PNI.
  • Door nationalisme vonden Indonesiërs dat zij recht hadden op een eigen land. Daarom werd de PNI opgericht: een partij die onafhankelijkheid eiste.

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht 7
a.
Leg uit dat je in deze bron een voorbeeld ziet van Nederlands nationalisme.
  • De Nederlanders vieren de vrijheid van hun volk en hun land met een nationaal feest. Dat past bij nationalisme.

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht 7
b.
Leg uit dat je in deze bron een voorbeeld ziet van Indonesisch nationalisme.
  • Soerjaningrat wil onafhankelijkheid voor het Indonesische volk en dat past bij nationalisme.

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht 7
c.
Leg uit waarom Soerjaningrat het vreemd vindt dat Nederlanders dit feest vieren in Nederlands-Indië.
  • Nederlanders vieren hun onafhankelijkheid na de overheersing door de Fransen, terwijl zij zelf nog steeds een ander land overheersen.

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht 7
d.
Bedenk waarom Nederlanders het normaal vonden om dit feest in Nederlands-Indië te vieren.
  • Nederlanders begrepen niet dat zij als overheersers gezien werden. Bovendien vonden zij dat Indonesiërs niet ‘klaar’ waren voor onafhankelijkheid.

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk
H1.3c | De Japanse bezetting
blz. 26 en 27
maken opdrachten 8 t/m 12.

Aan de slag met de PO (inleverdatum 27 september 2024 via ITS)

Slide 29 - Tekstslide

Deze les.......
  • Leerdoel H1.3c
  • Uitlegvideo 'Japanse bezetting van Nederlands-Indië' en 'dwangarbeid'.
  • Nakijken: opdrachten 8 t/m 12 en leerdoel.

Slide 30 - Tekstslide

Leerdoel 1.3c
Je kunt uitleggen welke gevolgen de Japanse bezetting had voor Indonesië.

Japan wilde Indonesië helemaal geen onafhankelijkheid geven, maar een onderdeel wilde maken van zijn rijk. De Japanners bleken vooral geïnteresseerd in de grondstoffen die ze voor hun eigen oorlogvoering konden gebruiken en beroofden Indonesië van zijn land- en mijnbouwproducten.
De economie stortte in en mensen leden honger. Miljoenen Indonesiërs moesten als dwangarbeider werken, soms ver van huis.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Opdracht 8
a.
Onderstreep in de leertekst twee redenen waarom Japan veel landen wilde veroveren. Let op: de redenen staan in verschillende alinea’s.

Slide 33 - Tekstslide

Opdracht 8
a.
Onderstreep in de leertekst twee redenen waarom Japan veel landen wilde veroveren. Let op: de redenen staan in verschillende alinea’s.

Slide 34 - Tekstslide

Opdracht 8
b.
Zet achter elke beschrijving het juiste begrip. Kies uit: dwangarbeid • interneren •
troostmeisjes.
De bevolking moest werken voor Japan:
  • dwangarbeid
Nederlanders werden opgesloten in kampen:
  • interneren
Vrouwen en meisjes moesten zich prostitueren:
  • troostmeisjes

Slide 35 - Tekstslide

Opdracht 9
a.
Tussen 1942 en 1945 veranderde de manier waarop Indonesiërs naar Japan keken. Leg uit wat er veranderde. Doe het zo:
In het begin waren Indonesiërs positief / negatief, want  ....

Maar daarna werden ze positiever / negatiever, want het .....

Slide 36 - Tekstslide

Opdracht 9
a.
Tussen 1942 en 1945 veranderde de manier waarop Indonesiërs naar Japan keken. Leg uit wat er veranderde. Doe het zo:
In het begin waren Indonesiërs positief / negatief, want zij dachten dat Japan hen zou helpen om onafhankelijk te worden.
Maar daarna werden ze positiever / negatieverwant het bleek dat Japan de Indonesische bevolking slecht behandelde.

Slide 37 - Tekstslide

Opdracht 9
b.
Tussen 1945 en 1949 veranderde de houding van Nederland ten opzichte van Indonesië. Leg uit wat er veranderde. Gebruik
signaalwoorden in je antwoord.
  • Meteen na de oorlog (1945) erkende Nederland de republiek niet en stuurde het direct soldaten. Maar in 1949 trok Nederland de soldaten terug en erkende het de onafhankelijkheid toch.

Slide 38 - Tekstslide

Opdracht 10
In 1942 besloot Japan dat Indonesië voortaan gebruik moest maken van de Japanse kalender. Ook werden Japanse feestdagen ingevoerd.
Welke beschrijving past hierbij?

A Japan wilde dat Indonesië snel onafhankelijk zou worden.
B Japan wilde de herinnering aan de Nederlandse overheersing uitwissen.
C Japan wilde de oorspronkelijke cultuur in Indonesië herstellen.
D Japan wilde Indonesië onderdeel maken van zijn rijk.

Slide 39 - Tekstslide

Opdracht 11
In opdracht van Japan werden tussen 1942 en 1945 op verschillende plekken in Azië spoorwegen aangelegd. Deze spoorwegen kwamen bekend te
staan als ‘dodenspoorwegen’.
Bedenk waar deze naam vandaan kwam.
  • Japan gebruikte dwangarbeiders uit verschillende landen voor dit soort werk. Velen van hen kwamen om bij het zware werk. ‘Doden’ slaat dus op de dwangarbeiders die overleden.

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Opdracht 12
a.
Leg uit waarom dit soort spandoeken in 1930 niet opgehangen had kunnen worden.
  • In 1930 hadden Nederlanders de macht in Indonesië. Zij zouden niet toelaten dat er anti-Nederlandse spandoeken op straat verschenen.

Slide 42 - Tekstslide

Opdracht 12
b.
Leg uit waarom dit soort spandoeken juist in 1945 verscheen.
  • In 1945 was Indonesië net bevrijd van Japan; Nederland probeerde opnieuw het land in zijn macht te krijgen, maar Indonesië wilde onafhankelijk worden. Nederland had op dat moment geen controle over Indonesië en kon het plaatsen van dit soort spandoeken dus niet voorkomen.

Slide 43 - Tekstslide

Huiswerk
H1.4 | De dekolonisatie van Indonesië
lezen blz. 28 en 29
maken opdrachten 1 t/m 4 

H1.4 | De dekolonisatie van Indonesië
Blz. 30 t/m 33; maken opdr. 5 t/m 13

PO inleveren 27 september a.s.

Slide 44 - Tekstslide